-15-
dat Het is natuurlijk effectief gezien niets anders dan wat de heer
Den Braber heeft voorgesteld. Alleen als je de relatie gaat leggen sportvereni
gingen die nieuw beginnen die geef je dus ook een startsubsidie. Ja ik
ben nooit zo gelukkig met startsubsidies omdat je daarmee eigenlijk uitspreekt
dat je zegt nou daar heb je geld en nou hoef je dus eigenlijk niet meer in
de problemen te komen, want de start is geweest. Misschien heeft hij dat
zo helemaal niet bedoeld. Maar ik denk wanneer we het hebben over de termi
nologie dat je dan dus evengoed niet kunt spreken over startsubsidies bij
wijze van spreken als een toegift, maar dat je veel meer vind ik moet be
kijken of dat een aanvrage terecht is ja of nee. Verder is hij het overigens
met het voorstel eens en heeft hij nog eens ondersteund dat de activiteit
voor alleenstaande vrouwen toch wel een belangrijke activiteit is en die
wenst hij ook goede vaart. Dat ondersteun ik graag. Mijnheer Den Braber
heeft nog even teruggegrepen naar het eerdere besluit wat in deze raad is
genomen waar de discussie ging over het wel of niet een eigen bijdrage. Ik
denk dat je daar erg lang over kunt discussiëren. Ik heb weieens aan het
volgende gedacht. In het wat verdere verleden toen werd onderwijs gezien
als een mogelijke vorm om ook achterstandsituaties weg te werken. Met
name voor de groep van mensen die over een zeer minimaal inkomen beschikten.
Vandaar dat naar mijn mening indertijd terecht het onderwijs gratis gemaakt
is. Wanneer je die parallel doortrekt naar het emancipatiewerk nu en je
zou diezelfde redenering opzetten, dan denk ik dat je met een ding rekening
moet houden, namelijk dat je het toen had over een groep die over geen
enkel middel beschikte. Terwijl je nu mag aannemen dat iedereen minstens
een minimum inkomen heeft. Waarmee ik dan niet wil veronderstellen dat dat
betekent dat je daar een florissant leven van kunt leiden maar mensen
hebben wel wat"-meer middelen dan toen. Dus eigenlijk bedoel ik alleen
maar dat je die vergelijkingen niet altijd kunt laten opgaan en dat je
misschien dan er beter aan doet als je gaat zeggen nou er zijn een aantal
activiteiten en dan ga ik even op het stuk van het vrouwenwerk, waarin je een
aantal activiteiten ziet waarin de relatie met de activiteit financieel
toch wel wat duidelijker te leggen is. Dat lijkt me mogelijk. Dat je voor
filmavonden en vormingstoneelavonden aan mensen heel duidelijk kunt maken
dat het toch kosten met zich meebrengt en dat je dus redelijkerwijs een
bijdrage mag vragen. Ik kom dan in die filosofie aan de praatgroep. Nou,
dan zeg ik daar heb ik inderdaad dan toch wel veel minder moeite mee omdat
je daar die relatie naar - in geld uitgedrukt - bij mensen vaak veel moeilijker
kunt leggen. Niet omdat men dan veel minder gemotiveerd is maar een praat
groep gesprek in gesprek komen met elkaar, relaties met elkaar aanknopen.
Dat heeft bij de meeste mensen een slechte maatschappelijke waardering. Dat is
vaak ook de reden waarom mensen op die gronden dan al heel gauw geneigd zijn
om daar niks voor over te hebben. Wil je dus dan alle remmen wegnemen, dan
zeg ik ja dan zijn dat toch inderdaad voor mij wel de activiteiten waarin
je zo je al van een eigen bijdrage af wilt daarin dus denk ik het eerst moet
beginnen. Ik ga daar wat uitgebreider op in om duidelijk te maken dat ik
eigenlijk met die voorstellen dus niet een onverkort vervallen van de eigen
bijdrage maar duidelijk een relatie leggen naar de activiteit,, dat ik dat in
derdaad een zinnige zaak vind. Ook voor de toekomst. Omdat je wel gemakkelijk
meer kunt doen maar veel moeilijker gegroeide zaken kunt afbouwen. Derhalve
vind ik wat mij betreft,maar dan kijk ik naar een wat incompleet college
ik eigenlijk niet zoveel pijn heb om op die suggestie in te gaan en dan
ben je daardoor meteen ook mijnheer Rennings tegemoetgekomen. Dan heb ik
wel niet zijn term overgenomen van startsubsidie, maar het effect is naar
mijn mening precies hetzelfde. Mijnheer Den Braber die heeft ook nog over
het tot stand komen van. Nou in de circulaire waar het ministerie de
emancipatie-activiteit in aankondigt en omschrijft. Nou daar zijn dus twee
mogelijkheden opengelaten. Er kan via een lijst van activiteiten gewerkt
worden en die wordt jaarlijks ingediend. Voor gemeenten beneden de ^5.000
inwoners. En er kan gewerkt worden met een plan en een programma. In de