-12-
Als men dan controle hierop uitoefent dan geloof ik dat wij achter heel
deze gang van zaken komen. Hier in Oudenbosch hoeft men slechts 20,te
betalen. In andere gemeenten o.a. Rotterdam zit men al ruim boven de 100,
Ik geloof dat wij dan nog heel schappelijk zijn met deze gang_ van zaken.
De VOORZITTER: Mag ik me beperken in de geest van de eerste opmerking van de
heer Van der Graaf tot datgene wat er nieuw in de discussie is gebracht ten
opzichte van de vorige vergadering. Die controleerbaarheid die is een duide
lijk onderdeel, vind ik, toch van het hebben van een belasting. Ik geloof
niet dat je dat zo maar terzijde kunt schuiven. Ik denk ook dat we ons, als uw
raad besluit om de hondenbelasting in stand te laten, dat we ons daar dan
toch op zullen moeten bezinnen hoe we daar een aanvaardbare oplossing voor
kunnen krijgen. In het licht van - als u nu besluit om hem in stand te laten -
volgend jaar te verwachten vragen en suggesties in die richting, denk ik dat
dat het goed is dat we dan ook dit jaar op de kosten letten die daarmee ge
moeid zijn. De overige suggesties en opmerkingen, zoals u ze in de discussie
hebt gebracht zijn dacht ik ook in de vorige discussie aan de orde geweest.
Dus ik wil u eigenlijk uitnodigen om nu tot stemming over te gaan.
Aan de orde is het voorstel van de heer Van der Graaf om de hondenbelasting af
te schaffen.
De loting wijst aan dat de heer Kok (nr. 5 van de presentielijst) als eerste
stemt.
De stemming heeft tot resultaat:
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Kok, Van Hoof, Van Elzakker, Wijnen,
Brouwers, Van Hoek en De Haas.
Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van der Graaf, Den Braber, Du Pont,
Mol, Rennings en Kop Jansen.
Het voorstel tot afschaffing van de hondenbelasting is derhalve met 6 stemmen
voor en 7 stemmen tegen verworpen.
10. Voorstel tot vaststelling van het subsidie 1978 ten behoeve van de Vere
niging de Oudenbossche Harmonie.
11. Voorstel tot aanpassing van de raming uitkering uit het gemeentefonds
terzake van het lager onderwijs 1979 en de raming exploitatievergoeding ex
artikel 101 van de Lager-onderwijswet 1920/l84e wijziging gemeentebegroting
1979.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
12. Voorstel tot verhoging van het krediet voor de hertaxatie van de O.G.B.
objecten naar de toestand per 1-1-1979/l4e wijziging gemeentebegroting 1980.
De heer KOP JANSEN: Ja, mijnheer de voorzitter, dit voorstel is ons een beetje
vreemd overgekomen, omdat dus uit uw brief van 12 januari 19791 waarin u
vraagt dus om een offerte, spreekt van ruim 4.000 objecten. Naar onze mening
is dus 4.000 objecten plus 135 nog steeds binnen die raming van ruim 4000.
Wij hebben uitgerekend dat het een verhoging is van 4 3/8 Wij zien het eigenlijk
niet zitten dat er een nabetaling moet plaatsvinden.
De VOORZITTER: We hebben in B. en W. ook uitvoerig over de zaak gepiekerd, mag
ik u wel zeggen. We hebben ons ook afgevraagd: is het nou eigenlijk niet
in de offerte begrepen Aan de andere kant: u zegt nou ruim 4.000 en
splitst dat verder niet uit en zegt als je dat nou vergelijkt met de 41.135
die het uiteindelijk bleken te zijn, nou dan dekt dat elkaar wel. Dan wil
ik u toch wijzen op het feit, dat die 4.000 zijn uitgesplitst. Er is gezegd
dat er 3400 woningen inzitten, 200 bedrijfspanden en ongeveer 400 garageboxen.
Als je nou zegt ongeveer 3^00 woningen, dan geloof ik niet dat je de 3500
mag overschrijden want dan zou je moeten zeggen om een getrouw beeld te
geven, ongeveer 3500 woningen. Wij hebben overwogen dat als je daar nou bezwaar