-8-
vastgesteld. Vandaar dat ik ook in artikel 3 een wijziging wil aanbrengen
die ik erg essentieel acht, namelijk in die zin dat jaarlijks de effecti
viteit van het plan wordt getoetst door middel van een oefening. Ik denk dat
op die manier het inspelen op een onverhoopte situatie beter tot zijn
recht zou komen en ik denk ook dat de openbaarheid en de openbare werking
van het plan snel tot iedereen duidelijk zal worden.
De heer WIJNEN: Ik dacht dat wel van belang was dat wij het bestrijden van
rampen, dat dat gecentraliseerd gebeurt. Dan kunt u wel zeggen van daar
moet dan de nodige inspraak aan voorafgaan. Dat plan dat komt ook inderdaad ter
kennis van de raad. Wat dat betreft wordt de raad niet buiten spel gezet.
De burgemeester en burgemeester en wethouders hebben ieder hun taak en
bevoegdheden. Ik dacht dat het ook duidelijk om de mogelijkheid gaat dat
te beïnvloeden. Ze brengen het plan ter kennis van de raad. Het lijkt me dan
vreemd dat er helemaal geen gesprek over mogelijk zou kunnen zijn en dat het
dan openbaar zal zijn Ik denk dat je een plan zo uitvoerig mogelijk moet
maken. Het moet gewoon een advies zijn. Er is natuurlijk op dat gebied nog
niet zoveel ervaring. Wat de procedure betreft... die is ook nog niet afgerond,
want de zaak is nog niet behandeld in de Kamer. Dus misschien komt er wel het
een en ander bij.
De VOORZITTER: Als ik dan in mag gaan op de opmerkingen van de heer Van der
Graaf. Wij hebben u deze verordening voor willen leggen om vooruitlopend
op de wet die tot stand zal gaan komen nu al de mogelijkheid te hebben om
een rampenplan op te stellen. Dat is de enige intentie geweest om dus nu met
deze verordening te komen, vooruitlopende op de nieuwe wet die er op dat gebied
komt. Daarom hebben we nu ook aangekondigd zodra die wet van kracht
is geworden om op deze zaak dus terug te komen met een verordening die aan
gepast is op de wet. Zodra dus de wet tot stand is gekomen. Meer hebben we er
niet mee bedoeld. Maar wel de mogelijkheid willen scheppen om nu reeds een
rampenplan ter tafel te kunnen brengen. Daar moet dus de basis voor zijn en
die basis is deze verordening. Meer hebben we er in feite niet mee willen be
doelen en wij komen daar dus, zodra die wet tot stand gekomen is, op terug met
een aangepaste verordening daarop. Mijnheer Rennings die zegt in artikel 3
een aanpassing in verband met het jaarlijks toetsen van het plan op zijn
effectiviteit door een oefening. Ook dat hebben we in deze verordening niet
willen opnemen, gezien dus de verwachting dat de wettelijke maatregelen op niet
al te lange termijn tot stand zullen komen. We hebben gemeend voor de korte
duur van deze verordening die maatregel niet op te nemen. De heer Wijnen die
onderschrijft, dacht ik, hetgeen door ons is voorgesteld. Ik wilde het hier
in eerste instantie bij laten.
De heer VAN DER GRAAF: Het is typisch mijnheer de voorzitter dat er zo weinig
door de raadsfracties ingegaan wordt op argumenten die je noemt. Er wordt
door O.N.S. bijvoorbeeld helemaal niet op ingegaan. Er wordt door de heer
Wijnen op ingegaan hoofdzakelijk op dat ene punt, die openbaarheid. Wat ik
het laatst noemde en wat min of meer misschien het zwakst is. Ik'denk dat het
wel terecht is wat ik zeg. Maar je kunt zeggen van dat rampenplan dat kan toch
openbaar gemaakt worden, alleen de totstandkoming is dan op een zodanige manier
geschied dat niemand er verder iets vanaf weet. Die inspraak die de raad bij
de heer Wijnen krijgt, het vooraf ter kennis brengen..Ja, dat geeft toch het
gevoel dat ik door mijn kiezers om een heel andere reden hier neergezet ben
dan om inspraak te hebben. Ik denk dat mijn kiezers me hier neergezet hebben
om mee te besluiten. En dat is iets heel anders. De argumenten die ik noemde
die zijn onbesproken gebleven. Die worden ook door de voorzitter niet behandeld
want het vooruitlopen op de wet is duidelijk een verzoek van de minister die
een brief schrijft en die zegt van mensen hier ligt een voorontwerp van de wet
en wees nu eens zo aardig, want het kan nodig zijn om daar eigenlijk nu al
mee te gaan werken. Nou daar kan ik me volledig in vinden, maar dan doen we
dus of deze handel terzijde schuiven en zeggen van we gaan op volkomen eigen
merites als gemeente gaan wij vinden dat we een rampenplan nodig hebben, dat