-10-
in aanmerking komen, met de daarvoor in aanmerking komende schoolbesturen,
in ieder geval meenemen, zij het dat het de vraag is of het altijd wel qua
tijd op elkaar zal zijn afgestemd, want dat is natuurlijk ook een voorwaarde.
Maar als aan die randvoorwaarde voldaan is dan is daar wellicht een oplossing
in te vinden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
1^.1. Voorstel tot het voteren van een krediet ten behoeve van de ophoging
van de speelplaats van de Mariaschool, Markt 32/^3e wijziging gemeentebe-
groting 1980.
De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, dat krediet,zoals dat hier uitgetrokken
wordt,dat heeft toch nogal wat vragen opgeroepen gezien het feit dat er aan
nemelijk gemaakt wordt dat het voor een lager bedrag kan, dat dat naar
onze mening ook met een lager bedrag dat daarmee volstaan kan worden.
Er is gekozen voor een tweetal prijsopgaven en je neemt dus dan aan dat het
voor beide, want ze zijn beide via een architect binnengekomen, dat men
inderdaad het bedrag waarvoor men het wil maken daar moet men het krediet
op aanpassen. Dat lijkt me een gewenste gang van zaken.
De VOORZITTER: Ja, wij hebben in B. en W. gezegd het zou consequent zijn
daarnaar te streven. Het verschil is echter zodanig klein dat je je moet
afvragen of je dan zo principieel moet zijn terwijl we toch op allerlei
fronten ètreven naar werkgelegenheid in de eigen gemeenschap. Dat is voor
ons de reden geweest om te zeggen van nou we laten het aan het schoolbestuur
over, althans we stellen aan de gemeenteraad voor het aan het schoolbestuur
over te laten en een zodanig bedrag vast te stellen, dat, want die andere
1364.is dan het probleem toch eigenlijk niet op dit totale bedrag, dat
het schoolbestuur het ook kan gunnen aan de plaatselijke onderneming die
een klein stukje hoger zat. Als u zegt we stellen slechts een bedrag van
1^.800,ter beschikking, dan kan iedereen dat billijken denk ik.
De heer WIJNEN: Ik denk dat het zinvol is om op grond van de offertes die
gedaan zijn dat je daarbij^als je twee mensen vraagt en je maakt aanneme
lijk dat het voor een lager bedrag kan, dan neem je het bedrag wat het laagst
is. Ik denk dat we dus consequent moeten zijn wat betreft onze bezuinigingen.
Hoe het schoolbestuur dat aan de man brengt dat is hun zaak, lijkt mij.
De VOORZITTER: Ja, wij zijn er van uitgegaan omdat dat niet in de formulering
van de offerte terugkomt of van de vraagstelling van het schoolbestuur, dat
zij zich niet bij voorbaat hebben gebonden aan de laagste, dus dat zij
vrijheid van handelen hebben. We betalen slechts wat er betaald moet
worden. Als het schoolbestuur redenen heeft om die 136,meer toch te
prefereren dan zou dat kunnen als ze het krediet krijgen wat daarmee overeen
stemt in het andere geval kunnen ze het niet eens. Vandaar het voorstel.
De heer WIJNEN: Ik blijf er moeite mee houden.
De VOORZITTER: Leidt dat voor u ertoe dat u een tegenvoorstel doet om
slechts 1^.800,ter beschikking te stellen
De heer WIJNEN: Ja, dat is inderdaad het geval.
De heer KOK: Ja, mijnheer de voorzitter, dat geldt dan wel voor het totale
samenwerkingsverband, het standpunt wat de heer Wijnen inneemt.
De VOORZITTER: Mag ik, omdat het voorstel nu in tweede instantie wordt ge
daan, aannemen dat u er de voorkeur aan geeft om in ieder geval nog in een
derde instantie gelegenheid te hebben daarop te reageren, of hebt u geen
behoefte om er op te reageren en wilt u het onmiddellijk in stemming gebracht
zien Onmiddellijk in stemming
Aan de orde is het voorstel van de heer Wijnen om slechts een zodanig krediet
ter beschikking te stellen als overeenkomt met de laagste van de beide offertes.
Dus de offerte van 1^.800,
De loting wijst aan dat de heer Rennings (nr. k van de presentielijst) als
eerste stemt:
De stemming heeft tot resultaat
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Rennings, Kop Jansen, Van Hoek,
Kniep-KÖhnkeVan Hoof, Brouwers, Du Pont en Mol.