de exploitanten met boete worden bedreigd indien zij nalatig blijven om verbe
teringen aan te brengen. Als men op korte termijn het concept-rapport culturele
minderheden mag verwachten, dan verwacht hij dat middels die commissie ook
andere zaken dan huisvesting aangepakt kunnen worden. Hij is het wel met de
heren Van der Graaf en Van Hoof eens dat deze mensen het gevoel hebben dat zij
in deze samenleving inderdaad nog alleen staan. Hij wil de wens uitspreken dat
met de voortvarendheid van de laatste maand in het vervolg zal worden verder
gewerkt
Het lid WIJNEN zegt de indruk te hebben gekregen dat het moeilijk is de or
ganen die voor buitenlanders bestaan, erbij te betrekken. Hij herinnert zich
ook een bijeenkomst van half januari in Sancta Maria, waarbij de heer Van der
Graaf pleitte om deel te nemen aan een commissie. Hij denkt dat men op grond
van de opgedane ervaringen voor een actieve benadering moet kiezen. Men zal
dit ook van ons verwachten. Zij zijn zelf niet in staat om bij te dragen in
een verbetering van hun positie. Hiervoor moeten er voorstellen komen van onze
kant, waarbij zij participeren. Tot nu toe is er nog steeds een kreupele
situatie geweest waarbij mensen van die kant afwezig bleven als het op het uit
werken van voorstellen aankomt. Hij gelooft dat men de weg van die commissie
zo snel mogelijk moet inslaan.
De VOORZITTER zegt dat de taktiek, die de heer Van der Graaf het college in de
schoenen schuift, om de zaak maar te laten sluimeren, opdat dan de problemen
zich zelf oplossen, zeker niet de benadering van de kant van het college ge-^
weest is. Dat blijkt ook uit de wijze, waarop hij geantwoord heeft. Er is dui
delijk geprobeerd te komen tot een goede benadering van de problematiek.
De heer Van der Graaf had ook liever in oktober 1978 gezien dat er onmiddellijk
zonder behoorlijke voorbereiding een commissie in het leven was geroepen. Hij
denkt dat de zorgvuldigheid, die wij toch graag aan de dag leggen, alleen maar
in ons voordeel zal werken, omdat men een goed werkkader moet hebben en een
goed overvragen bezetting voordat men aan de slag gaat en voordat men verant
woordelijkheden van de raad gaat toevertrouwen aan anderen. Dat betekende dat
men met betrekking tot die commissie zich moest gaan informeren. De wijze, waar
op wij met de problematiek van culturele minderheden geconfronteerd worden,
is geen wijze die in veel gemeenten wordt ervaren. Dus het aantal voorbeelden van
aanpakken was niet erg groot.Men is aan de kant van het standdaardadviës-orgaan,de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten,gaan zoeken en wij beschikken inmiddels
over een aantal suggesties om tot het instellen van een commissie te komen. Het
is heel nadrukkelijk niet zo - de heer Van der Graaf suggereerde dat, maar hij
weet dat zelf veel beter - dat het college op basis van het resultaat van
die werkgroep gekozen heeft voor een welzijnscommissie. In de commissie voor
algemene en bestuurlijke zaken heeft men deze aangelegenheid besproken. Er is
een duidelijke voorkeur van de kant van de gemeenteraad naar voren gekomen.
Burgemeester en wethouders hebben ook gezegd dat zij daar naar willen streven.
De samenstelling van de werkgroep is ook in de commissie voor algemene en be
stuurlijke zaken besproken. Om dan achteraf te zeggen: tamelijk gehinderd door
deskundigheden is een toch wel makkelijke kwalificatie voor mensen, die met
goede bedoelingen bezield van het belang van het vinden van goede oplossingen
voor de mensen met wie zij vanuit hun beroep ook allerlei contacten hebben,
aan de slag gaan. Hij gelooft dat met dit soort opmerkingen vanuit deze raad
geen goed wordt gedaan aan het in de toekomst bemannen van commissies, die dan
duidelijk verantwoordelijkheden gaan krijgen. Hij vreest, als dit de dank van
de kant van de gemeenteraad is, dat de inwoners van onze gemeente niet zo erg
enthousiast te maken zijn om zitting te nemen in gemeentelijke bestuurlijke
overlegcommissies of -organen. Opmerkingen als: de schrik zal om het hart
slaan als men kennis zou nemen van de problemen, die sinds oktober 1977 ontstaan
zijn, doen het misschien aardig. Of ze waar zijn is een vraag, die wij met el
kaar hier nu niet kunnen beantwoorden. Hij gelooft ook niet dat het zo rele
vant is of dit waar is of niet. Aan het feit dat er problemen zijn heeft nie
mand van ons ooit getwijfeld. Aan de oplossing van de problemen wordt gewerkt.
Alleen oplossingen vragen ook om hun tijd, zeker met gebruikmaking van de re
geling die door de heer Van der Graaf in oktober 1977 geïntroduceerd is van het
departement van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, want dan zal men eerst