-10- in beperkte mate geld uit te geven voor huisvesting. Geld verdienen staat primair. Wooncomfort komt sterk op de tweede plaats. De meesten zouden ni®t streven naar gezinshereniging. Bij de ouderen is dit nog wel het geval: bij de jongeren zeker niet. Gesteld is nog: Als de voor dit gesprek uitgenodigde, doch niet daaraan deelgenomen hebbende, personen alsnog positief zouden reageren, zouden de conclusies uit deze be spreking nog eens voorgelegd kunnen worden. Eerdervermeld schrijven van 11-1-1979 van de Stichting Buitenlanders West Brabant en de resultaten van de bespreking van 17-1-1979 hebben op 23-1-1979 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders geleid tot het besluit om de brief van 11-1-1979 te betrekken bij de samenstelling van de beoogde commissie welzijn culturele minderheden. Met betrekking tot de werkgroep dient nagegaan te worden of er objecten zijn die te verwerven zijn door de gemeente en te gebruiken zijn voor huisvesting van buitenlanders. Welke prijzen vloeien daar dan uit voort? Inmiddels is een rapportage hieromtrent door het bedrijf gemeentewerken uitgebracht. Deze zal in de vergadering van ons college van aanstaande dinsdag worden behandeld. Ten aanzien van de administratieve werkzaamheden is aan de afdeling bevolking van de secretarie en het bedrijf gemeentewerken opdracht gegeven de verordening op verblijfsgebouwen goed toe te passen en op de naleving ervan scherpere controle uit te oefenen. Antwoord op vraag 3« Het ligt in de bedoeling om voor de vergadering van de Commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken van 26 maart aanstaande een ontwerp gereed te hebben van de verordening voor de instelling van de Commissie welzijn culturele minder heden." Het lid VAN DER GRAAT zegt dat, als hij op dit moment kijkt welke stappen er ondernomen zijn en welke roéultaten daarmede zijn bereikt, hem dan de schrik om het hart slaat, wanneer hij daarbij betrekt het feit dat er een aantal jaren een ontstellende nood aanwezig is bij de buitenlandse werknemers. Hij roept in herinnering dat in oktober 1977 in deze raad geduchtig gediscuteerd is over die nood. In feite heeft de raad nimmer gezegd dat die nood niet werd gezien, al werd een motie van zijn hand destijds afgewezen. De raad kwam terug op die gedachte. Zijn motie zou dus in feite wel uitgevoerd moeten worden, zij het dan door tussenkomst van Kerk en Samenleving. Deze is natuurlijk heel wat be langrijker dan een raadsfractie. Al die tijd - dan denkt hij hierbij aan okto ber 1977 - wordt er door het college gehandeld volgens een taktiek, die hij een stap-bij-stap-taktiek zou willen noemen. Stap bij stap, wat in dit ge val wil zeggen dat,wanneer men nu maar langzaam aan doet, het probleem zich zelf dan wel oplost. Enkele slachtoffers in een tijdsverloop van enkele maan den loopt niet zo snel in de gaten. Zo'n probleem lost zich zelf op. Wanneer men nu vanaf oktober 1977 de nood, die in die tussentijd ontstaan is, gebun deld zou hebben, dan zou de schrik om het hart slaan. Alleen die taktiek van burgemeester en wethouders heeft tot nu toe gewerkt. Die taktiek heeft er tot nu toe voor gezorgd dat het kon blijven sluimeren. Maar dit i?V geen juiste gang van zaken. Het is ook niet juist om een duidelijke wens van de raad te elfder ure met een ongelooflijke snelheid, zoals dat hier gebeurd is, uit te voeren. Dan praat hij sinds oktober 197Ö» Die snelheid is niet alleen veroorzaakt door het college van burgemeester en wethouders, maar ook door de stichting buitenlandse werknemers West-Brabant. Deze stichting had er naar zijn oordeel verstandiger aan gedaan, de mogelijkheid, die werd geboden om althans te starten, met beide handen aan te pakken. Wanneer hij op dit moment kijkt naar het antwoord wat er nu uit de bus is gekomen - hij kijkt dan naar de werkgroep die geformeerd is, die tamelijk ongehinderd door deskundigen eenmaal bij el kaar gekomen is - en wanneer het gevolg daarvan is dat het college eigenlijk het hoofd in de schoot heeft gelegd - dat is de enige conclusie, die men daaruit kan trekken - en dat het college gezegd heeft: dan maar een welzijnscommissie het zal ook wel weer enkele maanden duren voordat deze commissie ingesteld is - dan blijkt het dat men wederom een half jaar heeft verprutst/niet gebruikt om werkelijk te zoeken naar lediging van deze nood. Het gevolg van het een en an der is moeilijk in woorden te vatten. Hij heeft reeds gewezen op de nood, welke

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 96