-9-
Samenstelling werkgroep.
1. Vertegenwoordiger van het gemeentebestuur.
2. Directeur van een bedrijf. 2a. Personeels-chef van een bedrijf.
3. Iemand met bouwkundige kwaliteiten.
4. Vertegenwoordiger van de Stichting Woningbouw St. Bernardus.
5. Een marakkaanse werknemer
6. een turkse werknemer.
Degenen die men wilde benaderen zijn schriftelijk benaderd op 16-11-1978.
Als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur werd de burgemeester aangewezen,
tevens voorzitter van de werkgroep;
in plaats van de in eerste instantie aangezochte heer De Wit (White Products)
is de heer ing. J.J. Stoof van dit bedrijf aangetrokken;
als personeels-chef van een bedrijf stelde de heer C.A. Carton van B.V. Golf-
kartonfabriek Brabantia zich beschikbaar;
de heer J. Zandee, Prof. Mulderslaan 107 werd als de man met bouwkundige kwa
liteiten aangezocht, doch deze heeft de uitnodiging niet aanvaard,
voor de Stichting Woningbouw St. Bernardus heeft de heer Veeke, directeur
van de stichting zitting genomen.
voor de vertegenwoordiging vein de Marokkaanse en de Turkse werknemers hebben
wij ons gewend tot de Stichting Buitenlanders West-Brabant. Deze stichting deelde
ons bij schrijven van 4-12-1978 onder andere mede het instellen van een com
missie ex artikel 61 van de gemeentewet een betere constructie voor een per
manente en structurele benadering van de situatie van de buitenlanders te
vinden. Het komt de stichting als niet juist voor dat in de samen te stellen^
werkgroep niet betrokken worden de instellingen, die zich op vrijwillige basis
(werkgroep kerk en samenleving) dan wel beroepsmatig (stichting buitenlanders)
regelmatig het lot van de buitenlanders aantrekken of een belangrijke rol kun
nen spelen ten aanzien van de integratie van deze achtergestelde groep in de
Oudenbossche samenleving (de instellingen van maatschappelijk werk). Hierop
hebben wij de stichting het volgende medegedeeld.
"In antwoord op uw schrijven d.d. 4 december 1978 berichten wij u dat wij in
het kader van de problematiek met betrekking tot culturele minderheden binnen
onze samenleving het voornemen hebben een algemene commissie welzijn culturele
minderheden in te stellen. Over de samenstelling van een dergelijke commissie
beraden wij ons momenteel. Eveneens is het nog niet mogelijk een termijn aan te
geven waarbinnen een en ander zal zijn gerealiseerd. Vooruitlopend daarop leek
het ons een goede gedachte om aangaande de huisvestingsproblematiek van de
buitenlanders nu reeds te starten met een werkgroep. Het gemeentebestuur geeft
er duidelijk de voorkeur aan om vertegenwoordigers van de buitenlandse werk
nemers van de werkgroep deel uit te laten maken. Wij hebben de indruk dat er
in deze groepering zeker personen zijn, die, ondanks het taalprobleem, in
staat zijn in de werkgroep te functioneren. Indien deze veronderstelling naar
uw mening onjuist is, dan verzoeken wij u ons mede te delen wat volgens u een
goed alternatief is om de belangen van de buitenlanders in de werkgroep te
vertegenwoordigen.
Daarop kwam onder dagtekening van 11-1-1979 een antwoord. Niet werd ingegaan
op ons verzoek om voor de werkzaamheden van de werkgroep vertegenwoordigers
van de Marokkaanse en Turkse werknemers aan te wijzen.
Antwoord op vraag 2.
De eerste bespreking van de werkgroep vond plaats op 17-1-1979° Daaruit werden
de volgende conclusies samengevat:
Nagegaan dient te worden, of los van de economische gebondenheid, alternatieve
huisvestingsmogelijkheden geboden kunnen worden aan degene, die in Oudenbosch
wonen.
Beantwoord dient te worden de vraag: Wordt tijdelijke huisvesting in groter
verband wenselijk geacht (grotere samenwoningen dan met 3^4 personen).
Leidt een en ander, gerealiseerd conform het vorenstaande, dan tot aanvaard
bare huurprijzen 100,125,per maand).
Een dergelijke woninguitbreiding mag geen invloed hebben op de beschikbare
woningbouw (woningcontingent) voor de andere Oudenbosschenaren.
Met betrekking tot de economisch gebondenen blijken de problemen niet zo groot
te zijn. Van de overigen hebben we geen direkt beeld. De buitenlander is bereid