den dat het tekort van de desbetreffende vereniging alsmaar zal toenemen. Hij vond dat een verkeerd uitgangspunt en vindt dat nu nog steeds. Hij zou eerder een voorstel verwachten dat zou inspelen op de problematiek, zoals die zich thans voordoet bij de betreffende vereniging en dan het totaal-subsidie nog een keer aan de orde stellen. Dit leidt tot een groot exploitatietekort en daarvan is hij op dit moment tegenstander. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten, onder aantekening dat het lid Van Hoof tegen dit voorstel is. 36. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet in verband met voorlich ting verkiezingen voor het Europese Parlement/50e wijziging gemeentebegroting 1979. Het lid VAN HOEK zegt akkoord te gaan met het beschikbaarstellen van een krediet voor bedoelde voorlichting. Zij vragen zich echter af wanneer er maatregelen genomen worden om de voorlichting over gemeentelijke zaken van de grond te doen komen. De VOORZITTER antwoordt dat dit een zaak is, die op dit moment niet aan de orde van de vergadering is. Daarover zijn toezeggingen gedaan bij de begrotings behandeling. Uiterlijk in de maand juni zullen hiervoor voorstellen worden gedaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 37° Rondvraag. Het lid DEN BRABER zegt tijdens de begrotingsbehandeling in de afdelingen in november een vraag te hebben gesteld over de bibliotheek. Er was een werkloze, die als tijdspassering pro-deo in de bibliotheek zou gaan werken. Er is toen ge antwoord dat deze vraag doorgespeeld zou worden aan de P.B.C. te Tilburg. Hij vraagt of hierop al antwoord is. De VOORZITTER zegt toe dat de vraag op korte termijn zal worden opgezocht en het antwoord de heer Den Braber zal worden toegezonden. Het lid DEN BRABER zegt dat er in de werkopzet van het welzijnsplan staat dat er in februari die openbare vergadering over het welzijnsplan zal zijn. Hij ziet dat het net 16 februari geworden is en vraagt of er een datum is vast gesteld voor die hoorzitting. Het lid BROUWERS antwoordt dat er overleg is geweest met het P.O.N. over deze hoorzitting. Vanmorgen is dit met de heer Mastenbroek van het P.O.N. afgesproken. Er was, meent hij, 20 maart gepland en dat kon bij de heer Mastenbroek. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat het niet gebruikelijk is om in de raad in te gaan op de nieuwjaarsreden van de burgemeester. In dit geval is de nieuwjaars rede voor een heel belangrijk gedeelte gewijd geweest aan het bestuurlijk gebeuren in de raad en van zo opmerkelijke aard dat dat, dacht hij, vraagt om discussie, om te plannen met elkaar hoe voorkomen kan worden dat men straks met een totaal overwerkt college zit, om van de ambtenaren maar niet te spreken. Hij meent dit serieus. Hij wil het college vragen om daarvoor ruimte te schep pen om die discussie te kunnen voeren, waarbij hij zich kan voorstellen dat dit start in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken. Hij kan zich ook voorstellen dat deze discussie rechtstreeks in de raad wordt gevoerd. Hij heeft vervolgens een vraag aan de fractie van de heer De Haas. Deze heeft aan het begin van de vergadering een verklaring afgelegd. Hij zou daarop gaarne een nadere toelichting hebben, namelijk of dat betekent dat vanaf vandaag er maar één fractie bestaat, waarin de heren aan de ene kant, namelijk Brouwers, Wijnen en Van Elzakker en de heren aan de andere kant, De Haas en Kok, zitting hebben. Dat heeft dan ook zijn verwerking naar commissies en dergelijke, neemt hij aan. De VOORZITTER antwoordt dat, met betrekking tot de tweede vraag, gesteld door de heer Van der Graaf, hij niet hoeft te antwoorden, daar hij hoopt dat daar over de heer De Haas wel duidelijkheid zal brengen. Met betrekking tot de eerste vraag zou hij een beroep op de raad willen doen om niet de nieuwjaars-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 85