-37-
ting 1979 Grondbedrijf en ^5e wijziging gemeentebegroting 1979°
Het lid WIJNEN zegt dat dit voorstel in de commissie voor openbare werken be
handeld is. Toen is er gevraagd wat er op de scheiding van het gedeelte dat
eigendom van de gemeente blijft en het gedeelte dat eigendom van toekomstige
bewoners wordt gaat gebeuren. Het antwoord op deze vraag is men nog verschul
digd. Hij heeft nu ook niet direct een voorstel om een bepaalde beplanting
aan te brengen. Hij heeft het idee dat de beplanting die nu wordt voorgesteld
aan de lage kant is zodat het er op neerkomt dat er een hoge beplanting is
van bomen en verder een lage begroeiing. Het verhullende karakter van de
beplanting wat Huize De Molen momenteel heeft zal grotendeels verdwijnen, ij
denkt hierbij aan een zekere terrassering in de zin dat het verhullende karakter
weer instand gebracht wordt. Mogelijk zou men er rodondendronskunnen planten.
Het lid DU PONT zegt dat men in de commissie vrij uitvoerig stil heeft gestaan
bij de beplanting. Het voordeel was dat de deskundige op het gebied van planten
aanwezig was. De heer Wijnen heeft toen de suggestie gedaan om er een hek om
heen te plaatsen. Hij dacht dat men het er in de commissie over eens was dat dat
niet de oplossing was. Hij vindt het nu moeilijk om op de suggestie van de
heer Wijnen in te gaan, omdat hij op dat gebied niet zo deskundig is. Hij weet
niet of dat mogelijk is. In de commissie, is duidelijk naar voren gekomen dat
gezocht moet worden naar een beplanting die het onder die bomen goed kan doen.
Dat gaat niet met iedere beplanting. Hij dacht dat de heer Klijs van de Plant
soenendienst, die dit voorstel gemaakt heeft, gezocht heeft naar die beplanting
waarvan hij naar alle waarschijnlijkheid kan zeggen dat deze het onder die
bomen goed zal doen. Hij vindt het bezwaarlijk om nu toezeggingen te doen met
betrekking tot een ander soort beplanting waarvan hij niet kan beoordelen
of deze binnen het plan past.
Het lid WIJNEN zegt het voorliggende voorstel niet te willen wijzigen. Zijn
suggestie is bedoeld als een aanvulling op dit plan wat dan betrekking heeft
op- de scheiding, die straks aangebracht wordt, tussen het gedeelte dat eigen
dom van de gemeente blijft en het gedeelte dat eigendom van particulieren wordt.
De VOORZITTER zegt dat deze suggestie in de commissie voor openbare werken
aan de orde zal worden gesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
30. Verzoek van de heer J. van Oosterhout om voorziening tegen het besluit van
burgemeester en wethouders d.d. 9 januari 1979 tot aanhouding van de beslissing
op zijn aanvraag om een bouwvergunning.
Het "lid VAN HOIK zegt dat hij als de bestemming wordt veranderd graag zou
willen weten waarom in eerste instantie dit pand als burgerwoning aangemerkt
werd.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat dit voorstel nogal wat vragen oproept. H13 Kan
zich voorstellen gezien de toelichting die gegeven is dat de oorspronkelijke
bestemming burgerwoning onterecht blijkt. Daartegen heeft hij geen bezwaren. 13
kan zich levendig voorstellen dat er in de totaliteit van een bestemmingsplan
hier en daar iets fout gaat. Het gaat hem echter te ver om op dit moment daaruit
zulke vergaande conclusies te trekken. Er ligt een bele serie bezwaarschrif
ten aan ons voor, zestig stuks. Daarvan wordt er nu éen uitgelicht, waarvan
voorshands wordt aangenomen dat daaraan tegemoetgekomen zal worden.
Daarnaast blijkt dat dan plotseling die uitbreiding, die de heer Van Oosterhout
nodig heeft, niet meer kan wachten tot er op de normale v/ijze beschikt is over
de bezwaarschriften en het totale bestemmingsplan. Hij kan zich nauwelijks
voorstellen dat, ook gelet op de data, de data dus van het ter visie leggen
van het bestemmingsplan, van het indienen van het bouwplan en het tijdstip
waarop het bestemmingsplan "Buitengebied" uiteindelijk zal moeten zijn aange
nomen door de raad en derhalve ook is beschikt op de bezwaarschriften, deze
overhaaste beslissing nu nodig is.
Het lid WIJNEN zegt ook verwonderd te zijn over de bestemming "burgerwoning
temeer omdat er vorig jaar bij het overleg, wat heeft plaatsgehad met de orga
nisaties die betrokken waren bij dit bestemmingsplan, een brief is uitgegaan