-33-
we de offertes, zoals die er liggen, gekregen hebben op basis van de uitgangs
punten die we gepresenteerd hebben. Hij denkt dat zelfs over vijf jaar de
overgang naar het systeem, wat de heer Koning wil, er toch niet door zal zijn.
Dit is een hele persoonlijke taxatie. Hij denkt dat het alsnog meenemen alleen
maar een hele sterke kaart in handen spelen is van degene aan wie de opdracht
wordt verleend, omdat deze daarvoor zijn eigen prijs kan bepalen zonder dat
hij nog een concurrent heeft. Tenzij men zegt: we gaan het helemaal uitstellen.
Maar dan krijgt men toch wel een erg lang opschuiven. Hij denkt dat men er ver
standig aan doet dat niet mee te nemen. Als men dat nu zou doen dan zou dat
ook betekenen dat men dan bij uitbreiding en verbouwing in de toekomst altijd
weer dat systeem moet bijhouden om het op een moment ergens in de toekomst
te kunnen gaan gebruiken. Met betrekking tot de verwerking merkt hij op dat
men van de taxateurs de waarden krijgt en dat hier de deling door 3000 en de
vermenigvuldiging met de door de raad vast te stellen tarieven wordt verwerkt.
De heer Van der Graaf zei, maar dat vindt spreker toch wel erg gechargeerd,
dat vijf gemeenten slechts het oppervlaktetarief toepassen. Het is zo dat er
één gemeente is die niets heeft; die gezegd heeft geen behoefte te hebben aan de
onroerend-goedbelasting. Hij kent een momentopname van een paar jaar geleden
en toen was het zo dat 17$ van de gemeenten, die het hadden ingevoerd, ge
kozen had voor het oppervlaktetariefHoe dat op dit moment is weet hij niet.
Hij denkt dat er daarna eerder relatief meer voor het oppervlaktetarief hebben
gekozen dan minder, omdat de geluiden om over te gaan naar die ene grondslag
eigenlijk al dateren vanuit het voorstel in 1976 van minister De Gaay-Fortman.
Hij denkt dat degenen, die daarna nog hebben moeten besluiten, eieren voor him
geld gekozen hebben en toen ook al de oppervlakte-grondslag hebben gekozen.
De objectiviteit zal hier gemaakt moeten worden door de vijf jaar dat het
moeilijk is. Hij gelooft dat de bezwaarschriften, die er gaan komen en een goede
en correcte behandeling daarvan door beedigde taxateurs, borg moeten staan voor
het feit dat het zo rechtvaardig mogelijk zal gebeuren. Met betrekking tot de
grondslag voor de toekomst merkt hij op dat er inmiddels voor het afgelopen jaar
voor de komende periode een nieuwe verordening is vastgesteld. Daarin is ook
de grondslag economische waarde opgenomen. Dat laat onverlet dat best eens
een paar voorbeelden getrokken kunnen worden, als men straks die taxaties heeft,
om te kijken waartoe dat gaat leiden. De vraag is alleen of er niet erg veel
voorbeelden genomen moeten worden, omdat men straks de keuze moet gaan doen
van de toekenning van de vermenigvuldigingsfactoren. Dan krijgt men natuurlijk
toch dat men hier de politieke keuze gaat doen van het ergens een hogere ver
menigvuldigingsfactor geven dan op andere plaatsen. Het is dan, denkt hiji
moeilijk om dat te doen zonder dat men daarover weer een heel principiële
discussie heeft, maar dan over de totaliteit. Hij denkt dat men dan toch eerst
over het systeem zal moeten praten. Dan moet men aan de hand van het systeem
kiezen voor een aantal voorbeelden, waarvan men zegt: dat wordt belast met
vermenigvuldigingsfactor zus en dat met vermenigvuldigingsfactor zo. Hij denkt
dat men daar moeilijk uit kan gaan van pure ambtelijke of pure technische ad
viezen. Dan doet men een duidelijke politieke keuze. Hij stelt voor dat men de
problemen eens inventariseert voor een dergelijke vergelijking en dat daar
over in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken eens van gedachten
wordt gewisseld.
Het lid VAN DER GRAAF zegt wel degelijk een slag om zijn arm te hebben gehouden
bij die vijf gemeenten. Als hij iets zeker weet dan zegt hij dat en anders zegt
hij erbij: "ik dacht", of wat dan ook. Hij constateert" in ieder geval dat dat
er nu dan 95 zijni als Hij dit snel heeft uitgerekend; die 17$° Op zichzelf is
dit eigenlijk nog wel interessant ook, die mededeling, die de voorzitter daar-^
over verstrekt, want het betekent dat er toch wat meer mogelijkheden zijn om zich
ervan te vergewissen hoe dat in andere gemeenten werkt. Of men daar tevreden
over is en hoe daar inderdaad die tarieven zijn vastgesteld en dan niet in
absolute zin, maar in verhouding tot elkaar. Dat zijn natuurlijk dingen, die
erg goed meegenomen kunnen worden, wanneer men die betrekt in een discussie
of nu wel het een dan wel het ander start over vijf jaar.Want daarmee werkt hij
op dit moment. Hij vindt niet dat men die discussie uit de weg moet gaan, want
hij is ervan overtuigd dat men op dit moment niet goed de verschillen kent.