-29- tweede offerte wordt genoemd, betreffende een electrische toevoerleiding. Hij vraagt uit het voorstel te moeten begrijpen of deze niet nodig is of voor reke ning komt van de mensen zelf» De VOORZITTER zegt dat het het laatste is. Het is niet subsidiabel. Het college kan er niet doorheen kijken of misschien bij het onderzoek wat door het' departement gedaan is een suggestie aangedragen is, waarbij het ook niet meer nodig was. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij op dit punt zijn huiswerk niet helemaal goed gedaan heeft. Hij had nog iets willen nazien wat hij niet gedaan heeft. Hij gaat het nu aan het college vragen. De hele situatie, zoals die nu voor ons ligt, is in feite wat onoverzichtelijk. Betrokkene zal een bedrag moeten le nen. De rente en aflossing daarvanwordeh door de gemeente gegarandeerd. De gemeente ontvangt een jaarlijkse annuïteit van het ministerie. Daarmede is in feite de klok rond. Nu is zijn vraag of het nu niet mogelijk is om dit te doen zoals het gebeurt bij monumentenzorg. Met andere woorden dat bedrag zonder meer ter beschikking te stellen waarbij de gemeente jaarlijks de annuïteit ontvangt. Daarmede zit men met een veel eenvoudigere en soepelere regeling dan dat hier wordt voorgesteld. Het lid WIJNEN zegt geen moeite te hebben met dit voorstel. Hij dacht dat het wel van belang was om meer bekendheid te geven aan deze regelingen om mensen, die van die regeling gebruik wensen te maken, behulpzaam te zijn. De VOORZITTER zegt hèt met de heer Van der Graaf eens te zijn dat het admini stratief gezien een wangedrog is wat hier aan activiteiten gedaan moet worden om de hele zaak rond te krijgen. Hij vergat in feite die cessie. Deze zit er in feite ook nog in. Het was veel prettiger als de oplossing mogelijk was, die de heer Van der Graaf suggereert. In artikel 10 van de regeling staat dat de jaarlijkse bijdrage kan vervallen. Als dit het geval is binnen de periode van 20 jaren dan blijft er een lening op naam van diegene, die het bedrag geleend heeft. Dan ontvalt alleen die cessie maar dan blijft nog wel de borgtocht van de kant van de gemeente. Men moet dan maar hopen dat degene, die het geld heeft, in staat is om het zelf af te lossen. Er zijn drie mogelijkheden, waarbij de jaarlijkse bijdrage vervalt. Met betrekking tot het geven van die bekendheid denkt hij dat de bonden het wel zullen weten. Misschien is het goed om de plaatselijke afdelingen op deze regeling te attenderen. In de wor dingsgeschiedenis van deze zaak heeft men kunnen zien dat het het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds doet en het uitvoeringsorgaan van de W.A.O. Hij zegt graag toe dat het college de plaatselijke afdelingen van de invaliden- bond over het bestaan van deze regeling zal informeren. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 20. Voorstel tot beschikbaarstelling van een subsidie in de kosten van de restauratie van het orgel in de Nederlands Hervormde Kerk/38e wijziging gemeentebegroting 1979° Het lid KOP JANSEN zegt akkoord te kunnen gaan met dit voorstel. Hij is er zelfs blij mee als blijk van de waardering voor de inzet en werk van de Neder landse Hervormde gemeente. Het lid VAN DER GRAAF zegt uit het voorstel begrepen te hebben dat het de be doeling is om het eerste jaar de annuïteit - wat in feite enigszins moeilijk zit omdat de rijksoverheid de annuïteit pas een jaar later uitbetaald - te omzeilen door deze zaak te laten drukken op de begroting 1978. De VOORZITTER zegt dat de heer Van der Graaf dat dan niet goed begrepen heeft. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat er dan in de laatste alinea iets fout staat. In het preadvies staat: "Wij stellen u voor aan de Kerkvoogdij van de Her vormde Gemeente een subsidie beschikbaar te stellen door vaststelling van bij gaande ontwerp-besluiten, waaronder dat tot 38e wijziging van de gemeentebe groting 1978". Als dit 1979 moet zijn dan denkt hij dat dit voorstel niet in overeenstemming is met het advies wat de commissie voor algemene en bestuur lijke zaken gegeven heeft. In deze commissie is gezegd omdat het Hervormd Kerkbestuur een redelijk bedrag uit eigen middelen bij elkaar gebracht heeft dat het juister zou zijn om de eerste annuïteit van het totale bedrag wat uit

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 70