13.1. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 50 van de Kleuter- onderwi.lswet en het beschikbaarstellen van het benodigde krediet voor de aan schaf van een daglicht-dia-pro.iector met toebehoren, alsmede een typemachine ten behoeve van de kleuterschool '"t Vlindertje". Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. 13.2. Voorstel tot verhoging van het krediet voor de aanschaffing van meubilair ten behoeve van de hoofdenkamer van de Isaac da Costaschool/31e wijziging gemeentebegroting 1979° Het lid DEN BRABER merkt op dat zijn fractie tegen deze kredietverhoging is. Opnieuw wordt de raad voor voldongen feiten geplaatst, met de rug tegen de muur. Hij mag herinneren aan de augustus-vergadering, waarin men met eenzelfde zaak werd geconfronteerd ten aanzien van de Isaac da Costaschool. Zijn fractie wenst dat het gemeentebestuur de bevolking zorgvuldig behandeld en wenst eenzelfde zorgvuldige behandeling vanuit de bevolking. Daarom is zijn fractie tegen. De VOORZITTER antwoordt dat de verbouwing van de Isaac da Costaschool wat meer tijd heeft gekost dan het bestuur van de Isaac da Costaschool, in zijn vroe- gere samenstelling, kan hebben vermoed. Als men dan daardoor op een aanzienlijk later tijdstip aanschaffingen gaat doen dan wordt men met prijsverhogingen geconfronteerd. Als men erg stringent zou doorzetten wat de heer Den Braber bepleit Hqp zou dat betekenen dat het schoolbestuur ter voorkoming van prijs verhogingen op het moment dat het eigenlijk achteraf beschouwd die zaak beter niet kunnen aankopen, dit toch maar moet doen en dan maar moet zien hoe men door die verbouwingsfase heen komt.Hij dacht dat de wijze waarop het schoolbestuur de zaak heeft aangepakt eigenlijk best te begrijpen is en dat,gezien het feit dat het niet om buitensporige verhogingen gaat, maar om verhogingen, die heel redelijk passen in het kader van het verloop van de tijd en aan de andere kant van het feit dat een bepaald product niet meer te bestellen was, toch eigenlijkniet de betrekkelijk negatieve kritiek verdienen die de heer Den Braber hier tegen over stelt. Het lid DEN BRABER merkt op dat de voorzitter zelf al geconstateerd heelt dat men niet alleen te maken heeft met prijsverhogingen. Dat bepaald bureau was niet leverbaar. Blijkens de stukken is er een ander bureau besteld op 3 oktober. Hij kan zich toch wel voorstellen dat tussen 18 augustus 1977 en 3 oktober 1978 er een briefje komt van de Isaac da Costaschool van: mensen het gaat niet, we moeten iets anders hebben. Mogen we dat andere aanschaffen? Dan zegt de raad zonder meer ja, meestal. De zaken weg laten zetten en dan een briefje naar de raad met het verzoek om maar te betalen, daar doet zijn fractie niet aan mee. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening dat de leden Van Eijkeren, Van der Graaf en Den Braber tegen dit voorstel zijn. -]k. Voorstel tot 32e wijziging van de gemeentebegroting 1979 in verband met intrekking van de extra bijdrage ad 3,per deelneemster aan het onderzoek op baarmoederhalskanker. Het lid VAN HOOF merkt op dat het voorstel tot een bijdrage van ƒ5»— per deelneemster uit de gemeente werd gedaan om de financiële lasten geen beletsel te laten zijn voor deelname aan het onderzoek. In welke mate de bijdrage van^ onze gemeente bepalend is geweest voor het deelnemerspercentage van 79% is niet te bepalen. Wat daarom de motieven zijn van het college om de bijdrage van 5,nu te laten vervallen is voor hem niet duidelijk. Vaststaat dat men met bijdrage een opkomst heeft van 79%. Zonder bijdrage zet hij er een vraagteken bij. Dat is zowel voor het college als voor hem een onbekend gegeven. Hij vraagt zich af waarom men tussentijds wijzigingen moet aanbrengen in het systeem wat gekozen is en wat, naar zijn mening, voor iedereen zou moeten gelden, die gebruik gaat maken van het onderzoek. Uitgangspunt was dat de financiële lasten niet het struikelblok mochten zijn. Dit was indertijd de unanieme mening van e

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 66