De VOORZITTER antwoordt dat het verzoek in de subsidiecommissie aan de orde is
geweest en in deze commissie is unaniem gezegd dat de wijze, waarop met name
het N.K.V. hier een aantal kosten van het N.K.V. toeschuift naar de Sociale
School, eigenlijk toch niet past in een verantwoord subsidiëren van plaatse
lijke activiteiten. En met betrekking tot die centrale begeleiding en admini
stratiekosten én met betrekking tot de plaatselijke begeleidingskosten vindt
er een niet onaanzienlijke verhoging plaats, waarop geen enkele invloed uit
te oefenen is en die er alleen op neerkomt dat straks via de subsidiering,
als men althans de vraag volledig beantwoordt en inderdaad dat negatieve saldo
wat hier geconstrueerd is als subsidie zou willen verstrekken, dat men dan^
alleen maar bezig is met het subsidiëren van het N.K.V. De subsidiecommissie
heeft aan het college van burgemeester en wethouders geadviseerd dat in ieder
geval niet te doen en alleen, om nog niet vooruit te lopen op een sociaal-
cultureel plan, het bedrag, zoals dit in het verleden werd gegeven, bij te
stellen vanuit het jaar waarin dat bedrag is vastgesteld. Dan komt men op on
geveer een verdubbeling. Gemakshalve heeft het college gezegd: op een verdubbe
ling. Het voorstel van de subsidiecommissie heeft het college overgenomen.
Het lid VAN HOOF merkt op dat de voorzitter bepaalde inlichtingen heeft ver
strekt, welke hij niet terugvindt in het preadvies. Als het college en ook
de subsidiecommissie vinden dat de begroting als zodanig overgelegd niet reeel
zou zijn omdat daar kosten, die van N.K.V.-zijde opgevoerd zouden zijn, daarop
voorkomen, dan vindt hij dat dit ook als zodanig in het preadvies naar voren
had moeten komen. Hij vindt het hinken op twee gedachten. Als men in de sub
sidieverordening het element vorming een zodanig zwaar karakter geeft dat men
zegt: dat is eigenlijk één van de hoofdmotieven om te subsidiëren, wanneer er
dan een verzoek komt, v/aar het uitsluitend gaat om vorming, dan vindt hij dat
men reëel moet zijn en zeggen dat, als de voorgelegde exploitatierekening
juist is, men dan gewoon daarnaar moet subsidiëren. Nu gaan we er van uit dat
we de subsidie, die in het verleden gegeven is, voordat de subsidieverordening
er was, maar gaan aanpassen, gaan indexeren, en dat we straks wel bij het cul
tureel plan zien of we dit op de een of andere manier kunnen inpassen. Dit
vindt hij hinken op twee gedachten. Men doet iets volgens een bepaald stramien
of men doet dat niet.
De VOORZITTER antwoordt dat de subsidieverordening geen betrekking heeft op de
activiteiten van de Sociale School. Als zodanig kan men hooguit een parallel
trekken met de wijze waarop van plaatselijke verenigingen de vormingsactivitei
ten worden gesubsidieerd. Hij gelooft dat dat gewoon eigenlijk niet opgaat
omdat de vormingsactiviteiten binnen plaatselijke verenigingen toch weer iets
anders zijn dan de activiteiten van de Gewestelijke Sociale School. De Ge
westelijke Sociale School zal wel straks in het sociaal-cultureel plan passen.
Dan zal er zeker de mogelijkheid zijn om opnieuw te bezien of men bij de ver
deling van de middelen een groter bedrag aan de Gewestelijke Sociale School
wil geven. De subsidiecommissie heeft gezegd dat men daarop niet vooruit moest
lopen en dat men zich niet moest laten beïnvloeden door de wijze waarop de
Sociale School een aantal kosten van het landelijke N.K.V. toeschuift naar die
vorming en laat men de zaak alleen maar bekijken vanuit het bedrag dat in het
verleden is vastgesteld en op dit moment geen nieuwe basis gaan zoeken om te
gaan subsidiëren. Het voorstel van het college is daarom om, conform het advies
van de commissie ad hoe, de in het preadvies genoemde ^400,en 30» voor
te stellen.
Het lid VAN HOOF zegt tegen dit voorstel te zijn, mede in het licht van het feit
dat volgend jaar het subsidie aan het N.K.V. wordt afgenomen. Hij vindt daar
het N.K.V. bepaalde middelen, die anders voor vormende activiteiten doorgeschoven
konden worden naar de Sociale School, kwijt gaat raken, dan van de andere kant
het vormende karakter, wat dan duidelijk toch blijft bij die Gewestelijk Sociale
School, dan toch volledig gesubsidiëerd moet worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening
dat het lid Van Hoof tegen dit voorstel is.
7. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van het betege-
len van het kleedgebouw op het sportpark Albano/23e wijziging gemeentebegro
ting ^79.