-le vari de ene naar de andere post, waarbij alleen maar van belang is of het inder daad onderwijskosten zijn. De interpretatieproblemen zijn ook aan de orde ge komen. De heer Den Braber heeft hierop gewezen. Er is een duidelijk interpre tatieverschil met betrekking tot de drukwerkkosten, want daaruit moet afgeleid v/orden het verschil wat er is tussen die 1500»en f 300»Hij denkt dat men voor het opbouwen van een goed beeld en het krijgen van inzicht in de financiële afwikkeling van die exploitatie een aantal jaren nodig zal hebben en dat men niet met de gegevens van één jaar zal komen tot een oordeel en een goed beeld van wat er voor dat bedrag per leerling exact nodig is. Het is niet een zo exact bedrag. Al is het een bedrag, wat dan misschien een grote mate van nauwkeurigheid suggereert, doordat het geen afgerond bedrag is, maar zo maar een willekeurige gulden - in dit geval een 3 - °P het eind heeft. Het is duide lijk het bedrag waarbij men de indruk heeft dat het schoolbestuur het doen en laten van de school goed kan laten functioneren, terwijl het royaal past binnen de limiet, zoals die door de inspecteur wordt aangedragen. Er zijn van school tot school zoveel verschillen dat men eigenlijk met dat ene bedrag per leer ling als het allemaal verschillende schoolbesturen zouden zijn nog veel moei lijker zou komen te zitten. Het feit dat men hier maar met twee schoolbesturen te maken heeft maakt het mogelijk om tot een bedrag te komen wat, gemiddeld genomen, goed bruikbaar is. Dat dit dan ook leidt tot het feit dat het een betrekkelijk gestandaardiseerde toelichting is, is natuurlijk wel een, voor de verduidelijking van het geheel, jammere omstandigheid. Hij denkt dat daar wel onmiddellijk mee samenhangt het feit dat het gemiddelde van het totaal ook bruikbaar is voor ieder van die scholen. Hij hoopt graag met de heren Van Hoof en Den Braber dat dit een opbouwen is van gegevens die het mogelijk maken om in de toekomst wel te zeggen van: nou hier wordt een post opgevoerd, die gewoon niet reëel is of die, zoals die hier wordt opgevoerd, toch eigenlijk niet in zijn volle omvang nodig is, met die post houden we geen rekening. Als dat dan met kleine posten is dan is het effect natuurlijk op het totaal nog buitengewoon gering. Als dat echter een tendens is die dan in de totale begro ting zit dan gelooft hij dat men tot een echte zinvolle discussie kan komen en dat men naar aanleiding van de toelichting die men krijgt ook duidelijk redenen krijgt om een critisch gesprek met de schoolbesturen voort te zetten. Daartoe heeft men op dit moment, naar de mening van het college, te weinig handvaten om dat te doen. Het lid VAN HOOF zegt hieraan nog een ding te willen toevoegen, namelijk dat het in genen dele van zijn kant er op mag lijken dat er een bepaald wantrouwen zou zijn naar de schoolbesturen toe. Hij vindt echter wel dat door op deze ma nier de gelden ter beschikking te stellen er vragen opgeroepen worden. Waarom niet met een eerlijke rekening gekomen Wat let het de mensen als ze het alle maal goed doen, laat het dan iedereen zien. Dan kan men zich er ook over uit spreken. Het zo krakkemikkerig verstrekken van gegevens roept mogelijk vragen op. Misschien gewoon ten onrechte. Hij wilde dit nog even aan deze kwestie toevoegen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat naar de mening van zijn fractie, het college van burgemeester en wethouders de raad dient af te schermen van dit soort onvruchtbare situaties. Onvruchtbaar, omdat de raad geen rechtstreeks^gesprek heeft met de schoolbesturen en daardoor niet in de gelegenheid is om a la minute en onmiddellijk aan te geven waar het schort en waar het dus zou moeten verbeteren. Hij richt zijn kritiek in deze alleen en uitsluitend richting burge meester en wethouders. Burgemeester en wethouders hebben te zorgen dat, wanneer de raad daarom vraagt - en dat is gevraagd; dat is een aantal jaren gevraagd - die cijfers op tafel komen. Niet door eigenmachtig te zeggen, omdat de raad rekeningen wenst in te zien, twee rekeningen per jaar wel voldoende te vinden.En dan nog niet de rekeningen zelf maar wat ambtelijk gecijfer uit die rekeningen. Hij schaart zich wat dat betreft aan de kant van de heer Van Hoof. Waarom lig gen die rekeningen niet ter inzage Is dat een probleem En ook: waarom lig gen ze alle vijf niet ter inzage De ambtelijke toelichting, waarover ook de heer Van Hoof al sprak, wordt niet nader gecorrigeerd door het college van burgemeester en wethouders en de raad mag dit dus beschouwen als een stuk, dat door burgemeester en wethouders gedragen wordt. Dat stuk heeft eigenlijk het zelfde karakter als de woorden van de voorzitter zoeven, namelijk dat het alle-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 55