-6- dacht. De voorzitter zegt het geen argument te vinden dat het dossier zo dik was. Spreker denkt dat de voorzitter en de rest van de raad er nauwelijks behoef te aan hebben om op dit moment dit dossier inhoudelijk te gaan bespreken. Spreker wil dit best doen, want hij is voorbereid. Hij vindt alleen dat dat een frustratie is van het raadsgebeuren op dit moment. De VOORZITTER dacht dat dit een zaak was die eigenlijk zonder nadere bespreking afgehandeld zou kunnen worden. Er is een heel pakket brieven van de heer Korpel, van de heer Schoonbrood, van hun beide advocaten aan de orde geweest in de raads vergadering van september. Ook in de raadsvergadering van oktober is er over die zaak in de raad nog gesproken. De wijze van totstandkoming van die bouwver gunning is nu juist de zaak waarom het gaat. Het optreden van bouw- en woning toezicht, die nadere voorwaarden waarop de brief zich richt maken een onderdeel uit van die bouwvergunning, en het optreden van burgemeester en wethouders, in het kader van het verlenen van de bouwvergunning, zijn juist onderwerp van het onderzoek van de administratieve rechter in deze. Hij denkt dat men altijd in de wielen rijdt van de Raad van State als men zich daarmee gaat bemoeien. Als de heer Van der Graaf zegt dat het in zijn algemeenheid aanbeveling verdient om aan de hand van dit dossier te kijken of het college van burgemeester en wethouders voor zijn eigen handelen dan wel voor het handelen van bouw- en woningtoezicht nog eens onderhouden moet worden dan zegt hij dat op zich niets hiertegen verzet. Daarvoor hoeft deun de brief van de heer Korpel verder niet meer onbeantwoord te blijven. Het lid VAN DER GRAAF zegt het in deze niet met de voorzitter eens te zijn. Hij denkt dat, als men uitgaat van zijn: uitgangspunt, in ieder geval dat aan de hand van dit dossier een nadere bespreking en een nadere bestudering nodig is, er zich dan niets tegen verzet om de beantwoording van die brief na te laten tot dat bedoeld onderzoek is verricht. De VOORZITTER brengt het voorstel van de heer Van der Graaf in stemming. De loting wijst aan dat het lid Du Pont (nr. 10 van de presentielijst) als eerste stemt. Tegen het voorstel van de heer Van der Graaf stemmen de ledenDu Pont, Mol, Kop Jansen, Van Hoek, De Haas, Kok, Van Hoof, Van Elzakker, Wijnen en Brouwers. Vóór het voorstel stemmen de leden: Van Eijkeren, Van der Graaf en Den Braber. Het voorstel van de heer Van der Graaf is derhalve met 3 stemmen 1topr.. en 10 stemmen tegen verworpen. Het lid KOK zegt naar aanleiding van punt 5 der ingekomen stukken een opmerking te willen maken. Het betreft hier het rapport van de territoriale werkgroep binnenlands bestuur, uitgebracht aan de minister van Binnenlandse Zaken en aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant over de behoefte aan en/of de noodzaak tót herziening van de begrenzing van de provincie Noord-Brabant. De fractie van het samenwerkingsverband staat in deze volledig achter de visie van de werkgroep. Het lid WIJNEN zegt kennis te hebben genomen dat onder andere op 16 maart de behandeling van de voorstellen in provinciale staten zal plaatsvinden en dat ter voorbereiding daarvan op 22 februari een vergadering van de voorbereidings commissie wordt gehouden. Op grond van geruchten: moet Brabant éen blijven dan wel verdeeld worden, dacht zijn fractie dat het goed was zich in dit tijdsbestek in deze raad een mening te vormen over deze zaak. Omdat het reeds kort dag is voor de vergadering van 16 maart, dacht hij dat het goed was de raad een motie voor te leggen, waarvan hij dacht dat het het beste was de motie aan de voor zitter te overhandigen, opdat de raad daarvan kennis kan nemen. De VOORZITTER leest deze motie voor, welke alsvolgt luidt: "De gemeenteraad van Oudenbosch, in vergadering bijeen op 15 februari 1979; kennis genomen hebbende: - van het voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken tot reorganisatie van het binnenlands bestuur, waarbij onder meer wordt beoogd de huidige provincie Noord-Brabant in drie provincies op te delen; - van het advies van de Territoriale werkgroep reorganisatie binnenlands stuur, welk advies geen bestuurlijke voordelen omtrent de voorgestelde deling bevat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 47