-5- gaan, maar hij zou de raad willen voorstellen zich eerst eens wat meer te bera4 den over de inhoud van dat dossier, wat door het bestek van de normale stapel stukken die men voor zich krijgt, nauwelijks mogelijk is geweest. Hij zou eigen lijk het liefste zien dat dat gebeurde door een kleine commissie uit de raad, die de raad daarna van advies dient, omdat dit zich ook nauwelijks leent om dit met de voltallige raad te bekijken. Het lid WIJNEN zegt dat hem, naar aanleiding van het schrijven van de heer Korpel en de beantwoording, is opgevallen dat tot nog toe de heer Korpel de normale rechtswegen, die voor deze kwestie gelden, al voor een groot gedeelte bewandeld heeft en uitgewandeld is. Als de heer Korpel nu nog meer correspon dentie en aandacht krijgt dan heeft spreker de indruk dat de heer Korpel dit geval op een heel ander terrein gaat betrekken; dat de heer Korpel min of meer een buitengewone behandeling gaat verwachten, terwijl deze zaak helemaal de rechtsgang gevolgd heeft, die dit tot nu toe gehad heeft. Hij is er niet voor om deze zaak een speciale behandelingswijze te geven en deze ontwerp-brief toch te doen uitgaan, daar anders iedereen wel een dergelijke procedure op gang kan brengen. Dit zou dan een geweldige belasting zijn, zowel voor de raad als voor het ambtenarencorps. De VOORZITTER zegt dat binnen het college ook is stilgestaan bij deze brief enoekbij de brief van de heer Rockx.Sprekers reactie was,toen hij deze agenda al kende,dat men 'er eigenlijk rekening mee moet houden dat men in december twaalf keer zesen dertig agendapunten heeft, want iedereen kan dan tot in het oneindige doorgaan met zaken opnieuw aan de orde te stellen. Als de heer Van der Graaf zegt dat het zo een dik dossier is en het zoveel is om te bekijken in het kader van de voorbereiding van deze raadsvergadering, dan wil hij dat niet ontkennen. Het is inderdaad een flink stuk leeswerk er weer bij. Het feit dat het veel leeswerk is is aan de andere kant een slecht argument om te zeggen dat we het dan maar voor ons uitschuiven. Het is inderdaad een zaak, dit wil hij graag beamen, voor wat betreft de woorden van de heer Wijnen, die, met betrekking tot de privaatrechtelijke kanten, zijn gang gegaan is. De heer Korpel heeft, en dat zal voor deze wel teleurstellend zijn, de procedure, die hij wat dat betreft heeft aangespannen, goeddeels verloren. Er loopt nog een andere procedure en die heeft betrekking op de relatie tussen de heer Korpel als belanghebbende bij een scheidingsmuur en de gemeente. Die procedure is ook onder de rechter, zij het de administratieve rechter. Hij gelooft inderdaad dat het eigenlijk niet juist is om een zaak, die zich nu daar bevindt, nu hier met het voorstel van de heer Van der Graaf opnieuw in behandeling te gaan nemen. Hij wil eigen lijk toch we1 het voorstel van de heer Wijnen, namens het college, onderstrepen. Het lid VAN DER GRAAF zegt te vrezen dat in dat geval toch niet helemaal wordt begrepen waarop hij doelde toen hij stelde dat 'er' vraagtekens waren naar aan leiding van het handelen van bouw- en woningtoezicht, van het handelen van burgemeester en wethouders en van het handelen van de heer Korpel, om maar drie componenten in dit spel te noemen. Dat heeft een heel ander aspect. Dat heeft namelijk het aspect van de controle op het bestuurlijk handelen en op de zorgvuldigheid van handelen jegens de burger, als het gaat over burgemees ter en wethouders. Ook de zorgvuldigheid, die men van de burger mag verwachten richting gemeente. Dan praat hij over de heer Korpel. Hij heeft dus een heel andere intentie met het nader willen onderzoeken van deze hele kwestie. Zijn intentie richt zich in ieder geval niet daarop om te gaan proberen op dit moment de uitspraak van de Raad van State voor te zijn.Zijn intentie richt zich er niet op om de uitspraak van de rechter over te gaan doen. Daar heeft hij allemaal vrede mee. Het gaat hem heel duidelijk om, en dat moet iedere lezer van dit dossier er, naar zijn mening, uithalen, het feit dat er een aantal handelingen is verricht, waarvan men op zijn zachtst kan zeggen dat dit nogal vreemd overkomt. Daarop richt zich zijn aandacht. Hij wordt nauwelijks geinfor- meerd door de mededeling dat de rechtsgang gevolgd is. De rechtsgang hier binnen dit gemeentebestuur is niet gevolgd. Dat is de raad namelijk. De raad heeft te beoordelen of, wanneer er een stuk onmin klaarblijkelijk aanwezig is tussen een burger van de gemeente Oudenbosch en het college van burgemeester en wethouders, die zaken op zorgvuldige wijze zijn afgewikkeld. Daarop richt zich zijn aan-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 46