-k-
v;egvaltSprekers stelling is, dat bij zijn weten, maar hij heeft dit niet
exact gecontroleerd, dit wel onder de bestemmingsplanbepalingen valt.
De VOORZITTER zegt toe dat bij het concipiëren van het antwoord naar aanlei
ding van deze aan de raad gerichte brief nagegaan zal worden of dit inderdaad
het geval is. Zo ja, dan wordt dat bij de beantwoording betrokken.
Het lid KOK zegt een opmerking te hebben naar aanleiding van het vermelde
onder punt 6, betreffende het schrijven van de Staatssecretaris van Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 19-1-1979» betreffende overdracht
van woningwetwoningen aan de bewoners. In dit schrijven wordt verzocht om
een gemeentelijke beleidsnota voor de verkoop van woningwetwoningen, een
opstelling, welke gemotiveerd is en inhoud heeft. De vraag van het samenweri»
kingsverband aan de collega—raadsleden is of deze dit ook willen aannemen.
De VOORZITTER zegt dat dit geen kwestie van willen, maar een kwestie van
moeten is. Er staat alleen nog geen termijn in. Er staat in de brief dat men,
rekeninghoudend met een aantal omstandigheden zal moeten komen met een plan.
Het gemeentebestuur heeft ook de intentie daarmee te komen.
Het lid VAN EIJKEREN merkt op dat er bij zijn weten in bedoeld schrijven
wel een termijn genoemd wordt,namelijk zes maanden na dagtekening van het
schrijven, zodat 19 juli bedoeld plan al door de raad moet zijn behandeld. Naar
aanleiding daarvan had hij willen vragen wanneer het college denkt met bedoelde
nota te komen.
De VOORZITTER zegt als hij daar een antwoord op geeft dit dan een antwoord is
dat geheel voor eigen rekening is. Hij zegt dan de veiligste weg te kiezen
en zeggen in de raadsvergadering uiterlijk van juni.
Het lid VAN EIJKEREN zegt dat de vergadering van mei hem iets veiliger lijkt,
ingeval er eventueel wijzigingen aangebracht moeten worden.
De VOORZITTER zegt dat dit een materie is waar lang bij stil is gestaan. In de
vorige samenstelling van de raad heeft men een aantal malen met dit probleem
te doen gehad. Het college zal proberen zijn gedachten als voorzet voor de
raadsdiscussie op een zo kort mogelijke termijn eens op papier te zetten en dan
in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken in eerste instantie aan
de orde te stellen.
Het lid VAN HOOF merkt op dat over deze materie al meerdere malen is gesproken.
Het is naar zijn mening een goede gedachte van de staatssecretaris om de even
tuele verkoop vain woningwetwoningen in ieder geval planmatig te laten geschie
den zodat het effect van uitverkoop voorkomen wordt. Anderzijds zal de hoop,
die nog steeds aanwezig is bij een groot aantal huurders van woningwetwoningen
in de gemeente, nu wellicht, ook in Oudenbosch, bewaarheid kunnen worden.
Uit de cijfers van het woningmarktonderzoek blijkt namelijk overduidelijk dat
het aantal huurwoningen in de gemeente in vergelijking met andere regio's aan
de zeer hoge kant is«Hij hoopt dan ook dat de beleidsnota "Verkoop woningwet
woningen", welke de raad binnen nu en een termijn van korter dan vijf maanden
zal vaststellen, de mogelijkheid tot verkoop van woningwetwoningen, zij het
gestructureerd, weer mogelijk zal maken.
De VOORZITTER merkt op dat men nu eigenlijk al bezig is met de discussie over
het stuk zelf. Hij zegt graag toe dat burgemeester en wethouders op een zo
kort mogelijke termijn deze zaak ten principale aan de orde zullen stellen
in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken.
Het lid VAN DER GRAAF zegt, om de puntjes op de i te zetten, aan te mogen nemen
dat het voorstel, zoals dit nu geformuleerd is, namelijk: voor kennisgeving
aannemen, wordt ingetrokken en dat dat nu wordt: in handen stellen van burge
meester en wethouders ter voorbereiding. Voorts heeft hij een opmerking aan
gaande punt 21, betreffende de brief van de heer Korpel, met verdere corres
pondentie, met betrekking tot een scheidingsmuur. Hierbij is zijn fractie op
gevallen dat er sprake is van een dossier met nogal wat vraagtekens. Vraagte
kens in de richting van de afhandeling zoals deze is geschied door bouw- en
woningtoezicht, het college van burgemeester en wethouders en wellicht ook door
de heer Korpel zelf. Dat noopt hem te vragen de ontwerp-brief niet uit te doen
p