-33- verkrijgen. S.O.J.O. wil samen met anderen iets opbouwen. Als S.O.J.O. een be paald beleid uitstippelt en als dat beleid past in het jeugdbeleid wat door het gemeentebestuur uitgezet wordt dan is het toch mogelijk op het tekort te subsi diëren. Hij vindt dat een hele normale zaak. Met de beperkingen, een bepaald maximum zoals deze in het preadvies naar voren komen, is er voor S.O.J.O. aan het beleid als zodanig heel weinig te doen. Er is gezegd dat men voor andere activiteiten subsidieverzoeken kan indienen. Dan stelt hij dat de gemeente de zelfde controlemaatregelen zou moeten stellen. De gemeente mag niet subsidiëren zonder dat zij op enigerlei wijze inzicht heeft over de middelen, die beschik baar worden gesteld. Dat zal aan de kant van S.O.J.O. geen problemen opleveren. Zij zijn naar zijn mening meer uit op een dialoog met de gemeente dan op het veroorzaken van een bepaalde tegenstelling. Hij gelooft dat men vanuit de dia loog tot resultaten kan komen. Hij ziet hiervoor niet als basis het toch proberen in te passen in de bestaande verordening, waarin de structuur van de verenigingen die daarin ondergebracht zijn duidelijk verschilt van S.O.J.O. Hij vindt dat S.O.J.O. een aparte plaats inneemt. Deze moet in het jeugdbeleid ingepast worden. Van daaruit moeten wij als gemeente S.O.J.O. tegemoet treden. Dan zien vrij viel v/at de resultaten zijn en welke bedragen eruit komen rollen. Het lid RENNINGS zegt de overwegingen niet te kunnen volgen. Hij is ook nog niet overtuigd van het advies van de subsidiecommissie. Hij zou op z'n minst een ana lyse van dat liquiditeitsoverzicht willen zien, want dat is dan een maatstaf om te zeggen: dat is dan geen exploitatieoverzicht maar het is zodanig ge analyseerd dat de exploitatie sluitend zou zijn. Hij vindt dat bovendien in zoverre onjuist omdat zijn stelling erg geënt is op subsidiëren anders dan op het exploitatietekort. Hij vindt dat men ook niet in een jaar, waarin toevalliger wijze een sluitende exploitatie is, dat als argument moet kiezen om over dat jaar geen subsidie te geven. Subsidiëren op anders dan het exploitatietekort is niet alleen een kwestie van S.O.J.O. Diezelfde argumenten heeft deze raad gehan teerd bij een andere voorziening in deze gemeente, te weten de peuterspeelzaal. Deze had jarenlang subsidie gekregen op het exploitatietekort. Nu heeft men ge keken naar een subsidiëring, waarin het bestuur gelet op een verordening om middelen te krijgen zijn beleid kan uitstippelen. Als men dan terugkeert naar de argumentatie van de voorzitter, die suggereert het bedrag nu toch vast te stellen en dat na het overleg eventueel aan te passen, moet hij zeggen dat die suggestie hem niet zo aanspreekt. Hij denkt dat wanneer men het bedrag gaat vaststellen er dan toch een stuk besluitvorming is genomen om te beoordelen of men al dan niet activiteiten vormend noemt. Welnu hij heeft er behoefte aan om dat nu juist open te laten, omdat zowel het college, als de subsidiecommissie als de raad heeft moeten toegeven dat men het inzicht mist om nu precies të kunnen zeggen wat vormend en niet vormend is. Hij denkt dat men dan ook niet die beslissing moet nemen. Een paar maal is er vanavond gezegd dat S.O.J.O. bezig is met moeilijke jongeren. Hij zou hiertegen stelling willen nemen. S.O.J.O. is bezig met jongeren. Misschien is het beter te zeggen: Jongeren zijn met elkaar bezig. Hier zullen best we1 moeilijke jongeren bij zitten. S.O.J.O. is niet uitsluitend of in overwegende mate met moeilijke jongeren bezig. Als men posi tief tegenover jongeren en tegenover hun beleid staat dan moet men ook middelen geven. De realiteit gebiedt te zeggen dat wij die middelen binnen het gemeentelijk apparaat missen, zowel kwantitatief, als misschien op dit aspect van het beleid ook kwalitatief. Dat is geen schande. Misschien is het een schande dat men er laat achter is gekomen. Alleen al een erkenning van het feit is een stap op de goede weg. Als de raad beslist om, in overleg met S.O.J.O. te komen tot het invullen van een activiteitenplan voor de jeugd en van een takenpakket voor een jeugd- consulent, dan denkt hij dat er in samenspraak met al die groeperingen, die met de jeugd bezig zijn, een stuk jeugdbeleid van de grond zal komen. Een tekort op de exploitatie wil zeggen dat aan het einde van de rit aan het college ge vraagd moet worden of het gehonoreerd kan worden. Wil het college er een structuur in hebben dein moet vooraf vastgesteld worden wat wel en wat niet mag. Men zal toch niet met een blinddoek voor zeggen dat men het exploitatietekort voor zijn rekening neemt. Door te zoeken naar een aantal criteria, waarop men kan subsidiëren - wat de subsidiecommissie naar zijn mening goed heeft gedaan -

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 33