-30-
van de subsidiecommissie verduidelijkt. De heer Wijnen vraagt wat men met de sub
sidie-aanvrage voor 1977 doet. De bedoeling is dat men over 1977 geen subsidie
verleent. De cijfers over 1977 zijn weergegeven in een liquiditeitsoverzicht.
Dat had men alleen voor handen toen men om een exploitatieoverzicht vroeg. Al
bij al is men bij het interpreteren van die cijfers - wat gedaan is bij de ambte
lijke voorbereiding van deze besluitvorming - tot de conclusie gekomen dat over
1977 zeker niet geconcludeerd moet worden tot een negatief reslutaat. Voor het
overige heeft men zich gedistantieerd van de vraag over het wel of niet hebben
van een exploitatietekort. Men vindt dat men voor het voeren van een beleid
op langere termijn een organisatie als S.O.J.O. de gelegenheid moet geven om
van een exploitatieoverschot te reserveren voor toekomstige activiteiten en voor
zieningen. De heer Wijnen vraagt hoe dit beleid past in het beleid dat ten aanzien
van S.O.J.O. gevoerd gaat worden. Hij heeft reeds gewezen op de beperktheid van
de middelen. Hij heeft hierop gewezen met betrekking tot de keuze voor het
subsidiëren in activiteiten in plaats van het subsidiëren in het exploitatietekort.
Het is ook vooruitlopen op inpassing straks in het sociaal cultureel plan.
Men zal er rekening mee moeten houden dat het totale subsidiëren in het explitatie-
tekort niet meer aanwezig is. Ook dan moet men een beleidskeuze doen om de mid
delen te verdelen. De heer Wijnen spreekt over een parallel met sportaccommoda
ties. Hij weet niet zeker of die parallel helemaal te trekken is. Hij kan zich
voorstellen dat het niet aantrekkelijker zal zijn als men een dergelijke parallel
gaat trekken waarbij dan overigens de andere relatie, namelijk de verhouding van de
kerk tot S.O.J.O. en van de gemeente tot sportverenigingen, niet vergelijkbaar
zal zijn. Binnenkort komt er overleg met S.O.J.O. Wethouder Brouwers zal hierop
terugkomen. Bij de wijziging van de subsidieverordening wordt nog een punt met
betrekking tot de eis dat 80$ van de leden in Oudenbosch moet wonen naar voren
gebracht. De subsidiecommissie, en in navolging ook de raad, is van mening geweest
dat er waarborgen dienen te zijn dat het gaat om Oudenbossche verenigingen.
Dat is het uitgangspunt geweest voor subsidiëring op grond van de subsidieveror
dening. Uit de kontakten met de K.P.J. die hij gehad heeft, moet hij zeggen dat
deze vraag bij hem enigszins vreemd overkomt omdat hij begrepen heeft dat zij
niet meer onder die normen vallen sinds zij gekozen hebben voor regionale samen
werking. Hij heeft ook begrepen dat de oplossing om weer onder de regeling te
vallen heel dicht bij en niet moeilijk te vinden is. De subsidieverordening is
trouwens niet de enigste grond om te subsidiëren. Uw raad heeft naar analogie van
de subsidieverordening ook een subsidie toegekend aan bijvoorbeeld het West
brabants Symfonie Orkest. De heer Van Hoof betreurt het resultaat en wijst op de
niet vergelijkbaarheid met Scouting en De Jagers. De raad heeft het verwezen naar
de subsidiecommissie. De subsidiecommissie had de opdracht te systematiseren.
Reden waarom de subsidiecommissie geprobeerd heeft om in het licht van de beperkt
heid van de middelen te komen tot een inpassing in het systeem. Subsidiëren
in het exploitatietekort is daar verworpen. Reden waarom gesubsidieerd wordt
in bepaalde activiteiten, waarvan men zegt dat men daarvoor nadrukkelijk zijn
waardering moet laten blijken. Het feit dat die niet zelf supportend zijn, mag
geen reden zijn om ze niet te houden. Uw raad zal wel begrepen hebben dat het
college en ook de subsidiecommissie uw mening om in het bestuur van S.O.J.O.
zitting te gaan nemen niet onderschrijft. Hij hecht er waarde aan nogmaals te zeggen
dat het gemeentebestuur wel waardering heeft voor het werk van S.O.J.O. en met
name voor de actieve wijze waarop dat gebeurt. De heer Plevier zegt dat ieder
bedrag wat men kiest in feite arbitrair is. Dat is iets waarvoor wij als gemeente
bestuur hier staan. Die moed zullen we met elkaar moeten opbrengen. Men kan
niet alles vooruit blijven schuiven. Men zal besluiten moeten nemen. Voor 1977
wordt geen expliciet voorstel gedaan. In de subsidiecommissie was dat wel naar
voren gekomen. Er is eigenlijk bedoeld te zeggen: met terugwerkende kracht tot
1 januari 1978. Het is juist om te besluiten dat men over 1977 geen subsidie toe
kent. De heer Rennings zegt ook nog eens waarom gekozen is voor bepaalde acti
viteiten en waarom andere activiteiten buiten de subsidie gehouden zijn. De vraag
wat er nu vormend is zal in overleg met S.O.J.O. moeten worden ingevuld. Zij het
dat de maximering met een bepaald bedrag toch wel inhoudt dat het niet tot in het
oneindige door te zetten is om dat te subsidiëren. De heer Rennings zegt met be-