-28- ging dan geeft dat een goed inzicht in de activiteiten. De heer Van Hoof heeft gezegd dat het financiële verslag vragen oproept. Hij sluit zich hierbij aan. Hij denkt dat men zonder een gesprek over de financiële verslaglegging niet komt tot invulling van een subsidie. De uitgangspunten van de subsidiecommissie en van het college zijn voor zijn fractie aanvaardbaar. Men moet niet uitgaan van subsidiering in het exploitatietekort. Hij denkt dat men dan het onafhankelijke van S.O.J.O. gaat beperken. Hij denkt dat men subsidievoorwaarden moet maken om tot een stuk participatie te komen. Uitgangspunten zijn dat men ten opzichte van de activiteiten die zichzelf subsidiëren, terughoudend is met betrekking tot het geven van subsidie. Die activiteiten, die met kosten en moeite op langere termijn bijdragen tot een verdere ontplooiing van de jongeren, moeten worden ge- subsidiëerd. Wat verstaan moet worden onder vormende activiteiten, moet men samen met S.O.J.O. vaststellen. Ten aanzien van de procedure heeft men geleerd dat men een bewaking moet gaan plegen op de toezeggingen, die men doet, en op de verzoeken, die aan de gemeente zijn gedaan en dat men controle gaat inbouwen op het beantwoorden. De subsidiecommissie heeft gezegd geen subsidie te verlenen over 1977. Hij zou willen pleiten dit ter discussie te stellen. Dit baseert hij op het feit dat hij van mening is dat over 1977 geen exploitatierekening maar een liquiditeitsoverzicht is overgelegd. Het principiële uitgangspunt is: op welke wijze gaan we subsidie verlenen. Vervolgens moet men in overleg met S.O.J.O. de interpretatie van de subsidieverlening op de begroting en jaarrekening gaan toepassen en dat men in moet gaan op de drie afzonderlijke subsidieverzoeken van S.O.J.O. Hij zou nu wel de wijziging van de subsidieverordening willen vaststel len en het bedrag waarvoor de begroting gewijzigd moet worden, open laten. Hij heeft nu niet veel gezegd over Scouting en jeugdwerk Jagers. Dit niet omdat de activiteiten niet van belang zijn maar gewoon gegeven het feit dat zij veel gemak kelijker in de verordening zijn in te passen. Zijn motieven die pleiten voor het aanstellen van een jeugdconsulent zijn voornamelijk gebaseerd op het contact met het bestuur en leden van S.O.J.O. Het lid VAN ELZAKKER zegt te willen aandringen op het voeren van een actief jeugd beleid. Hij is het met de heer Den Braber eens dat het subsidie-verlenen op basis van het aantal leden aan instellingen zonder leden op een of andere wijze geregeld moet worden. Het lid KOK zegt het volgende: "Mijnheer de voorzitter. Een lang slepende affaire betreffende de subsidie voor jeugdverenigingen en open jongerenwerk heeft er thans toe geleid dat een subsidievoorstel in de raad in behandeling komt. De subsidie commissie heeft zich op 8 januari j.l= over het probleem gebogen, en het college geadviseerd jeugdverenigingen en het open jongerenwerk op te nemen in "Subsidie verordening plaatselijke verenigingen". Nu willen wij de subsidiecommissie niet voor de voeten gaan lopen, en haar beleid gaan zitten kraken, want wij weten maar al te goed hoe moeilijk het is de juiste oplossing te vinden en alles naar ieders wens te regelen. Het open jongerenwerk heeft zich thans duidelijk laten horen met de bewoordingen: onaanvaardbaar, geen fooi en een heel stel vragen^ waarover men in het duister tast. Van de zijde van het open jongerenwerk begrij pelijk, zij voelen zich met een kluitje in het riet gestuurd. Mijnheer de voor zitter, het is ook een taak van de commissie ad hoe geen precedent te scheppen en ieder naar gelijkheid te behandelen een moeilijke en dikwijls ondankbare taak. Had het daarom niet beter geweest eerst met het bestuur van S.O.J.O. te praten en alle problemen door te nemen. Thans voelen zij zich genomen, en waar zal het ver trouwen blijven. Het lijkt ons daarom ook wenselijk op korte termijn te gaan pra ten, en alle mogelijkheden te onderzoeken om tot een oplossing te komen welke ook voor hen aanvaardbaar is. Sportverenigingen hier ter plaatse vinden prachtige sportaccommodaties, met alles er op en er aan. Men kan aan alles meedoen en men krijgt nog een goede subsidie ook. Nu kunnen wij ons heel goed voorstellen dat het open jongerenwerk zich gaat vergelijken. Zij moeten alles zelf bekostigen en zorgen dat alles kan draaien, Waarom zou de gemeente geen bepaalde faciliteiten kunnen verlenen. Wij denken hierbij onder andere aan het kopen van verplaatsbare tribunes en deze in bruikleen geven en eventueel voorzien in andere behoeften, onder andere sanitair etc. In investeringen welke S.O.J.O. moet doen, bijstaan door

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 28