-2k-
19. Voorstel tot 1e wijziging van de "Subsidieverordening plaatselijke vereni
gingen" in verband met subsidiering van de specifieke jeugdverenigingen en de
Stichting Open Jongerenwerk Oudenbosch alsmede intrekking van de "Subsidieregeling
voor het jeugdwerk in de gemeente 0udenbosch"/l59e en 18e wijziging gemeente
begrotingen 1978 en 1979»
Het lid DEN BRABER zegt het volgende: "Mijnheer de voorzitter, nadat twee voor
stellen mijnerzijds ter subsidiëring van S.O.J.O. door de commissie niet waren
overgenomen, heb ik in de vergadering van de subsidiecommissie van 8 januari jol»
gezegd voorlopig akkoord te kunnen gaan met het toen uitgewerkte voorstel, zoals
dat hier thans voor ons ligt. Al moet ik daar meteen bijzeggen, dat volgens de
conclusie van de commissie subsidiabel zouden moeten zijn: projekten met een vor
mend of experimenteel karakter en dat scheelt in de uitwerking toch weer 1.250,--
over 1978 in het voordeel van S.O.J.O. Zelfs al zou deze wijziging van het voor
stel thans door de raad overgenomen worden, dan nog moet ik terugkomen op mijn
toezegging voorlopig akkoord te kunnen gaan. Immers, mijnheer de voorzitter, ik
heb de "subsidieverordening plaatselijke verenigingen" er nog eens op nagelezen
en dan moet ik tot de conclusie komen dat invoegen van S.O.J.O. in die verorde
ning niet mogelijk is. En wel vanwege het feit dat de algemene bepalingen zeggen
dat dat niet kan. Mag ik dat verduidelijken aan de hand van de zinssnede in het
preadvies: "het is immers de vraag in hoeverre bij de onderhavige instelling van
leden sprake is" Mijnheer de voorzitter, artikel 6 van de subsidieverordening
zegt dat wij deze vraag in de zin van de verordening ontkennend moeten beant
woorden. Want artikel 6 luidt: "waar in deze verordening wordt gesproken over lid,
jeugdlid, leden en jeugdleden worden daaronder verstaan leden die actief deel
nemen aan repetities, uitvoeringen, wedstrijden, trainingen en oefeningen in
verenigingsverband." Mijnheer de voorzitter, het is duidelijk dat van dergelijke
activiteiten bij S.O.J.O. geen sprake is, al zou het geproduceerde geluidsvolume
van tijd tot tijd anders doen vermoeden. Toch moeten zulke activiteiten ontplooid
worden, omdat artikel 2 van de verordening zegt dat een vereniging leden moet
hebben, wil zij subsidiabel zijn, en wel leden in de zin van het zojuist geci
teerde artikel 6. Hieraan wil ik meteen koppelen dat volgens mijn fractie lid 2
van artikel 1 van de verordening - dat zegt: onder verenigingen worden in
de verordening ook stichtingen verstaan - geschrapt moet worden, omdat stichtingen
geen leden hebben. Maar terug naar S.O.J.O., waarvan ik dus zojuist vastgesteld
heb dat inpassing niet mogelijk is, zonder ingrijpende wijzigingen van de subsi
dieverordening. Maar,hoe dan wel? Wellicht dat het dan toch het beste is om
S.O.J.O. eens aan het woord te laten komen, via hun brief van 16 januari j.l.
Dat wordt trouwens tijd, want de kontakten die de vroede vaderen, zoals zij hier
verzameld zijn, in het verleden met deze stichting gehad hebben zijn zowel
schriftelijk als mondeling werkelijk minimaal geweest. Ik kan dan ook wel mee
gaan met hun verwijt dat wij hier zitten te praten over een zaak waar wij inhou
delijk vrijwel niets vanaf weten, omdat wij ons niet of nauwelijks georiënteerd
hebben. Mijnheer de voorzitter, S.O.J.O. somt in zijn brief van 16 januari
een fors aantal grieven op. Op twee plaatsen gaan zij zeer concreet in op het
thans voorliggende voorstel. Dat is allereerst bij punt 5 van hun brief, waar
zij stellen dat subsidiering van de kosten voor leidersvorming niet mogelijk is,
omdat zij die kosten niet hebben. Ik heb in de rekening over 1977 inderdaad tever
geefs gezocht naar een dergelijke uitgavepost. Toch staan zij wel in de begroting
over 1978, een vreemde zaak. Desgevraagd kon men mij mededelen dat dit komt, omdat
men nog steeds bij het opstellen van de begroting gebruik maakt van het model
dat door de gemeente destijds was voorgeschreven in het kader van de nu ter ziele
gaande "Subsidieregeling voor het jeugdwerk in de gemeente Oudenbosch". En in dat
model was een apart hoofdstuk ingeruimd voor de kosten van leidersvorming, waar
na S.O.J.O. gemeend heeft hieronder maar een deel van de bestuurskosten te
moeten vermelden. Hoewel ik mij heel goed zou kunnen voorstellen dat S.O.J.O.
alsnog wat aan leidersvorming gaat doen - het historisch overzicht geeft daarvoor
toch wel enige aanreikingen: ik denk aan de interne moeilijkheden in het verleden,
ik denk aan de opvang van de werkende jongeren die de Crypte-leeftijd te boven zijn
dan toch moet ik met S.O.J.O. constateren dat subsidiëring van die kosten op dit
moment niet mogelijk is, omdat die kosten er op dit moment eenvoudigweg niet zijn.