-38- zegt hijofschoon er zeer verschillend over de beslissing Brabant Eén wordt gedacht, dat we de subsidie wel moeten geven. De VOORZITTER zegt te denken dat de standpunten, zoals deze naar voren worden gebracht, heel verdedigbaar zijn. Met uitzondering dacht hij van de aanduiding dat het om vorming gaat. Hij gelooft niet dat het om vorming gaat. In de verga dering van burgemeester en wethouders is gezegd dat die strijd met de subsidie verordening niet aanwezig werd geacht en is zonder ons uit te laten over het feit of we sympathiek staan tegenover de gedachte of niet, op grond van het feit dat het wel viel binnen de normen van de subsidieverordening, gezegd, dat we dan ook consequent door moesten zetten en dus 11 ja" zouden moeten zeggen. Dat betekent dat de akties Brabant Twee, Drie, Vier en Zeven, als ze ooit komen, als ze van de provincie een bijdrage krijgen, dan op dezelfde wijze beadviseerd zouden moeten worden vanuit het college. De opmerking van de heer Rennings dat, nu het hoger bestuur wat doet, wij dit ook moeten doen, staat nergens in de subsidieverordening. Het is alleen een voorwaarde om er onder te kunnen vallen, maar het is niet zo dat, door het feit dat de provincie een besluit neemt, wij daar ook aan gebonden zijn. Het lid VAN DER GRAAF zegt een opmerking te willen maken, omdat er toch wat lichtvoetig heengestapt wordt over die politieke vorming. Er staat namelijk, hij heeft er zo maar even enkele woorden uit overgenomen, behalve politieke vorming, dus ook bewustmakingsproces, politiek bewustmakingsproces. En als het dat niet is dan eet hij zijn kop op, wat hij n'g niet van plan is. Het is ook een eenzijdig proces, het is per definitie een eenzijdig proces. Dat gunt hij de Stuurgroep Brabant Eén van harte. Hij is het niet met hun standpunt eens, maar hij heeft daar geen enkele moeite mee. Alleen acht hij het een zodanig politiek proces, wat v/e hier ter hand hebben genomen, dat het werkelijk niet onder de verordening valt, want voor het overige is hij het volledig eens met de heer Rennings. Juist de normering, die aangegeven staat in de subsidie verordening, beoogt willekeur te voorkomen, om rechten te baseren in feite. Daar komt het op neer. Maar dan moeten we wel de subsidieverordening goed han teren en goed lezen, v/ant de mensen die Brabant Twee, Drie of Zeven voorstaan, hebben waarschijnlijk niet de moed gehad, de politieke moed, om subsidie te vragen. Die hebben gevonden dat het inderdaad een politiek doel is wat je dan op dat moment nastreeft. Dat is het grote verschil. De VOORZITTER zegt te denken dat het een kwestie is van heel persoonlijke waar-, dering van de aktiviteiten van de stichting, die hier de zaak verdeeld houdt. Hij heeft de indruk dat de meerderheid zich toch wel positief uit wil laten over deze subsidie. Hij vraagt of iemand van de raadsleden toch graag een stem ming over deze kwestie heeft. Het lid VAN DER GRAAF zegt stemming te wensen. De loting wijst aan dat het lid. Du Pont (nummer 13 van de presentielijst) als eerste stemt. Voor het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen de leden: Du Pont, Mol, Rennings, Van Hoek, De Haas, Kok, Van Elzakker, Wijnen en Brouwers. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden' Plevier, Van Eijkeren, Van der Graaf, Den Braber en Van Hoof. Het voorstel van burgemeester en wethouders is derhalve met 9 stemmen voor en 5 stemmen tegen aangenomen. 8.2. Voorstel tot vaststelling van het subsidie over 1978 van het Wit-Gele Kruis te Oudenbosch/89e wijziging gemeentebegroting 1979» Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8.3» Voorstel tot toekenning van subsidie voor de West-Brabant-Trofee/92e wij ziging gemeentebegroting 1979. Het lid VAN HOOF vindt het feitelijk vanwege het feit dat het hier geen plaatse lijke vereniging betreft en vanwege het feit dat het de eerste maal is en vanwege het feit dat reeds subsidie wordt verleend aan de plaatselijke vere niging, die deze aktiviteiten behartigt, dat er eigenlijk naar zijn mening, ten

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 232