lijst en statuten zijn, maar dat nu reeds de mogelijkheid wordt geboden dat dus op te nemen, wanneer daar allemaal aan is voldaan. Er moeten dus nog wel enkele dingen gebeuren om die zekerheid voor burgemeester en wethouders waar te maken. De VOORZITTER zegt dat er een potje is, waaruit, met gebruikmaking van het bepaalde in de subsidieverordening, die start- of overbruggingssubsidie kan v/orden verleend. Er is een bepaald maximum bepaaldHet is, maar dan heeft hij inderdaad de vraag van de heer Van der Graaf niet goed begrepen, denkt hij voor het college van burgemeester en wethouders zaak, dat er sprake is van waar borgen voor aktiviteiten. Als het zo'n loze vereniging is waarin niets gebeurt dan hoef je natuurlijk ook niets ter beschikking te stellen. Wat dat betreft zal er zeker gestreefd moeten worden naar waarborgen, zodat het leidt tot echte activiteiten. Met betrekking tot het prematuur zijn om het dan niet te doen merkt hij op dat dit eigenlijk is omdat deze vraag überhaupt nog niet onder zocht kan worden, omdat er nog geen post voor was. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8.1. Voorstel tot het verlenen van subsidie aan de Stichting Stuurgroep Brabant Eén/88e wijziging gemeentebegroting 1979° Het lid PLEVIER zegt dat er een tijdje geleden een motievoorstel is gedaan aan de raad, waar deze "nee" tegen gezegd heeft. Die motie behelsde intensieve medewerking te verlenen, zich te scharen achter de ideeën van de Stichting Stuurgroep Brabant Eén. Hij gelooft dat het een hele duidelijke zaak is als je gronden hebt, en die hadden we, om daar "nee" tegen te zeggen, dat je dan ook op het subsidieverzoek vanuit deze hoek consequent moet zijn en zeggen daar kunnen wij niet mee meegaan. Het lid VAN DER GRAAE zegt het nog sterker te willen uitdrukken. Hij acht het verlenen van deze subsidie in strijd met de subsidieverordening. In strijd met artikel 5, lid b, waarin staat, naast nog een heleboel andere woorden, dat uitgesloten worden van subsidieverleningen organisaties die politieke vorming beogen of feitelijk verrichten. Het eenzijdig stellingnemen in een politiek standpunt is politieke vorming beogen of het feitelijk verrichten. Naast de argu menten, die de heer Plevier noemt, acht hij het ook in strijd met de subsidie verordening. Het lid VAN HOOF zegt zich bij de woorden van de vorige sprekers aan te sluiten wat dit voorstel betreft. Het lid WIJNEN is van mening dat het toch goed was om te kijken naar de argu menten, die ook de Provincie.lgehanteerd heeft om deel te nemen aan de Stuurgroep Brabant Eén. Hij dacht dat zij daarbij vooral gewezen hebben op de bewustwording en de inspraak die tot dan toe van overheidswege tekort is ge schoten. Hij dacht dat dit een zaak was waarbij niet de politiek, in de zin van partijpolitiek, maar wel een bepaalde aktie, dat kun je dan wel zeggen, een informatieverzameling heeft plaatsgevonden. Hij vindt dat dat dan gesubsidieerd moet worden. Het lid RENNINGS zegt dat men kan twisten over het feit of je het doel sympa thiek vindt. In zijn fractie denkt men daar verschillend over. Wat de doorslag heeft gegeven is, dat, al is weliswaar de doelstelling eenzijdig, maar hij denkt als je de subsidies, die op grond van de subsidieverordening worden gegeven bekijkt, dat er velerlei instellingen zijn waarvan de doelstelling eenzijdig is, belangrijk vindt hij, dat in onze subsidieverordening verankerd is dat als er een bepaald doel door een instelling wordt bereikt waarvan wij zelf preten deren de norm te kunnen aanleggen op grond waarvan wij beoordelen of er subsidie gegeven moet worden. Dat wij gebruik maken van normen, die ook het provinciaal bestuur aanlegt. Met andere woorden, we zeggen: wij pretenderen niet ten aanzien van elke subsidie een oordeel te hebben als het een gemeente-overschrijdend belang dient, dan conformeren we ons bij het hoger bestuur. Hij denkt dat je dus erg voorzichtig moet zijn om, als je dit in de subsidieverordening verankerd hebt, dan enigszins willekeurig te zeggen van: ik vind dat we het maar niet moeten doen, want ik sta er niet zo sympathiek tegenover. Op grond van die overtuiging

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 231