vindt hij dat dan nog overblijft de vraag van bedrijfsmatigheid, die te sub
jectief is. Dat is ook wel zo, dat wil hij graag toegeven. Meten met twee
maten is, gelooft hij, niet reëel, want we meten met één maat. We hebben
eerder met een andere maat gemeten en meten nu met de maat van die bedrijfs
matigheid. Hij denkt dat dat bij iedere wijziging van wat je hanteert natuur
lijk het geval is. Dat staat ons dacht hij met zijn allen toch niet toe om
daarom iets wat fout is door te zetten. Hij gelooft dat het daarom toch wel
gerechtvaardigd is om voor de vaststelling van het plan de bedrijfsmatigheid
v/el te hanteren. Alleen we moeten met elkaar spreken over hoe we dat in de
toekomst doen. Het artikel van de heer Bosch, is sl tot het studiepakket van
één van onze adviseurs gaan behoren. We hebben hem straks gevraagd dat in ieder
geval snel te bekijken. Hij vraagt uit de bemerkingen in tweede instantie te
mogen concluderen dat de raad zich in grote lijnen met het plan kan verenigen
en dat er alleen een aantal punten is waarop we zeer expliciet uitspraken zullen
moeten doen. Hij heeft een vraag uit de eerste instantie nog niet beantwoord
gezien, namelijk of de raad liever f 150.000,of een doorkijk heeft. Hij
denkt dat we die vraag nog wel even moeten beantwoorden. Als hij dit dan zo
mag presenteren, hij bedoelt hier de situatie zoals die door de heer Wijnen
ten tonele is gevoerd rond de grond van de heer Augustijn. Met betrekking tot
de silo's spreken we ons uit voor die 15 meter. Met betrekking tot de uit
breidingsmogelijkheid burgerwoningen voor de suggestie van de heer Plevier.
Met betrekking tot het herbezinnen, de nabeschouwing, voor de suggestie van
de heer Van der Graaf. Met betrekking tot de bedrijfsgebouwen voor 8 meter, of
omgekeerd met betrekking tot 8 meter voor bedrijfsgebouwen. Mag dat samen met
ons voorstel in eerste en tweede instantie gezamenlijk Dat die bouwpercelen,
zoals in het voorstel staat, worden ingetekend in de situatie Hij bedoelt
de reactie, zoals we die in eerste instantie gaven, alsmede het voorstel,
zoals we dat gedaan hebben in het preadvies, voor zover dit niet afwijkt van
de eerste instantie, alsmede de punten die we hier net aanhaalden plus een
vraag die we nog moeten beantwoorden met betrekking tot de heer Augustijn.
Hij v/ilde eigenlijk concreet de vraag voorleggen v/at met de heer Augustijn en of
daarna het pakket dan ineens aan de raad mag v/orden voorgelegd.
Het lid VAN EIJKEREN zegt dat voor wat betreft die vrijstellingsmogelijkheid
tot 20 m er nog wat onduidelijkheid is.
De VOORZITTER antwoordt dat dat niet het geval is. Die geldt niet voor
agrarisch, die geldt voor industrie. De vraag van de doorkijk, waarbij we ons
gewoon heel duidelijk moeten realiseren dat, als er een duidelijke situatie
is voor grond voor een claim, voor 'n planschadeclaim, dat je die dan hier
duidelijk kunt verwachten. Moet hij begrijpen dat het dan misschien aanbeveling
verdient het industrieterrein te laten zoals dat in het oude plan was, maar
wellicht in de toekomst toch nog eens, nu er nog niets is, te overwegen of we
dat toch nog, maar dan wellicht in nadrukkelijk overleg met de betrokkenen,
eventueel wijzigen? Hij vraagt of hij dan dat voorstel op tafel mag brengen.
Wat hij zoéven dus zei plus het terugbrengen van dat terrein, aansluitend op het
industrieterrein van de oude Basto; het terrein wat, blijkens de brief, de
heer Augustijn recentelijk van het waterschap kocht, dat dat de industriële
bestemming blijft behouden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
7. Voorstel tot:
1e wijziging van de verordening Havengeld
1e wijziging van de Legesverordening
1e wijziging van de verordening Marktgelden
2e wijziging van de verordening Rioolrechten 1979°
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
S.Voohstel tot 87e wijzi-gihg van de gemeentebegroting 1979 in verband met moge
lijke verlening van start- of overbruggingssubsidie aan verenigingen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt ter gelegenheid van dit voorstel nog eens te hebben
gekeken hoe dat precies verwoord staat in de subsidieverordening. Daar vind je
