krijgen* Het is een willekeurig getal» Hij denkt dat iedere grens wat dat betreft
willekeurig is. Ten opzichte van diegenen, die .net tegen die 350 m3 aanzitten,
lijkt dat wat onredelijk te werken, maar hij denkt dat, waar het om burger
woningen gaat en om de uitbreidingsmogelijkheden, dat een beperking toch
alleszins aanvaardbaar is. Hij komt daarbij aan de opmerking van de kant van
de heer Van der Graaf. Deze wekte bij het college de indruk dat hij toch
weer wilde gaan in de richting van de eis van volwaardigheid in plaats van in
de richting van het bedrijfsmatige karakter, wat bij de behandeling van de
bezwaarschriften werd aangehouden om de vraag te beantwoorden of er sprake is
van een agrarisch bedrijf dan wel een burgerwoning. Hij heeft er op gewezen
dat het aantal S.B.E.'s vrat bij de inventarisatie is gebezigd toch niet door
iedereen even enthousiast wordt gebruikt als het door onze stedebouwkundige
altijd is gebruikt» Reden waarom we evengoed naar die bedrijfsmatige aanpak
zijn gegaan. En dan zit je in een hele brede schaal, omdat de mate van dat
nevenberoep natuurlijk toch niet voor iedereen hetzelfde is. Met betrekking
tot de milieubescherming merkt hij op dat heel nadrukkelijk is bedoeld, hij
wil dat toch wel graag hier uitspreken, dat ook de belangen van het milieu
heel duidelijk zijn afgewogen. In die pagina ^9 en later 6k en volgende
van de toelichting is dat ook naar voren gehaald! Met betrekking tot de
suggestie om onmiddellijk met een nabeschouwing van het plan te starten, wilde
het college de heer Van der Graaf antwoorden dat we dachten dat het onze ver
antwoordelijkheid was dat we regelmatig alle zaken heroverwegen, maar dat we
ons afvragen of ge niet onmiddellijk de hele zaak weer ter discussie moet
gaan stellen, want dat doe je deui toch in feite» Het college dacht dat de
rechtszekerheid er zeker niet mee gediend zou zijn en dat het valse ver
vrachtingen zou wekken om dat zo in zijn algemeenheid te gaan doen. Wel is het
college het met de heer Van der Graaf eens dat je als je signalen krijgt
je duidelijk wel in die richting moet gaan en dat je tijdig voordat die 10
jaren verstreken zijn aan een planmatige aanpak van het geheel moet beginnen»
Met betrekking tot de hoogte van 8 meter voor die kassen merkt hij op dat
dat een verzoek is wat gekomen is van de kant van de N.C.B. Ook daarbij is
gewezen op het licht van de ontwikkelingen die er zijn en we hebben gemeend
dat die ontwikkelingen, als die zouden behoren bij een verantwoorde uitoefening
van het bedrijf, dat die dan ook gehonoreerd zouden moeten worden. We hebben
overigens de indruk dat dat maar op hele kleine schaal zal gebeuren want
overigens geen van allen agrariër zijnde, hebben we gezegd dat de klimaat
beheersing in kassen van 8 meter hoogte waarschijnlijk toch wel erg veel
onrendabele kosten met zich zal brengen, zodat dat alleen maar in zeer bij
zondere gevallen te verwachten is.
Met betrekking tot artikel 35i lid 1, sub c, is hij het op zich wel met de heer
Van der-Graaf eens dat de behandeling daarvan vrat verwarrend is. Waarschijnlijk
is ook het effect van die overgang van bladzijde 2 naar bladzijde 3 die
hij heeft voorgelezen niet voldoende duidelijk als een aanzet tot besluit
vorming meegenomen. De bedoeling is eigenlijk dat dat in de rest verder als
ingebouwd aanwezig moet worden geacht. Met betrekking tot de hoogte van die
30 meter heeft hij al gezegd dat dit een beleid van Gedeputeerde staten is
en het ziet er naar uit dat als we het niet doen dat v/e het dan gewoon terug
krijgen. Met betrekking tot de eis van camoufleren gelooft het college dat dat
een welstandseis is en niet een eis die je in het bestemmingsplan moet vast
leggen. Met betrekking tot die afstandseisen wil hij er op wijzen dat de eis van
beplanting ook in andere situaties al eens eerder is geëist. Met betrekking
tot dat beleid, dat aktieve beleid, zegt hij graag toe dat we dat zullen pro
pageren. Hij wil er daarbij op wijzen dat ook de standsorganisatie, de N.C.B.
er heel nadrukkelijk voor pleit dat de agrariërs wat dat betreft initiatieven
nemen. We wijzen dan ook op de mogelijkheden, die door staatsbosbeheer worden
gegeven voor subsidies. Hij vreest dat, waar de heer Van der Graaf sprak over
het financiëel mogelijk maken en het met hand- en spandiensten mogelijk maken,
hij denkt dat dat ook een vorm van financiëel mogelijk maken is, dat daar niet
al te veel vervrachtingen mee moeten worden gewekt, omdat hij bang is dat
dergelijke besluiten, als ze die zouden nemen, het toch nog wel eens erg
moeilijk zouden kunnen krijgen bij gedeputeerde staten, waar ze toch uiteinde
lijk goedgekeurd moeten worden. Met betrekking tot het feit dat het industrie-