-14- Zijn fractie is het er dan ook niet mee eens wanneer, althans in dit stadium, die 8 meter zou worden toegestaan. Artikel 35i lid 1c, gaat over de toren silo's. Hij moet zeggen dat het preadvies wat verwarrend is. Het is op een gegeven moment zo dat men moet zeggen: v/at bedoelt u nu eigenlijk, college? In elk geval blijkt dan uiteindelijk, bij een van de laatste bezwaarschriften dat het college voornemens is, of in ieder geval de raad voorstelt, om toch, via de wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders, de mogelijk heid te openen om torensilo's van 30 meter te bouwen. Hij moet zeggen dat dat bij zijn fractie wel op zeer grote bezwaren stuit. Dertig meter geeft een stuk aantasting van het milieu, van de horizon, van het landelijk land schap, waarin zijn fractie van geen kanten mee kan gaan. Wanneer men praat over 15 meter, zoals nu op het ogenblik in het oorspronkelijke plan staat, met een wijzigingsbevoegdheid van 20 meter, dan heeft zijn fractie al de neiging om te zeggen: ho, ho, niet zo hard. Dan zou zijn fractie liever datgene willen volgen wat in het stuk van de provincie staat, namelijk 12 meter en uitbreiding, via de wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wet houders, tot 15 meter. Dan moet men die 30 meter eens gewoon, maar dan ook helemaal, vergeten. Een silo tot 15 meter is goed met groen te omringen, is redelijk, voor v/at betreft de horizon, in te pakken. Hij denkt ook dat men niet zou kunnen missen een bepaling, die voorschrijft dat een dergelijke silo omringd zou moeten zijn met groen. Ten aanzien van de groensingels merkt hij op dat het college daar is meegegaan met de gedachte dat niet al te zeer verordenend moet worden opgetreden, althans in het laatste bezwaar schrift wat behandeld wordt. Ook hier zit weer een meervoudigheid in, maar hij neemt maar aan dat het college heeft bedoeld om als algemene gedachten- gang te stellen dat die stimulerende maatregelen interessanter zijn dan een verordenende maatregel. Zijn fractie is het daarmee we1 eens in grote lijnen als daaraan een actief beleid van de gemeente wordt gekoppeld. Actief in die zin dat wij het de betreffende landbouwers mogelijk moeten maken om groen singels aan fee leggen, die ook voor hen interessant geworden zijn. Het kan een financiële stimulans zijn; het kan een stimulans zijn in de zin van het verlenen van hand- en spandiensten. Hij denkt dat men er van uit moet gaan - wanneer men op dit punt geen verordenende maatregelen wil nemen - dat de gemeente zich dan duidelijk stimulerend moet opstellen. Overigens zijn er van rijkswege ook dergelijke stimulansen. Hij haalt daarbij aan een artikel van Ir. P.P. Bosch,landschapsconsulent van Staatsbosbeheer in Overijsel, die daarover een heel zinnig verhaal geschreven heeft en die daarbij een aardig rijmpje verzonnen heeft. Hij citeert: "Wie op zijn erf geen bomen plant, wordt vroeg of laat een vaste klant van arts en dakpanfabrikant." Wat nog zinniger is, is dat Staatsbosbeheer vanaf 1960 een subsidieregeling voor de landschappelijke aankleding van gebouwen in het buitengebied kent. Hij denkt ook dat de gemeente daarin een actieve rol kan spelen. De grenzen van het plan is een van de punten waar zijn fractie toch wel moeilijk doet. Moeilijk in die zin dat wij een industrieterrein aan de Mark hebben en een groot gedeelte van de industrie, die men aan de Mark terugvindt is opgenomen in het landelijk gebied. Dat lijkt hem een onjuiste zaak. Toen dit plan voorbereid werd zou het een hele goede zaak geweest zijn wanneer de plan- grenzen waren gelegd buiten dat gebied om. Daarbij betrekt hij ook de strook industrie langs de haven. De raad had een voorbereidingsbesluit kunnen nemen om het industrieterrein aan de Mark uit te breiden. Hij zit een beetje met de gedachte: hoe moet het nu. Vanavond willen we dit plan aannemen. Als de raad vanavond zou besluiten om die gebieden hier buiten te laten., vallen dan zou men vanavond ook dat voorbereidingsbesluit moeten nemen. Hij kan zich ook voorstellen dat de-raad de intentie uitspreekt dat het die kant heen moet. Dit kan dan een van de eerste zaken zijn die wij gaan behandelen. Nog een enkel woord over de zonering. Zijn fractie is van mening dat de zonering van de zuidelijke rondweg wel degelijk moet blij ven staan. Zijn fractie denkt dat dat toch een wat schrale stimulans zal zijn om aan die zuidelijke rondweg te komen Aan de oosttangent wordt door zijn fractie ook niet zv/aar getild. Deze mag blijven staan, maar het wegnemen is ook geen probleem.Voorts-heeft hij nog een probleem ten aanzien J

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 208