-12- is toebedacht. Tegen de achtergrond van het feit dat hij er voorstander van is dat de noodzakelijke continuïteit van het huidige middenstandsbedrijf moet behouden blijven, zou hij vallen voorstellen het gehele perceel buiten dit bestemmingsplan te houden en straks op te nemen in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan "Oudland'' en daarin aan meerbedoeld perceel een adeouatere bestemming te geven, die voor betrokkene voldoende uitbreidings mogelijkheden geefto De ligging van dit perceel maakt een en ander niet erg gecompliceerd. Ten aanzien van de uitbreidingsmogelijkheden van de als bur gerwoning bestemde percelen merkt hij op dat er in de aanpassing van het bestemmingsplan een tussengrens is ingebracht van 350 m3« Als hij het goed heeft begrepen dan mogen alle v/oningen die kleiner zijn dan 350 m3 slechts uitbreiden tot 350 m3« Boven de 350 m3 mag men uitbreiden met maximaal 25%, tot een maximum van 600 m3» Hij vindt die tussengrens van 350 m3 een zeer willekeurig gekozen getal en ziet daarvan ook niet de diepere zin en zou willen voorstellen deze tussengrens weg te laten, zodat de situatie ontstaat dat eenieder kan uitbreiden met 25% maximaal, tot een maximum van 600 m3 en daarmee de gelegenheid geven aan mensen, die in een erg kleine burgerwoning zitten, daar toch in de toekomst nog iets van te maken. De mensen, die net in een ongunstig geval zouden zitten van 3^+0 m3 of 3^5 m3, zouden met deze regel alle mogelijkheden tot uitbreiding zijn ontnomen, ter wijl de mensen, die er net boven zitten nog 251% kunnen uitbreiden. Htt lid VAN DER GRAAF zegt, na alle v/oorden die al gesproken zijn over de procedure zij het tot standkomen van dit plan en de wat rammelende situatie het hem in ieder geval gemakkelijk maakt om daarover niet te veel meer te zeggen, behalve dat hij het met die kritiek eens is. V/at hem opvalt is dat eigenlijk niemand ingaat op de oorzaak daarvan en in ieder geval doet als of dit iets is wat over ons is gekomen. Als zijn herinnering goed is dan heeft de raad, in ieder geval de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken, desgevraagd gezegd akkoord te gaan met de procedure, zoals die nu is gepleegd, dus het in feite samenbrengen van de ter visielegging en de plan procedure. Dat maakt het dan toch onredelijk wanneer men nu net zou doen alsof dat nu allemaal een ander zijn schuld is. De leden van de raad hebben daarmee ingestemd en hij vindt dat dat een vrij belangrijk gegeven is. Hij denkt ook dat het zin zal hebben dat de voorzitter wat uiteen wil zetten zo dadelijk*; waarom men eigenlijk tot deze procedure is gekomen. Dit lijkt hem een zinnige zaak. Wanneer hij zegt dat hij het eens kan zijn met de kritiek, die is geuit, dan moet hij in ieder geval één afzwakking maken ten opzichte van een deel van wat de heer Wijnen geeft gezegd; lang niet alles. Met het meeste kan hij echt wel instemmen, zij het dam dat de heer Wijnen verschrikkelijk veel cijfers heeft genoemd, waarvan spreker hoogstens wat verbaasd kan opkijken, van hoe krijgt de heer V/ijnen die cijfers allemaal bij elkaar. Spreker denkt dat de heer Wijnen verkeerde ge volgtrekkingen heeft gemaakt. Spreker wil één voorbeeld noemen; er zijn er meerdere. De leden van de raad zijn het allemaal eens, althans het merendeel van de raadsleden is het er mee eens, dat bij de vraag of dat je moet spreken van een volwaardig landbouwbedrijfje dan normen moet hanteren. Die normen zijn er. Die normen kent de heer V/ijnen ook. 50 S.B.E. en de heer Wijnen weet nog beter dan spreker wat dat precies betekent, hoewel spreker het ook wel weet. Nu is de vraag of dat degene, om wie het gaat, er een nevenbetrekking op na houdt helemaal niet im frage. Het staat xvel dikwijls in het bezwaarschrift en het komt ook wel dikwijls naar voren op een andere manier, maar kenmerkend is de vraag: is dat een landbouwbedrijf en dat naar objectieve maatstaven gemeten. Hij denkt dat het juister is om het vanaf die kant te bezien. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Wijnen in ieder geval nog één opmerking. Als het om het buitengebied gaat is Oudenbosch Leefbaar klaarblijkelijk weer tot leven gewekt. De procedure is uitermate moeilijk geweest. Het plan draagt daarvan toch duidelijk de kenmerken. Men stelt vast dat een van de randvoorwaarden voor een goed plan is dat er in ieder geval een bijzonder zorgvuldige belangenafweging plaatsvindt; waarbij hij zou willen opmerken dat milieubescherming daarbij een zeer belangrijk belang is. Belangrijk genoeg om te betrekken. Milieubescherming in diverse opzichten, waarop hij dadelijk nog terugkomt. Dan zegt hij op grond daarvan:

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 206