-11- bij een aantal bezwaarden daarover wel opmerkingen gemaakt. In het midden blijft de vraag, gelet op de stelling van de Rooms-katholieke Boerenbond dat groensingels niet regulerend maar stimulerend moeten worden ontwikkeld. In het licht van de behandeling van bezwaarschrift nummer 31 zou men impli ciet kunnen afleiden dat het college van mening is dat inderdaad via stimulering groensingels moeten worden ontwikkeld. Hij zou hierover graag duidelijkheid vallen hebben. Hij vindt het opmerkelijk dat in het buiten gebied ingestemd wordt met silo's met een hoogte van 30 meter - hij moet hierbij overigens aantekenen dat de ter inzage gelegde nota voor inrichting van bestemmingsplannen adviseert om niet tot 30 meter hoogte te gaan; in formatie waarom het dan we1 moet heeft hij niet kunnen krijgen - terwijl bedrijfsgebouwen van de industrie langs de Mark slechts tot 20 meter hoog mogen zijn. Verder heeft hij de overtuiging dat bij de afweging van de bezwaar schriften de belangen van de agrariërs goed overwogen zijn. Hij heeft dit zojuist in algemene termen gezegd toen hij verwezen heeft naar de activering van de N.C.B. Bij die keuzegevallen, waarbij de belangen van agrariërs tegen de landschappelijke belangen afgewogen moeten worden, heeft hij tref fende voorbeelden gevonden waar het agrarisch belang wordt geprefereerd. Het lid PLEVIER zegt dat ook bij de bestudering van dit bestemmingsplan en van de daarop ingediende bezwaarschriften weer duidelijk naar voren komt wat de diepere zin/grondslag is van het maken van bestemmingsplannen, namelijk het afwegen van individuele belangen tegen de algemene belangen. Men slaagt er haast nooit in om dat tot een goed einde te brengen. Hij zou een aantal dingen uit dit bestemmingsplan willen lichten. Oorspronkelijk was in het ter inzage gelegde plan opgenomen een tweetal traceringen van de rondweg, hoewel de gevolgen van de aanleg van een rondweg in het plan niet meegenomen konden worden. Toen het advies van de P.P.D. kwam om de beide trace's weg te laten heeft het college duidelijk gekozen om het tracé van de zuidelijke rondweg te handhaven. Hij zou het in overweging willen geven daar het abso luut niet mogelijk is om de enorme invloed van zo'n rondweg op de omgeving nu al in het plan mee te nemen, beide trace's weg te laten, wetende dat wanneer er een rondweg wordt aangelegd - welke dat dan ook moge zijn - de ge hele procedure rond een bestemmingsplan opnieuw op gang zal komen. Dan komt er ook opnieuw de gelegenheid tot het indienen van bezwaarschriften. Bij raadsbesluit van 17-3-1977 is de nieuwe plaats van het Woonwagenkamp vastgesteld; dat het daar moet komen waan het nu gepland is. Er waren, toen dat preadvies in die raadsvergadering openbaar werd, enkele mensen die nu een bezwaarschrift hebben ingediend en die toen al bezwaren hadden. Volgens zijn informatie en ook volgens zijn toen zittende raadsfractie is bij het indienen van die bezwaren en het gesprek met het college van burgemeester en wethouders gezegd dat men zich niet druk moest maken, omdat men altijd nog de kans had, wanneer het bestemmingsplan "Buitengebied" aan de orde zou komen, een bezwaarschrift in te dienen. Het bevreemdt hem dan ook dat nu geschreven wordt dat het bezwaarschrift wordt afgewezen op grond van het feit dat het raadsbesluit van 17 maart 1977 is genomen. Dan heeft hij bij de bestudering van de plankaart met betrekking tot de onderscheidene bestem mingen nog een tweetal opmerkingen. Op de eerste plaats is hem gebleken dat oliehandels duidelijk bedoeld zijn als industrie bestempeld te worden, maar in de Jan Teunisstraat is een oliehandel gevestigd, die toch nog als burger woning staat aangemerkt, terwijl elders één of twee oliehandelaren duidelijk wel als industrie zijn bestempeld. Dan is hij gestuit op de winkelbestemming welke aan het pand Bornhemweg 82 is toegekend. Op zich kan hij tegen die bestemming geen bezwaar hebben; er is thans een winkel gevestigd en hij meent dat met verkregen rechten rekening moet vrorden gehouden, wat overigens op vele plaatsen in het bestemmingsplan wordt gedaan. V/aar hij echter wel moeite mee heeft is het feit dat krachtens de bestemmingsvoorschriften het bouwperceel slechts voor 25$ mag worden bebouwd. Dit percentage geeft betrok kene, gezien de reeds gerealiseerde bebouwing, geen enkele uitbreidingsmoge lijkheid meer. Met betrekking tot de omvangvan het desbetreffende perceel merkt hij op dat slechts aan een klein gedeelte van het totale kadastrale perceel, dat in zijn totaliteit ongeveer 1-J ha groot is, een winkelbestemming

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 205