-9- bedrijfsvoering als agrarisch bedrijf bestempeld moeten worden. Betrokkenen heb ben weliswaar geen bezwaarschrift ingediend maar desalniettemin zou men deze bedrijven gezien de omvang als agrarische bedrijven moeten bestempelen. Dit betreft het bedrijf van Willemse aan de Bornhemweg. Deze heeft een planten- kwekerij 0+ 500 m2 staanglas; verwarmd). Voorts betreft het een bedrijf van Bastiaansen aan de Moerdijksestraat. Deze houdt ruim 1000 slachtkuikens. Dit bedrijf is niet als zodanig vermeld; het is aangegeven zijnde een burgerwoning. Verder kan hij de beslissing ten aanzien van het bezwaarschrift van Meesters niet delen. Zijn bedrijf moet eveneens gezien de omvang als een agrarisch bedrijf worden aangemerkt. Men kan zich afvragen of die verplaatsing naar de Oudlandweg wel zinvol is. Het wordt af gedaan op grond van de grootschalige karakteristiek. Hij dacht dat men niet af kon gaan op hetgeen deze man nu heeft maar wat deze ter plaatse gaat doen. Voorts is hij van mening dat het bedrijf van Verbaten niet als agrarisch hulpbedrijf maar als agrarisch bedrijf aangemerkt moet worden. De heer Jongenelen heeft aan de Pagnevaartweg naast een veilingwinkel ook een agrarisch bedrijf van 3 ha en 30 stuks mestvee. Dan is er nog het geval van Van Domburg. Dit wordt aangemerkt als een agrarisch bedrijf maar op grond van de hinderwet doen er zich problemen voor. Hij dacht dat men bij bestemmings bepalingen geen rekening kan houden met bepalingen van de hinderwet. Er is ook een bezwaarschrift van de boomkwekerijen. Zij hebben gevraagd om tuincentra. Dit is dan ingewilligd. Nu zou er de mogelijkheid moeten komen voor nieuw te vestigen tuincentra in samenhang met de boomkwekerij-activitei ten. Als een boomkwekerij verplaatst wordt dan moet men ook aan huis planten kunnen verkopen. Er zijn bloemkwekerijen, welke straks in het kader van de ruilverkaveling verplaatst worden. Deze mensen moeten op gelijke basis behan deld worden als de zittenden. Dit zou men kunnen regelen met een vrijstellings bevoegdheid. De heren Oostvogels en Brouwers hebben enkele jaren geleden de mogelijkheid gehad om in het buitengebied te bouwen. Nu worden zij niet als agrariër aangemerkt. Gezien de aard van het bedrijf moet men hen wel aanmerken als agrariër. Als mensen zich in het buitengebied vestigen dan worden er ver schillende richtlijnen gehanteerd. Voor burgerwoningen gelden namelijk andere normen/richtlijnen als voor agrarische bedrijven. Verder wil hij nog enkele opmerkingen maken met betrekking tot de grens van het buitengebied. Uit de brief van de heer Augustijn heeft hij begrepen dat het verstandiger is om het eigendom van de heer Augustijn langs de Havendijk de bestemming van industrieterrein te laten behouden. Nu wordt er voorgesteld om dat stuk een agrarische bestemming te geven. Hij vindt het allemaal een onduidelijke zaak. Men heeft 25,per m2 betaald voor het overnemen van een stukje grond met industriële bestemming. Nu blijkt het stuk grond ineens een agrarische bestemming te hebben. Hij dacht dat de consequenties voor de heer Augustijn nog groter zijn. Verder is er nog een probleem ten aanzien van de heer Meesters, die een winkelbedrijf naast zijn tuinbouwactiviteiten heeft aan de Bornhemweg. Deze heeft een kleinere oppervlakte welke hij mag bebouwen. Hij zou willen vragen welke perspectieven er zijn voor een dergelijk winkeltje. Voorts is hij blij met het feit dat de P.P.C. de oostelijke rondweg niet wenst. Het tracé voor de zuidelijke rondweg roept vooral bij de fractie van Oudenbosch Leefbaar ernstige bezwaren op. Als men nu kijkt'dan ziet men dat men gebieden met landschappelijke waarde gaat sparen. Het tracé loopt nu over het atletiekveldje van Albano. In de brief van de P.P.D. heeft hij gelezen dat het probleem lag in de gemeente Hoeven. Hij heeft daaruit afgeleid dat het het plan rond de Heinsberg moet zijn waar de zuidelijke rondweg doorheen zal moeten gaan, wil deze aansluiten op een andere verkeersweg. Een dergelijke rondweg vraagt 50 ha. Dat betekent dat dat voor vele gezinnen problemen zal opleveren. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan de heer Rennings. Het lid RENNINGS zegt allereerst te willen opmerken dat men in 1975/1976 met de voorbereiding van het plan is begonnen en dan valt het op dat men in de correspondentie van toch wel een aantal belangen-organisaties erg veel positieve geluiden hoort over de wijze waarop betrokkenen er worden bij-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 203