-27- of de commissie beschikbaarstelling expositieruimte in de ene kategorie valt of in de andere. De VOORZITTER zegt dat men nu voor de situatie zit dat wij een aantal ver ordeningen hebben. Men moet iedere verordening aanpassen. Daarvoor ligt hier nu een voorstel. Het voorstel betreft niet het college voor de verlening van bijstand en de A.R.O.B.-commissie. Het betreft wel de andere commissies waarbij nog niets bepaald is. De algemene omschrijving zou werkbaar zijn als men straks een verordening heeft waarin alle commissies zitten. Men moet nu elke verordening wijzigen. Hij denkt dat men zich nu wel moet uitspreken over v/elke we willen. In de praktijk kan het op hetzelfde neerkomen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij met name denkt aan de commissie die wij in het begin van de vergadering ingesteld hebben. Deze staat niet bij de op somming terwijl deze hier wel bij thuis hoort. De VOORZITTER zegt dat die verordening reeds aangepast is. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat deze bepaling daarvoor van toepassing verklaard is. Het betekent wel dat deze commissie een uitzonderingspositie inneemt. De VOORZITTER zegt dat men eigenlijk niet met de opsomming kan werken. Men werkt met die opsomming om aan te geven hoe volledig men is. Men moet eigen lijk per verordening een wijziging aanbrengen, Alleen bij de welzijnscommis- sie heeft men deze wijziging meegenomen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat dit eigenlijk inhoudt dat hij zijn voorstel kan intrekken en dat men apart moet vaststellen of de commissie beschikbaar stelling expositieruimte hierbij blijft staan of niet. De VOORZITTER zegt het wel te mogen omdraaien. Wij zijn het eens met al die wijzigingen met uitzondering van die ten aanzien van de commissie be- schikbaarstelling expositieruimte. Het lid KOP JANSEN zegt dat hij in principe niet tegen de openbaarheid, is. Zijn bezwaar richt zich tegen het feit dat dit voorstel nu gedaan wordt zonder vooroverleg met de betrokken commissies. Hij was in de veronderstelling dat er minstens een overleg zou plaatsvinden met commissieleden, niet-raadsleden. De VOORZITTER zegt het voorstel van de heer Kop Jansen zo te willen vertalen dat deze voorstelt op dit moment de verordening niet te wijzigen, maar vanuit de raad te vragen aan de commissie om, zoals alle andere commissies, voortaan openbaar te gaan vergaderen. Het lid KOP JANSEN zegt dat eigenlijk de ingangsdatum problemen geeft. Als men openbaar gaat vergaderen - dan kan men de agenda daar naar regelen. Men kan dan punten, die eventueel problemen oproepen concentreren in een of twee vergaderingen.De commissieleden, niet-raadsleden, i'/orden nu eigenlijk voor een feit geplaatst, zonder dat men eventueel bezwaren naar voren kan brengen. De VOORZITTER vraagt of het geen probleem hoeft te zijn als de verordening nu gewijzigd wordt en dat de ingangsdatum zal zijn de dag na de dag waarop de commissie beschikbaarstelling expositieruimte vergaderd heeft. De ingangs datum kan dan 1 juli zijn. Het lid KOP JANSEN zegt hiermede akkoord te kunnen gaan. Het lid PLEVIER zegt dat het misschien op,praktische gronden beter is om deze verordening ongewijzigd te laten. Men gaat over een tijdje - dat zal toch geen jaren gaan duren - alle verordeningen tot een model brengen. Het lid VAN ELZAKKER zegt dat de commissie voor georganiseerd overleg nu ook buiten deze regeling valt. Als men spreekt over alle commissies dan moet deze commissie toch ook in die opsomming meegenomen worden. De VOORZITTER zegt voor te stellen dat de verordening van de commissie be schikbaarstelling expositieruimte nu wel gewijzigd wordt maar dat de datum van inwerkingtreding van deze wijziging 1 juli 1979 is. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat er nog een voorstel ligt met betrekking tot de A.R.O.B.-commissie en met betrekking tot een andere commissie. Hij kan zich voorstellen, omdat het a bout portant wordt ingelegd, dat men dit wil mee nemen bij een totale wijziging, zodat hierover nog een keer gediscuteerd kan v/orden in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken. Hij wil dit namelijk niet graag zien verdwijnen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen onder aantekening dat de wijziging van de verordening van de commissie beschikbaarstelling expositieruimte per 1 juli 1979 in werking zal treden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 193