-26-
aantal commissies genoemd is. Deze opsomming moet men eigenlijk doorstrepen.
Daarvoor moet men in de plaats zetten de commissies, die zijn ingesteld ex
artikel 62 - artikel 61-commissies zijn van nature openbaar Dit betekent dat
ook commissies die nog ingesteld worden hierbij betrokken worden. Admini
stratieve rechtspraak is als regel ook openbaar. Hij mist hier dus de A.R.O.B.
commissie en de commissie beroepzaken bouwverordening. Rechtspraak geschiedt
altijd in het openbaar. Nu kan men wel zeggen dat het geen rechtspraak is
maar een voorbereiding daarvoor. Hij denkt dat men toch erg voorzichtig moet
zijn met het maken van dat onderscheid, omdat de raad, als het goed functio
neert, zich in hoofdzaak bij dat stukje openbare rechtspraak baseert op het
geen de hoorcommissie heeft mede te delen. Dat is dan de vrucht van een be
sloten bijeenkomst geweest.
Het lid KOP JANSEN zegt de indruk te hebben dat men niet goed weet waarover
het eigenlijk gaat. Bij de commissie beschikbaarstelling expositie-ruimte
komt het voor - dat is niet altijd in de verslagen terug te vinden - dat er
vaak verzoeken zijn om te exposeren. Het v/erk wordt bekeken. Aan de hand van
de beraadslagingen wordt besloten al dan niet te adviseren iemand de gelegen
heid. te geven te exposeren. Hij vindt dit een groot verschil met een artikel
dat in de kranten staat over een bestaande expositie, want het publiek kan
dan gaan kijken. Zouden die beraadslagingen in het openbaar plaats hebben
dan hebben de mensen geen enkele gelegenheid om te constateren of het al dan
niet juist is. Hij heeft ook geen bezwaar tegen openbaarheid. In eerste in
stantie heeft hij ook gesteld dat de commissie een plan zou moeten kunnen
uitwerken waarin openbaarheid gestalte gegeven kan worden. Zijn bezwaar gaat
voornamelijk uit tegen de aanpak van de materie. Het is juist zoals de heer
Van der Graaf zegt dat het al enige tijd bekend is dat de openbaarheid ge
regeld zal worden. Maar de commissie beschikbaarstelling expositieruimte had
de aanpak anders verwacht dan het nu gebeurd is. Hij vindt dat er overleg had
kunnen plaatsvinden. Voor zijn gevoel is nu alles openbaar ten koste van alles.
Het besloten vergaderen zal meer voorkomen dan de meesten zich zullen realiseren.
Het lid PLEVIER zegt dat hij wel wil waarschuwen dat men niet moet praten
over openbaarheid omwille van de openbaarheid maar omwille van het nut ervan.
Mogelijkerwijze moeten enkele dingen nader bestudeerd worden die mogelijk
ander licht op de zaak kunnen werpen.
Het lid WIJNEN zegt het betoog van de heer Kop Jansen gehoord hebbend voor te
willen stellen om de openbaarheid voor de commissie beschikbaarstelling expo
sitieruimte over enige tijd te regelen zodat de commissie zich hierover kan
beraden.
De VOORZITTER zegt twee verschillende geluiden te constateren. Op de eerste
plaats dat er een principe ligt wat als uitgangspunt gehandhaafd blijft. Aan
de andere kant ligt het gevoelen dat wellicht de eigen specifieke situatie
van de commissie beschikbaarstelling expositieruimte vraagt om enige aanpas
sing op dit moment. Hij denkt dat de standpunten duidelijk genoeg zijn. De
heer Van der Graaf wil verder gaan dan het voorstel van burgemeester en
wethouders door te zeggen dat alle commissies ingesteld op grond van artikel
62, waarbij hij ten onrechte van uit gaat dat die van artikel 6~\ van nature
altijd openbaar vergaderen. Deze vergaderen alleen openbaar als het in de
verordening, waarbij zij zijn ingesteld, geregeld is. Voorts wil hij erop
wijzen dat de A.R.O.B.-commissie geen commissie is in de zin van artikel 61
of 62. Het is een gestalte geven aan de interne werkwijze van de raad. Daar
gaat het om belanghebbenden. Deze commissie leent zich minder voor openbaar
heid. Hij zou voor willen stellen om de commissie beschikbaarstelling expo
sitieruimte uit te sluiten van de besluitvorming op dit moment. Dan doet zich
wel de vraag voor of de heer Van der Graaf zijn voorstel in stemming wil
brengen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij alle commissievergaderingen openbaar wil
maken voorzover dat reeds niet expliciet in de verordening geregeld is. Als
het in deze zin geformuleerd wordt dan zijn alle commissievergaderingen in
principe openbaar en dan blijft de weg open om te stellen dat bijvoorbeeld het
college voor de verlening van bijstand - daar dit expliciet vermeld is -
in beslotenheid blijft vergaderen. Door de raad zal dan vastgesteld moeten worden