-?3- Het lid RENNINGS zegt vooruitlopend op het vaststellen van een verordening de raad te v/illen voorstellen om de leden van de A.R.O.B.-commissie in deze commissie te benoemen,, Zij hebben in zekere mate ervaring» Men loopt dan niet vooruit op het dadelijk vaststellen van een nieuv/e commissie» De VOORZITTER zegt dat er een zeer essentieel verschil is. Bij de commissie op grond van de wet A.R„0»B» gaat het om besluiten die u als raad al eens hebt genomen en waarbij men bij u als raad in bezwaar komt om later in beroep te gaan bij de Raad van State» Hier gaat het om een eerste nieuv/e beoordeling van de kant van de raad. Uit een oogpunt van spreiding van het v/erk lijkt het hem dat het aanbeveling verdient een aparte commissie te benoemen omdat er nogal wat van dit soort vragen komt. Zeker omdat daar, waar bestemmings plannen niet blijken te' voldoen aan wensen van individuele burgers, men in toenemende mate kiest voor een beroep op de raad» Inmiddels liggen er reeds enkele beroepschriften. Het lid VAN DER GRAAF zegt toch mede te kunnen voelen met hetgeen de heer Rennings zegt» Deze spreekt zich heel duidelijk niet uit om als straks de ver ordening vastgesteld is hetzelfde te doen» De heer Rennings wil alleen deze periode overbruggen» Er liggen drie gevallen voor de raad ter inzage. Hij neemt aan dat de leden ook kennis kunnen nemen van die gevallen die nog niet ter inzage liggen. De VOORZITTER zegt dat het verstandig zou zijn als wij zouden afspreken dat ieder verzoek om voorziening in de toekomst onmiddellijk naar die raadscommissie gaat en dat deze de zaak op een zo kort mogelijke termijn behandelt. Het voorstel van de heer Rennings luidt: om de door uw raad aangewezen com missie op grond van de wet A.R.O.B» te belasten met de werkzaamheden zoals in het preadvies wordt bedoeld» Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 12. Voorstel tot 168e "ijziging der gemeentebegroting 1978 in verband met raming van de definitieve personeelslasten. Het lid VAN DER GRAAF zegt te willen wijzen op een van de laatste regels van het preadvies, luidende: "De verhoging van de raming van de i^ethouderswedden en uitkeringen aan gewezen wethouders beloopt een bedrag van 6.391 »36':» Hij wil hieraan koppelen d.at er nog een belofte van het college loopt om dit in mei nog ter discussie te stellen» Dat kan nog. Hij hoopt dat het nog ge beurt» Hij wi1 erbij vermelden dat zijn fractie geen problemen heeft om in te stemmen met deze begrotingswijziging en wel onder de nadrukkelijke ver melding dat het geen standpunt inhoudt ten aanzien van die uitkering aan gewezen wethouders. De VOORZITTER zegt dat hij met betrekking tot de toezegging, die er van de kant van het college ligt, moet zeggen dat er door gecompliceerdheid van de toezegging door een suggestie van de heer Van der Graaf, namelijk om te in formeren bij binnenlandse zaken - en daar wij die niet aan het lijntje hebben - v/ij niet in staat zijn om in deze maand al met een concreet voorstel te komen. Vandaag is een brief uitgegaan met het verzoek mede te delen wat het standpunt van binnenlandse zaken is. Het college zal proberen het zo snel mogelijk in de raad te brengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen» 13. Voorstel tot wijziging van verordeningen, dregelende de taak, samenstel ling en werkwijze van commissies in verband met de openbaarheid van vergaderingen. Het lid KOP JANSEN zegt dat dit voorstel bij hem op nogal ernstige bezwaren stuit. De commissieleden, niet-raadsleden, zijn niet betrokken bij deze aangelegenheid. Zij zouden een waardevol advies inzake dit moeilijke onder werp hebben kunnen geven. De conscnuenties ten aanzien van de openbaarheid van vergaderingen zullen voor alle commissies verschillend zijn» Het is zin vol om die goed te overwegen» Vooral de commissie beschikbaarstelling expo sitieruimte zal met grote problemen te kampen krijgen. De beraadslagingen in die commissie betreffen voornamelijk het afwegen of een kunstenaar al of niet

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 189