lagere importantie. Vandaar dat zij geen aanleiding geven tot discussie. V/at betekent dit plan eigenlijk voor Oudenbosch. De gevolgen van de voorgestelde herziening zijn voor Oudenbosch op langere termijn zeker ongunstig, zowel op het terrein van de woningbouw als van de handel en industrie als van het onder wijs. Voor wat betreft de woningbouw zou het aanbeveling verdienen aan groei- klasse 3 een ruimere interpretatie te geven of een indeling in groeiklasse Wat betreft handel en industrie - zoals in het commentaar van burgemeester en wethouders aangestipt is - is het huidige beleid van de gemeente steeds en nog steeds gericht op een geleidelijke groei. Een functie, die Oudenbosch traditioneel al jaren heeft en die bovendien in het vigerende streekplan aangemoedigd wordt. Deze functie wordt nu plotseling afgestopt. Hierdoor worden niet alleen toekomstige ontwikkelingen praktisch verhinderd maar ook huidige bedrijfsinvesteringen, uitbreidingen en vestigingen onder zware druk gezet. Dit geldt voor allerlei ondernemingen in de bouwnijverheid en middenstand, die toch al zwaar te lijden hebben van de concurrentie uit de grote steden. Nieuwe vestigingen dienen volgens het voorliggend concept in de stadsregio's verwezenlijkt te worden. Dit zal ongetwijfeld zijn weerslag hebben op mogelijke uitbreidingsplannen van bestaande industrie. Oudenbosch heeft sinds vele decennia een streekfunctie als onderwijscentrum. De gemeente is erin geslaagd gelijke tred te houden met de eisen, welke tegenwoordig aan opleidingsinstituten worden gesteld, door nieuwe gebouwen en andere voor zieningen te realiseren of te laten realiseren. De relatie tussen Oudenbosch en vele gemeenten in Noord-West-Brabant is op dit gebied oud en sterk. Te vrezen is dat door de voorgestelde ontwikkeling van de stadsregio's deze functie voor een deel verloren zal gaan. Samenvattend: kritiek op de uit gangspunten van het concept herziening streekplan en signalering van nadelen voor onze gemeente. Zijn voorstel is dan ook om de bezorgdheid te uiten over de inhoud van dit streekplan. Het lid EENNINGS zegt niet te pretenderen dat hij het gelezen heeft. Hij zou een vergelijking willen maken met een krentenbrood, vrat er aan de buitenkant prachtig uitziet, waarbij bij het aanschouwen het water uit de mond loopt en waarbij op het moment dat men het gaat eten blijkt dat er geen krenten in zitten, althans dat ze moeilijk te vinden zijn. Hij denkt dat het niet verder komt dan deskundigen. Het staat zo ver af van d.e mensen, die in dit gebied wonen. Als mensen, die hiervoor belangstelling hebben, het rapport op z'n hoofdpunten zouden willen bestuderen, dan denkt hij dat zij er niet in zullen slagen deze punten eruit te halen. Hij vindt het erg belangrijk dat de planning van de ruimtelijke ontwikkeling, zoals die in het streekplan wordt aangegeven, uiteraard ter hand dient te worden genomen, met inachtneming van de ontwikke lingen uit het verleden en met de huidige opvattingen, zoals die uit het alge meen maatschappelijk oogpunt naar voren komen. Algemeen maatschappelijk oog punt is datgene wat de burger voelt/ervaart. Die burger moet dan kunnen na gaan wat de deskundigen met die voorstellen/suggesties ten aanzien van het streekplan beogen. Dan zal men minimaal de hoofdzaken eruit moeten halen. Hij heeft de laatste weken de discussiesin andere gemeenten gevolgd. Zelfs in gemeenten waar men een commissie heeft die zich specialiseert op het gebied van de ruimtelijke ordening. Dan moet hem van het hart dat men in twee/drie vergaderingen niet verder komt dan heel uitgebreid praten over een tekening. Het enige waarover men praat is over groeiklasse 1, 2, 3, of 5« Daarvan wordt dan een rapport gemaakt van 200 pagina's. Hij vraagt zich kritisch af waarom kiest men dit en niet iets anders. Hij vindt dat er nauwelijks alternatieven in staan. Er is zelfs nauwelijks aangegeven waarom van het huidige vigerende plan afgeweken is en wat de maatschappelijke gevolgen zijn voor de gemeenten daar waar op ingrijpende wijze van het vigerende plan wordt afgeweken. Hij wil dit met een voorbeeld verduidelijken. Volgens het huidige plan behoort Oudenbosch tot de sub-regio Roosendaal. Volgens het huidige plan zou Oudenbosch een bepaalde ontwikkeling door moeten maken. Op grond van die ontwikkeling is concreet het bestemmingsplan Albano vastgesteld. 800 woningen zouden binnen 10 jaren moeten v/orden opgeleverd. Dat is door gedeputeerde staten goedgekeurd. Op datzelfde moment waren de heren stukkenschrijvers al bezig een streekplan te maken wat gewoon uitsluit dat men in 10 jaren Albano kan maken. Dat wil

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 181