-10-
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde de benoeming
van de leden van de welzijnscommissie.Hij nodigt de heren Kop Jansen en Van
Hoek uit als commissie van stemopneming te fungeren* Hij stelt voor eerst de
twee leden uit uw raad te benoemen*
Het lid RENNINGS zegt dat de heer Van Hoof gezegd heeft dat de verschillende
stromingen uit deze raad in de commissie vertegenwoordigd moeten zijn» Om
daarvan te laten blijken zou hij de heer Den Braber als kandidaat voor willen
stellen.
De stemming heeft tot resultaat:
de heer Den Braber: 1*f stemmen»
blanco: 1 stem»
Benoemd is derhalve de heer Den Braber.
Desgevraagd verklaard de heer Den Braber zijn benoeming te aanvaarden.
Het lid WIJNEN zegt als tweede kandidaat uit de raad de heer Rennings voor te
stellen. Deze houdt zich regelmatig inhoudelijk bezig met de materie.
De stemming heeft tot resultaat:
de heer Rennings: 14 stemmen.
blanco: 1 stem.
Benoemd is derhalve de heer Rennings»
Desgevraagd verklaart de heer Rennings zijn benoeming te aanvaarden.
De VOORZITTER stelt voor over te gaan tot de benoeming van de vier niet-raads-
leden.
Het lid RENNINGS zegt als eerste kandidaat de heer Daeter voor te stellen. De
stemming heeft tot resultaat,
de heer Daeter: 14 stemmen,
de heer Mol: 1 stem»
Benoemd is derhalve de heer H.G.M» Daeter.
Het lid WIJNEN zegt de heer Klijs kandidaat te stellen.
Het lid DEN BRABER zegt voor de tweede vacature de heer Mol kandidaat te stel
len.
De stemming heeft tot resultaat:
de heer Klijs: 10 stemmen,
de heer Mol: k stemmen,
blanco: 1 stem.
Benoemd is derhalve de heer A.C.H. Klijs.
Het lid DEN BRABER zegt de heer Mol kandidaat te stellen.
Het lid PLEVIER zegt mevrouw Gouverneur-Lamers kandidaat te stellen» De stem
ming heeft tot resultaat,
de heer Mol: 11 steramen.
mevrouw Gouverneur-Lamers: k stemmen.
Benoemd is derhalve de heer C. Mol.
Het lid PLEVIER zegt mevrouw Gouverneur-Lamers wederom kandidaat te stellen.
Het lid VAN HOOF vraagt of het mogelijk is naast de voordracht iemand kandi
daat te stellen.
De VOORZITTER zegt dat dit niet mogelijk is. De verordening schrijft voor dat
burgemeester en wethouders een voordracht moeten doen. Men kan op z'n hoogst
zeggen dat het college zijn huiswerk niet goed gedaan heeft en dat men met een
andere voordracht moet komen.
Het lid VAN HOOF zegt aan deze voordracht graag als kandidaat de heer Van
Overveld te willen toevoegen.
Het lid WIJNEN zegt mevrouw Matser-Jansen kandidaat te stellen.
De stemming heeft tot resultaat:
mevrouw Gouverneur-Lamers: 3 stemmen.
Mevrouw Matser-Jansen: 11 stemmen.
ongeldig: 1 stem.
Benoemd is derhalve mevrouw C.M. Matser-Jansen.
2B. Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling "Regeling Streek-
gewest Westelijk Noord-Brabant.
De VOORZITTER zegt een kleine omissie te willen goedmaken. Het voorstel dat