Het lid RENNINGS zegt ook lof toegezwaaid te hebben aan de v/ijze van selecteren Voor hem heeft zwaar gewogen de kwaliteit van het interview. Dit gaf aan de kandidaten ruimte genoeg om zich te presenteren en om inzicht te geven in hoe verre zij betrokken zijn bij het maatschappelijk gebeuren in Oudenbosch en bij welzijnszaken en in welke mate zij in staat zijn daarin inhoudelijk bij te dragen. Hij vindt dat het dan van de kandidaten afhangt in welke mate zij dat invullen. Het lid BROUWERS zegt geen problemen te hebben met de toevoeging, die de heer Den Braber wil maken te weten op de juiste wijze en op tijd. Voorts heeft de heer Den Braber een aantal zaken gemist. Onder andere de invulling van een tussentijdse vacature. Hij dacht dat de redactionele wijziging op artikel 5 door de heer Plevier al was opgelost. Voorts zegt de heer Den Braber dat deze commissie en de sportraad op het uitvoerend vlak elkaar zullen overlap pen. Hij denkt dat dat er inderdaad in kan zitten. Hij dacht dat de sportraad juist bjjna alle zaken behartigt die het welzijn van de burgers aangaat. Het probleem is overigens dat ook in de rijksbijdrageregeling en in alle geschriften, die daaromtrent zijn verschenen, over de sportieve recreatie zoveel misverstand is. In de laatste redactie wordt ruimte gelaten om onder delen van de sportieve recreatie - als deze duidelijk omschreven zijn - onder de rijksbijdrageregeling te laten vallen. Hij denkt dat het verschil zit in sport als doel of sport als middel. Hij denkt wel dat het aanbeveling ver dient de ontv/ikkeling in de gaten te houden. Wanneer men tot de ontdekking komt dat zoveel zaken door beide commissies behartigd worden of dat er zoveel overlappingen zijn dan moet men op dat moment toch herafwegen. Daarbij komt ook nog, wanneer de beheerszaken betreffende de accommodaties afgerond zijn dat er dan meer duidelijkheid zal zijn, met betrekking tot het terrein van hetgeen de sportraad is of wordt. Hij denkt wel dat men deze mening mee moet nemen. Op dit moment kan men hierover nog weinig concreets zeggen. Voorts wordt er gevraagd de adviezen schriftelijk uit te brengen met vermelding van de minderheidsstandpunten. Hij kan precies overzien wat dat op de secretarie voor conseouenties heeft en of het in te vullen is. Hij denkt wel dat dat zal kunnen. Wat betreft de moeilijkheid als het quorum er niet is kan men de verplichting opnemen dat de voorzitter binnen 1*f dagen de vergadering op nieuw bijeenroept. De VOORZITTER zegt dat het misschien verstandig is om wat dat betreft niets op te nemen, daar op korte termijn een totale opzet komt. Het lid DEN BRABER zegt dat hij deze punten naar voren heeft gebracht om ze mee te nemen bij het herschrijven van de verordening. Het lid BROUWERS zegt dat de heer Den Braber nog een aantal aanvullingen op artikel 5 doet. Deze voegt hieraan onder andere toe: instanties. Dit hoeft natuurlijk niet altijd kostenverhogend te werken. De heer Van Hoof blijkt problemen te hebben met de verhoudingen in aantal. Het college gaat er bij het samenstellen van deze raad vanuit dat men in dermate belangrijke zaken streeft naar het feit dat mensen met verschillende inzichten en redenerende vanuit verschillende maatschappijvisies toch zodanig harmonisch kunnen werken dat dat leidt tot een juiste belangenbehartiging van deze gemeenschap. Men vindt het een summier verslag. Als men met een bepaalde procedure gaat werken dan betaalt men leergeld. Wat in het verslag staat is natuurlijk minder dan wat in het interview tot uitdrukking kwam. Dat zijn vaak zaken die men niet in een paar woorden kan weergeven. Men heeft zich beperkt tot antwoorden op concreet gestelde vragen. De VOORZITTER zegt voor te stellen om de verordening vast te stellen met de wijzigingen zoals door de wethouder is toegezegd te weten dat de bepaling zoals gesuggereerd door de heer Plevier wordt opgenomen met betrekking tot het voorzien in vacatures van leden bedoeld onder artikel 1, lid 1; een bepaling omtrent het schriftelijk uitbrengen van adviezen, met het opnemen van minder heidsstandpunten; het opnemen van het beëndigen van het lidmaatschap door overlijden; de mogelijkheid tot het raadplegen van organisaties en de toestem ming vooraf met betrekking tot financiële consequenties. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 175