er in ieder geval geen sprake meer van een zodanig verschil - men heeft dat
kunnen lezen in een verhaal over de haalbaarheid van een onteigeningsprocedure -
dat men daarop met enige kans van slagen in zou kunnen gaan. Uiteindelijk
zijn die 20.000,eruit gekomen. Dat was op grond van de door Meeüs in
geschakelde rechtbankdeskundige reëel. Ook wij hebben ons in eerste instantie
gesteld op het standpunt dat men fiscale balansen moet hebben. Alleen krijgt
men die pas boven water als men bij de rechtbank inderdaad kan aantonen dat
de economische balansen niet met de realiteit overeenkomen. Dat kon niet meer
toen er over 22.000,werd gesproken. De zaak speelt al geruime tijd zegt
de heer Van Hoof. Men moet zich wel realiseren hoe lang die zaak al loopt.
Er was aanvankelijk sprake van een gebruik door de heer Broos, waarbij niet
van een pacht gesproken moest worden. Daartegen heeft de heer Broos zich ver
zet. Hij heeft bij het kantongerecht gelijk gekregen. De eigenaar van de
grond heeft zich daartegen weer verzet. Maar ook het hof heeft zich uitge
sproken dat er sprake was van pacht. Op dat moment zijn wij opnieuw gaan
praten met Polyzathe, de eigenaar. Wij zijn tot koop gekomen. Dat is overigens
kort geleden. Intussen was Meeüs al aan die taxatie bezig. Van de kant van
Meeüs werd toen de heer Sol door een hartaanval werd getroffen* gesteld dat
zij er duidelijk de voorkeur aan gaven om het beter worden van de heer
Sol af te wachten, omdat hij degene was die het eerst in aanmerking komt
om dat te doen. Daardoor hebben wij zeker tijd verloren. Daar zit niet al het
verlies in. Men is nog van plan geweest om de opstand te kopen omdat men
anders de komende tijd verplicht zou zijn om het te kopen. Met die beperking
van die waarde had men dan niets meer kunnen bereiken. Nu hebben we een
stuk van die waarde af gekregen en terecht omdat de stelling dat het allemaal
eerste klas materiaal was door de chef plantsoenendienst niet werd onder
schreven. Daarnaast hebben we nog enige opbrengst kunnen krijgen omdat er
nog verplantingen mogelijk waren. Als met het aanleggen van de riolering
en dergelijke nog meer te sparen is dan zal men proberen het plantseizoen, het
najaar, te gebruiken, om zoveel mogelijk te sparen.
Het lid VAN HOOF zegt te willen vragen of er door de heer Broos correct ge
handeld is met betrekking tot het voorbereidingsbesluit.
De VOORZITTER zegt dat hij het zo niet kan zeggen of er wel of geen aanleg-
vergunning afgegeven is aan de heer Broos.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat in het eerste voorbereidingsbesluit geen
aanlegvergunning afgedwongen werd, maar in het tweede wel.
Het lid WIJNEN zegt dat de heer Broos hem medegedeeld heeft dat hij van de
gemeente een tijd terug al bericht gekregen had dat hij mocht planten. Wat
dat betreft heeft de heer Broos wel correct gehandeld.
Het lid VAN HOOF zegt gaarne te zijner tijd nader omtrent deze zaak inge
licht te willen worden.
De VOORZITTER zegt toe dat dit uitgezocht zal worden en dat hierop in de
commissie voor algemene en bestuurlijke zaken wordt teruggekomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
17° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor huur van een fotocopieer-
apparaat met wijziging gemeentebegroting 1979.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
18. Rondvraag.
Het lid VAN ELZAKKER zegt dat het voorstel tot het behoud van het ziekenhuis
niet aangenomen is. Dit zal wel in de pers komen. Hij hoopt dat het niet ver
keerd over zal komen, daar het niet aannemen van het voorstel inhoudt dat wij
tegen het behoud van het ziekenhuis zijn.
De VOORZITTER zegt dat niemand dat zo heeft uitgesproken. Er zijn leden van
uw raad geweest die zich heel nadrukkelijk hebben uitgesproken voor het
behoud van het ziekenhuis te zijn alleen niet zoals dat nu gepresenteerd is.