-.22-
tijd ruim ^00.000,aan winst overhoudt. Men kan dat al zien in de opbouw
van de bedragen. Voor hem zou de schalenbehandeling alleen maar mogen spreken.
Dat zijn de exacte gegrvens waarop de vergoeding gebaseerd zou moeten zijn.
Nu kan het juridisch misschien niet mogelijk zijn, maar hij heeft toch het
gevoel dat de gemeente op deze wijze een bedrag wat ontzettend hoog is, gaat
betalen. Men staat met de rug tegen de muur. Men moet het wel doen anders
kan men niet met het bestemmingsplan Albano beginnen. Hij heeft het idee dat
de tegenpartij dat aspect heel goed uitgespeeld heeft. Men heeft hiermede meer
te maken gehad. Bij de reconstructie van de Pagnevaartweg zijn mensen geweest
die de zaak zo lang tegen hielden dat zij het zo maar kregen. Het moet hem
toch van het hart. Deze zaak speelt al heel lang. Herhaaldelijk is zowel
vanuit deze raad als vanuit verschillende commissies gevraagd hoe het staat
met de voortgang van de verwerving van de grond en de uit de pachtneming
van deze grond. Steeds is er als antwoord gekomen dat het een moeilijke zaak
is en dat men in onderhandeling is. De mensen waren niet te benaderen of niet
te bereiken. Hij betreurt dat. Het is toch niet van de ene op de andere dag
gekomen dat men kwam te weten dat men dat stuk grond op een bepaald moment
nodig zou hebben. De zaak loopt volgens hem uit de hand als men niet over
die grond kan beschikken. Volgens hem heeft dit de doorslag gegeven om tot
vaststelling van dit bedrag te komen. Door tegen dit voorstel te stemmen kan
hij de zaak niet oplossen. Hij wacht het antwoord nog even af alvorens zijn
definitieve standpunt te bepalen.
Het lid WIJNEN zegt dat in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken
toegezegd is dat de taxateur een actievere opstelling moet gaan innemen.
Bij hem was het overgekomen als een stagnatie in de onderhandelingsfase.
Hem heeft het verwonderd dat er een tijd later pas papieren op tafel kwamen.
Het plantseizoen is nu voorbij. Nu wordt gezegd dat men de planten tegen een
bepaalde -waarde over moet nemen.
De VOORZITTER zegt dat de handtekening van de heer Broos inderdaad ontbreekt
en dat er van deze overeenkomst slechts een exemplaar is. Dit komt omdat de
heer Broos enige problemen had met de omschrijving. Het was met zijn des
kundige zo wel overeengekomen. Hij zal er nu geen problemen meer mee hebben
daar wij vanmorgen een brief van hem hebben ontvangen waarin staat wat hij er
allemaal uitgehaald heeft, dat de prijzen in waardebepaling van de opstand
staan en dat men dat van de vergoeding mag aftrekken. De handtekening staat
dan weliswaar niet onder de verklaring maar wel op deze brief. Nu zegt de
heer Van der Graaf dat de heer Broos geen enkele dwang heeft om nog te handelen
met de opstand. Wat wij hebben willen bereiken was dat hij er zelfs helemaal
af zou blijven, want hij had geen belangstelling om daarmede te handelen,
daar zij toch vergoed zullen worden. Op de dag dat de handtekening geplaatst
zou zijn zouden wij over de opstand beschikken. 's-Avonds om 11.00 uur hadden
wij nog contact met de Heidemij om te proberen objecten te vinden voor het
kwijtraken van die opstand. Wij zijn zelf nagegaan wat voor ons waardevol
zou zijn. Voor een waarde van 20.000,heeft men op woensdag, donderdag
en vrijdag overgebracht. Hierdoor is een gedeelte van de opstand gered.
De heer Van Hoof heeft problemen met de manier waarop de waardebepaling tot
stand komt. Hij wil hem er wel op attenderen dat het niet 22.000,per ha.
is maar 20.000,per ha. Dit met name omdat er een zekere precedentwerking
vanuit kan gaan. De 20.000,liggen helemaal niet zover van de bedragen,
die wij in het recente verleden hebben moeten betalen. Hij heeft zich laten
vertellen - hij geeft deze mening graag voor een betere - dat 29.000,
in een dergelijke situatie wel zou kunnen. Wij zeggen met uw raad dat dat
niet kan. Dat is volstrekt onmogelijk. Men zou gek zijn als wij allemaal niet
zouden proberen een stukje grond te krijgen en boomkweker te worden. Vandaar
ook dat v/ij het bedrag uit de exploitatie-opzet tegenover dat bedrag hebben
gesteld. Die deskundige was daardoor nogal gepikeerd omdat hij vond dat hij als
ondeskundig ter zijde werd gesteld. De kostprijsberekening was niet gebaseerd
op de economische balansen van de mensen om wie het ging. Het was een greep
op basis van cijfers uit het verleden. Vandaar dat er ook niet te veel waarde
mag worden gehecht aan die 15.000, Toen men helemaal zat op 22.000,—
tegenover het bod 20.000,dat door de deskundige van Meeus gedaan was, was