27- partijen geldt» Hij denkt dat dit een prijsoverweging met zich moet brengen» Wanneer men de voorgeschiedenis bekijkt dan ontdekt men dat er een taxatie van 2-jr miljoen gulden geweest is en dat er. een heen en weer geschrijf met het instituut plaats heeft gehad voornamelijk over de Mariaschool. De taxateur zegt hiervan dat hij het gebouw getaxeerd heeft als gebouw maar hij is geen onderwijskundige en hij weet dus niet wat voor extra problemen in de zin van de Lager-onderwijswet een schoolgebouw met zich kan brengen. Daarom is de prijs 510=0005 Daarover zijn enkele opmerkingen geweest. Opmerkingen, die erop neerkomen dat de school op verschillende wijze getaxeerd kan worden. In elk geval zou de taxatie niet boven de 100.000,mogen komen. Er waren problemen rondom de prijs van de gronden, die gelijkertijd ingebracht werden. Uiteindelijk rolde er toen de over-all prijs uit van 2.000.000,Dan zit men daarbij gelijk met het probleem - als men bekijkt welke financiële calculaties er gemaakt worden-hoe deze school in de calculaties ingebracht moet worden. Wordt die school voor de oorspronkelijke prijs van 510.000,uit het totaal gelicht en wordt dat ten laste gebracht van artikel 72 van de Lager-onder- wijswet en wordt daarna die school overgedragen aan het schoolbestuur, of zit die 500.000,in die calculaties Hij moet zeggen dat hij daar moeilijk achter kan komen, omdat in die calculaties een heel belangrijke post ontbreekt. Een post, waarover wel gesproken wordt bij de totale opstelling. Deze ontbreekt eigenlijk in die zin, bij de aanschafkosten van de diverse kosten. Dat zijn eigenlijk de aanschaffingen van derden, die nog plaats moeten vinden. Dat zou een bedrag van 650.000,moeten zijn. Die waarde van dat schoolgebouw is dan voor hem wat moeilijk om die hierin thuis te brengen. Er is afgesproken - hij citeert dan een brief van 17 maart 1978 van de taxateur - dat "bij de aankoop de gronden met betrekking tot het wandelpark op de aan u voorgestelde wijze bij de transaktie betrokken kunnen \5rorden". Uit de be spreking van 11-7-1978 blijkt dat het de bedoeling is om het totale terrein van de tuin om niet aan de gemeente over te dragen. Deze transaktie zal ge schieden in combinatie met de rest van de terreinen en gebouwen. Ook dat ont breekt in dit voorstel. Hij is niet zo wantrouwig dat dat niet meer door zal gaan. Hij vindt het wel noodzakelijk dat het in het voorstel opgenomen wordt. De besprekingen zijn eigenlijk ingeleid doordat het gemeentebestuur behoefte had om een gedeelte van de kiveekschool te huren. Het instituut meldde toen dat dat wel kon, maar dat er wel een zakelijke prijs bedongen zou worden. Op zich een gebruikelijke zaak, maan in de aantekeningen zegt het instituut verder dat men van de twee schoolgebouwen af wilde. Hieraan hoefde dan geen zakelijke benadering ten grondslag te liggen. Nu weet hij niet precies wat zake lijke benadering is. Als hij die 600.000,ziet staan voor gebouwen, die wij moeten afbreken dan denkt hij dat wij elkaar niet helemaal goed begrijpen. Het instituut vermeldt verder mede te willen werken aan sanering in het be lang van de gemeente Oudenbosch en bij verkoop bepaalt men een billijke prijs. Hij citeert dit allemaal. Dan volgt er iets waarvan hij niet wil zeggen dat dat daarmede in tegenspraak is, maar wat op z'n minst laat denken van menen ze dat nu wel. Dan wordt er gesproken over een projectontwikkelaar die belang stelling heeft. Er wordt niet gezegd of die projectontwikkelaar de initiatief nemer is of het instituut. Broeder Augustijn zegt dan dat zij hem willen laten bieden. Als duidelijk wordt wat Zomerland kan bieden wordt het pas tijd er verder over te spreken. Het wachten is nu op de prijsvorming» De VOORZITTER zegt even te willen onderbreken. Hij weet niet of de heer Van der Graaf nog verder hierop wilde ingaan, maar dat had betrekking op Sancta Maria, dus niet op dit stuk. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat het plan van de projectontwikkelaar, wat aan de leden van de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken ter kennis gebracht is, wel het totale plan bevatte. Als men die twee dingen naast elkaar legt dan vraagt hij zich af wat het Instituut Sint Louis bedoelt met het gestelde dat er geen zakelijke benadering ten grondslag zou liggen, of gold dit alleen voor de kweekschool Het totaal geeft hem in ieder geval de indruk dat het in stituut met een zekere nadruk tracht aan te geven dat men alles doet in het belang van de gemeente Oudenbosch» Een brief van 7-12-1978 sluit dan met de mededeling dat het zedelijk lichaam benaderd is door een projectontwikkelaar en dat men daarop nog niet is ingegaan» Nu kan hij vrij goed lezen. Hij kan

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 156