-1*+- dat deskundigen kunnen worden uitgenodigd in de commissie te verschijnen, ten einde nadere informatie te verstrekken. Lid 2 kan dan verdwijnen. Het gaat veel te ver om daar maanden tussen te laten komen-, omdat de raad eerst een afzonder lijk besluit moet nemen. Dat weet men niet van tevoren of dat nodig is. Dus artikel 5 zou in z'n geheel overgeschreven moeten worden. In artikel 8, lid k staat: "In dit advies wordt eventueel het gevoelen van de minderheid, zo deze dit wenst, vermeld." Dat is een heel slechte redactie. Het is niet zeker dat er een minderheid is. Daarom moet er in ieder geval staan: een minderheid. Het woord "eventueel" kan dan verdwijnen. Dit lid luidt dan als volgt:"In dit advies wordt het gevoelen van een minderheid, zo deze dit wenst, vermeld." Het ontgaat hem waarom er geen verslag zou moeten worden gemaakt van dat gedeelte vein de vergadering, waarin motieven en redactie van het eigenlijke advies opge steld worden. Ook dit verslag is van belang, mede met het oog op een eventueel volgende rechtsgang. Hij denkt de kritiek op dit geval vrij volledig geuit te hebben. Het ergert hem verschrikkelijk dat hij dit moet doen. Hij is van mening dat hij als raadslid niet geroepen is om het werk van het college over te doen. Deze ontwerp-verordening rammelt zo verschrikkelijk dat hij het eigenlijk een schandaal vindt dat deze hier ligt. Het lid RENNINGS zegt op artikel 8, een toevoeging te vallen maken. In lid 5 wordt gezegd aan wie het advies en het ontwerp-besluit moet worden toegestuurd. Hij zou hieraan willen toevoegen dat ook de appelant hiervan een afschrift krijgt. Overigens staat hem bij dat deze verordening in de commissie voor Alge mene en Bestuurlijke Zaken aan de orde geweest is. De redactie is weliswaar niet aan de orde geweest maar wel had de discussie aan de orde kunnen komen over het punt of het college al dan niet moet zijn vertegenwoordigd. Als men vindt dat de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken een goed instrument is om te participeren in de besluitvorming van de gemeente dan vindt hij het vreemd dat dit aspect nu pas aan de orde moet komen. De VOORZITTER zegt dat de heerRennings hem de woorden uit de mond haalt. Op 30 november is het stuk, zoals dit nu voor u ligt, inclusief de volledige tekst van de verordening aan de orde geweest in de commissie voor Algemene en Bestuur lijke Zaken. Hij weet niet of de heer Van der Graaf daar aanwezig was. Hij en zijn fractie hebben de gewoonte er voor te zorgen dat er altijd, iemand is. Hij gaat er van uit dat het zo was. Dat neemt overigens niet weg dat hij nog best op zaken kan terugkomen omdat hij van gedachten veranderd kan zijn. Dan is dat wel in sterke mate. Hij gelooft niet dat het erg veel zin heeft op de redactionele wijziging, zoals de heer Van der Graaf die voorstelt, verder in te gaan. Men krijgt dan een discussie, die men beter in een kleiner comité met deskundigen kan voeren. Dat betekent de zaak terugnemen en opnieuw doen. Op zich kan dat best. Hij heeft alleen de indruk dat de suggestieve wijze van pre senteren van de heer Van der Graaf niet zo ongenuanceerd waar is als hij dat wel presenteert. Hij baseert dat niet op de laatste plaats op het feit dat ook dit een stuk plagiaat is van wat elders bestaat. Als wij voor het formuleren van dit soort zaken staan dan maken wij gebruik van de diensten, die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ons aanbiedt. Ter uitvoering van artikel 390 van de Bouw verordening was dat de verordening zoals die in Purmerend geldt. De V.N.G. presenteert het als een goed voorbeeld. Hij moet dan zeggen dat hij niet gelooft dat het zo rammelt als de heer Van der Graaf doet gelozen. Als de rest van de raad, in gedachten hebbend de behandeling van de zaak in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken, van mening is dat deze zaak wel kan worden vast gesteld dan gelooft hij dat het zinvol is door te gaan. Zou de raad van mening zijn dat het toch opnieuw in behandeling genomen moet worden dan gelooft hij dat het niet zinvol is door te gaan. Dit laatste betwijfelt hij. De heer Rennings zegt dat appelant geen afschrift krijgt. Men kan hem ook een afschrift sturen. Op zich past het bij de bedoeling van een dergelijke commissie. Bij de commissie A.R.O.B. spreekt men ook van horen. Ook daar krijgt de appe lant geen verslag. Hij krijgt op een goed moment de beschikking. Het horen is iets van de raad en dan wel een interne werkwijze van de raad. Als men hiervan wil afwijken dan kan dat. Dat is geen punt.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 14