- de opdracht van gedeputeerde staten aan de commissie om een voorstel uit te werken in de geest van het rapport Festen dan ook onjuist is. rekening houdende met - de betekenis van het St. Elisabethziekenhuis, welke gebleken is uit de vele reacties van de plaatselijke bevolking en de omliggende gemeenten; - de adhesiebetuigingen van de naburige gemeenteraden; - de wenselijkheid de voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg te dec entrali s eren - de slechte bereikbaarheid van het ziekenhuis in Roosendaal voor de regio Oudenbosch. spreekt zijn bezorgdheid uit, indien de voorgestelde plannen worden uitge voerd, over: - de geneeskundige verzorging in het werkgebied van het St. Elisabethzieken huis; - de gevolgen voor de werkgelegenheid in Oudenbosch en omgeving; - de kapitaalsvernietiging bij sluiting van het ziekenhuis in Oudenbosch en de hoge kosten die gepaard gaan met de uitbreiding van het ziekenhuis in Roosendaal. draagt burgemeester en wethouders op: - alles in het werk te stellen om te bereiken, dat het St. Elisabethziekenhuis behouden blijft; - zich te onthouden om medewerking te verlenen aan de uitvoering van de voor stellen in dit rapport. en gaat over tot de orde van de dag.!t De VOORZITTER zegt te betreuren - hij denkt dat velen uit de raad dat met hem zullen doen - dat de heer Kok niet is ingegaan op zijn suggestie, welke hij in de vorige raadsvergadering gedaan heeft, om met dit stuk eigenlijk wat eerder op tafel te komen. Een ieder had dan de gelegenheid gehad om er kennis van te nemen en naar aanleiding daarvan een discussie te voeren. Hij denkt dat - waar zoveel feiten bij elkaar geschreven zijn - het moeilijk is om naar aanleiding van deze motie een discussie te voeren, al kent men de problematiek met z'n allen best wel. Daar staat tegenover dat hij niet kan vragen om dit tot een volgende keer aan te houden want dan denkt hij dat het als mosterd na de maaltijd komt. Het lid RENNINGS zegt dat het zo is, als hij terugkijkt naar de discussie die men in oktober hier gehad heeft, dat alhoewel hij, het advies wat nu aan gedeputeerde staten is gegeven in ieder geval op een aantal punten, vindt dat de overheid niet die verantv/oordelijkheid kan dragen - althans dat komt daarin tot uitdrukking. Het was destijds zo dat de commissie Festen adviseerde dat het binnen 5 jaren dicht ging en Oudenbosch het maar alleen moest doen.Hij proeft uit de op stelling van gedeputeerde, staten na de discussie in de provinciale statelï_duidéli jk de wil om tot een vorm van samenwerking" tussen Roosendaal en Oudenbosch te komen.De uit komst van dat overleg, wat blijkens de rapporten als een goed overleg is be doeld, is enigszins teleurstellend. Als men kijkt naar de kleinschaligheid van welzijnsvoorzieningen, waar hij een ziekenhuis ook toe rekent, dan zegt hij met dat in het achterhoofd dat hij de motie zou kunnen steunen. Er staat echter een aantal opmerkingen in de motie zoals bijvoorbeeld dat de opdracht niet juist zou zijn. Hij weet niet of wij de pretentie kunnen hebben om die opdracht onjuist te vinden en of wij het college kunnen opdragen niet aan die uitvoering van de samenwerking inhoud te geven. Er is namelijk nog iets anders. Daar is een begin van samenwerking en er is nog geen vergunning gegeven om de uitbreiding in Roosendaal te realiseren. Als Roosendaal - nu gaat hij even een gedachtensprong maken - een groei- of deelgroeistad wordt, is dan de uitbrei ding die men realiseert, wel voldoende voor de ziekenhuiscapaciteit. Met andere woorden hij zou dit begin van samenwerking wel tot ontwikkeling laten komen, want over 5 jaren - daar praten we minstens over voordat men aon de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst inhoud kan geven - kan de si tuatie best zo zijn dat wij heel blij mogen zijn met die 100 bedden hier. Dat maakt het voor hem zo moeilijk om zo uit de losse pols ja tegen deze motie te zeggen, ofschoon hij de essentie - het voorlopig handhaven van het zieken huis in Oudenbosch - van harte onderschrijft. Het lid VAN DER GRAAF zegt aansluitend op het betoog van de heer Rennings

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 133