-38-
geweest en wel op een moment dat er een verzoek van het centraal orgaan was
binnengekomen., Dat centraal orgaan, wat in feite op landelijk niveau een
soort van georganiseerd overleg bewerkstelligt, vroeg aan de gemeente om nog
geen individuele maatregelen te nemen, maar even te wachten totdat zij met
een advies zou komen, waarmede zij bezig is. In het college is afge
sproken om dat advies af te vrachten. Daarna kan men bezien of men er rekening
mee houdt of niet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
18. Voorstel tot het verlenen van subsidie aan de Regionale Stichting voor
Maatschappelijk Werk en Gezinsverzorging rondom Mark en V/eerijs over 1979».,
Het lid DEN BRA3ER zegt over de subsidie op zich geen opmerkingen te hebben.
Het bestuur van deze stichting zegt in de toelichting dat de subsidie per
gemeente niet gelijk is en dat het wellicht doelmatiger zou zijnals de kosten
verdeeld worden naar rato van het inwonertal. Als men geen rekening houdt met
de extra maatschappelijk werker in Etten, die daar boven de formatie zit en
die ten laste van de gemeente komt, zou het eigenlijk een lucratieve aange
legenheid zijn voor Oudenbosch. Dan zou de subsidie, rekening houdend
met het inwonertal, zowel van 1-1-1978 als van 1-1-1979, f 55-000,— be
lopen. Dit verschik: 5.000,— met hetgeen in het preadvies vermeld s^at.
In het preadvies wordt verwezen naar de raadsvergadering van 15 juni 197». Hij
heeft zowel dat preadvies als de notulen gelezen. Nu is hem gebleken dat
daar is afgesproken dat op grond van het bovenstaande - van toen - de stichting
over 1978 voorlopig gesubsidieerd wordt. Men is hierop nimmer teruggekomen.
Hij vraagt of de subsidie over 1978 nog een definitief karakter krijgt.
Het lid RENNINGS zegt zich aan te sluiten bij het eerste gedeelte van de op
merking van de heer Den Braber. Wat hij gemist heeft is een stuk bestuurlijke
verantwoording over de gang van zaken. Het bestuur van deze stichting had
kunnen aangeven, wat goed gegaan is, welke knelpunten er geweest zijn en
in welke richting zij haar activiteiten zal ontplooiien. Dan komt men tot een
betere beoordeling van de activiteiten dan uitsluitend een weergave van het
ontstaan van de kosten, waar de opbrengsten vandaan komen en waaraan zij
worden toegerekend.
Aan de vogelvereniging kennen we ook subsidie toe omdat deze zegt: dat en dat
gaan we doen. Dat is niet denigrerend bedoeld. Hij zou het bestuur in overwe
ging willen geven mede te delen of alsnog kan worden aangegeven hoe men aan
kijkt tegen de activiteiten in 1979 en of men in het vervolg de begroting
wil doen begeleiden van een overzicht van de voorgenomen activiteiten. Dit
behoeft niet uitgebreid te geschieden.
De VOORZITTER zegt dat men met betrekking tot de opmerking over de wijziging
van toerekening met het oog op de realiteiten en niet met het oog op gelde
lijk gewin met elkaar hierover in discussie kan gaan. Overigens dacht hij dat
de sleutel, welke tot op dit moment gehanteerd wordt met betrekking tot de
dienstverlening, een heel reele is. Men weet dat een van de beide maatschap
pelijk werkenden in deze regio helemaal in Oudenbosch werkt en de andere voor
een belangrijk deel. Deze suggestie moet men wel meenemen, omdat dat in de
totaliteit van het functioneren van de stichting van belang kan zijn. Met betrek
king het voorlopig vaststellen in 1978 moet hij zeggen dat de reden van dit^
voorlopig vaststellen was dat wij meenden niet akkoord te kunnen gaan met die
1C$ overhaedkosten zonder dat daarvoor een motivering gegeven werd. Deze
motivering heeft men nog steeds niet ontvangen. Reden waarom het college ook
niet bij de raad is teruggekomen op het besluit van juni 1978. Hij moet zeggen
dat hij de indruk heeft dat die subsidieverlening een definitief karakter
krijgt, zij het dat hij niet uitsluit dat de stichting op korte termijn hierop
terug zal komen als zij het boekjaar 1978 gaat afsluiten.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Rennings moet hij zeggen dat de
toelichting inderdaad niet van dien aard is dat deze iets meer zegt dan wat
de directe achtergrond van de cijfers is en helemaal niets zegt van de bestuur
lijke gang van zaken. Deze suggestie wil hij gaarne overnemen. Hij zal het
bestuur uitnodigen in de toekomst het mogelijk te maken, dat over het bestuur-