-1b- len dat zijn persoonlijke inbreng in dit college misschien wel de druk die hij heeft uitgeoefend om te komen tot deze voorlopige commissie zeker er toe heeft bijgedragen dat de werkzaamheden in ieder geval zover gekomen zijn. Het lid RENNINGS zegt dat de heer Van der Graaf in eerste instantie gezegd heeft dat de schrik om het hart slaat, als men weet wat er sinds vorig jaar gewijzigd is. Hij vindt dat de heer Van der Graaf dit maar eens moet aangeven. Hij wil hiermede niet zeggen dat de situatie niet ernstig is en dat de geval len die er liggen niet schrijnend zijn. In eerste instantie is duidelijk ge steld dat de situatie sedert medio vorig jaar ernstiger geworden is. Hij heeft welisv/aar uit de krant moeten lezen dat raadsleden op het beslissend moment weggegaan zijn. Van tevoren heeft hij zich uitvoerig laten voorlichten over de huisvestingssituatie van de buitenlandse werknemers. Daar zijn hem een aantal feitelijkheden gebleken, die ernstig zijn maar waaruit tevens bleek dat de situatie sinds vorig jaar verbeterd is. De voorzitter zegt dat met de signa lering vanuit de afdeling bevolking de nieuwe pensions worden beheerst en dat bekeken wordt of de bestaande pensions op een andere wijze moeten worden aan gepakt. Hij wil hierbij wijzen op de resultaten die in de gemeente Breda be reikt zijn om middels een rechtsgeding met aanzienlijke boetes de ecploitant van een pension te dwingen tot het aanbrengen van verbeteringen. De stelling dat de commissie tot waardevolle resultaten geleid heeft, deelt hij toch niet helemaal. Van een dergelijk samengestelde commissie had hij toch iets meer verwacht. Hij had op z'n minst verwacht dat de commissie, na de eerste keer, meerdere keren bijeengekomen was om dit probleem levendig te houden en aan te pakken. Het lid VAN HOOF zegt dat er inderdaad gesignaleerd is dat zich nog ernstige situaties voordoen. De heer Rennings zegt dat niet aangetoond is dat de situa ties verergerd zijn. Hij vindt dat, zolang er nog ernstige situaties bestaan, dat dan alle aandacht moet hebben en dat wij ons niet moeten verschuilen achter het feit of de situaties minder erg geworden zijn of niet. Ernstige situaties nopen ons tot een beleid dat erop gericht is om wat dat betreft alle nood te ledigen. De heer Brouwers verwijst in zijn reactie naar zijn contacten, die er zouden zijn gev/eest met de werkgroep Kerk en Samenleving. Wijraadsleden, worden door deze werkgroep ook regelmatig benaderd. Elke keer is het in feite weer een noodkreet van deze werkgroep waarom er niet tastbaarder gewerkt wordt aan een oplossing voor de buitenlandse werknemers. De heer Brouv/ers heeft naar zijn contacten met de werkgroep Kerk en Samenleving verv/ezen, maar de resultaten zijn er niet naar. Daarop heeft hij willen doelen. Er is nog uitvoerig gespro ken over de samenstelling van de commissie Hij zou nu nog graag vernemen welke personen met welke kwaliteiten wel in deze commissie zitting hebben genomen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat wethouder Brouwers zich door zijn opmerking ge nomen voelt. Op zich heel begrijpelijk. De voorzitter zegt dat de verantwoorde lijkheid bij hem berust. De verantwoordelijkheid van de voorzitter bestaat, voor zijn fractie, voor zover dat gaat als deelnemer aan het college van burge meester en wethouders, uiteraard volledig voor alle onderwerpen. De verant woordelijkheid voor de persoonlijke benadering als voorzitter van het college geldt voor zijn fractie uitsluitend voor die zaken, die bij de wet aan de voorzitter zijn toevertrouwd. Die taakverdeLing zal voor hem in zekere zin een zorg zijn. De wethouders zijn gekozen leden. De wethouders zijn politiek verant woordelijk voor v/at bij het college gebeurt. Dat zal niemand van hem kunnen afnemen. Het is voor hem een duidelijke zaak dat de niet gekozen voorzitter alleen maar ter verantwoording geroepen kan worden voor die zaken, die hem bij de wet zgn opgelegd. In dat verband zou dan nog gevraagd kunnen worden waarom de pijlen dan gericht zijn op wethouder Brouwers. Die sociale taak berust wel bij deze wethouder en in dat opzicht blijft hij er bij dat het juist is om deze in eerste aanleg verantwoordelijk te stellen. De v/ethouder heeft dit zelf ei genlijk ook wel toegegeven. De wethouder praat, dat is op zich zelf een hele curieuze zaak, over de druk, die hij heeft moeten uitoefenen binnen het college. Dat betekent dat het college kennelijk niet zo verschrikkelijk veel zin heeft gehad om uit te voeren wat de raad wenste. De verantwoordelijkheid berust voor zijn fractie bij de wethouder van sociale zaken. De voorzitter heeft gespro ken over de goede bedoelingen van de werkgroep. Het zal een slechte invloed

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1979 | | pagina 100