-11-
samenstelling niet terugkeert geeft toch een argument om bij de keuze
medebepalend te zijn»
Het lid KOK zegt dat de afdeling Oudenbosch van het N.K.V., gezien het le
dental van 1800 a 1900, gerust twee kandidaten mag voorstellen» Hij vindt
dat deze kandidaten goede kwaliteiten bezitten» Hij onderschat ook de
kwaliteiten van de kandidaten van het N»V.V» niet»
Het lid VAN HOOF zegt dat voorgaande jaren bij het bemannen van het col
lege voor de verlening van bijstand gesteld is dat het vrouwelijke element
hierin niet mocht ontbreken» Hij vindt dat daar er een vrouw wordt ge
noemd bij de aanbeveling, zoals deze nu wordt gedaan, mogelijk kan in
houden dat zij bij de kandidatuur van de heer Meijers uit de boot kan
vallen» Hij zou duidelijk willen stellen dat het de vrijheid van de raad
is een zodanige keuze te maken dat dat in ieder geval niet het geval is.
Het voorstel wat nu ter tafel ligt, kan mogelijk verwarring scheppen.
Hij staat achter een zodanige kandidatuur dat in ieder geval een vrouw
in deze commissie zitting kan nemen.
Er is gesproken over de politieke samenstelling van deze commissie. Hij
steunt de kandidatuur van de heer Meijers. Hierbij wil hij wel een op
merking maken. Gezien de samenstelling - drie leden van een bepaalde
groepering - hoopt hij dat het Samenwerkingsverband hieruit toch een
bepaald gevolg trekt.
Het lid BROUWERS zegt te willen vaststellen dat het college aan de wens
van de raad tegemoet is gekomen. Het is geen spelletje geweest om in
een ander voorstel te verwoorden toch je eigen zin te krijgen. Dit ont
kent hij ten zeerste. In de brief, die aan de organisaties is verzonden,
was duidelijk de wens van de raad verwoord. Ook de wens van de raad om de
werkgeversorganisatie te benaderen is vervuld. De heer Van der Graaf zegt
te concluderen dat bepaalde dingen zijn verzwegen. Hij accepteert dit
helemaal niet. In alle gevallen zijn deze organisaties benaderd. Wan
neer er op een gegeven moment problemen rijzen met betrekking tot het
N.V.V. dan moet hij ook zo reeel zijn dat het corresponderen met het
N.V.V» in Oudenbosch tot op heden een onmogelijke zaak was, althans
een aantal N.V.V.-leden wist ook niet aan wie de correspondentie ge
richt moest worden» Inmiddels is men hier achtergekomen. De heer Van der
Graaf vecht de redactionele vormgeving aan. Het college dacht deze re
dactionele vorm te moeten toepassen vanwege de gronden waarop een keuze
gemaakt moest worden. Dit heeft met manipuleren helemaal niets te maken.
Voorts wil hij nog aandacht vragen voor de eisen, genoemd in de verordening,
waaraan de te benoemen leden moeten voldoen. Op grond daarvan moet men
kunnen verwachten dat elke organisatie, goed gewogen, aan deze opdracht
voldoet. Verder heeft het college een aantal andere voorwaarden over
wogen, bijvoorbeeld of er in een bepaalde mate een soort distantie bij de
kandidaten aanwezig moest zijn, omdat zij te maken kunnen krijgen met
mensen, die zij uit andere hoofde kennen. Het brede draagvlak van de be
volking moet aanwezig zijn. Op de opmerking dat de aanwezigheid van een
vrouw in dat college van groot belang is moet hij zeggen dat het college
als volgt te werk is gegaan. Men heeft gekeken naar de kandidaten welke
in de grootst mogelijke mate voldoen aan het gestelde in de verordening
en aan de wensen en eisen van de raad. Daarna heeft men als het ware
verfijnd beoordeeld in welke mate er mensen zijn voorgedragen. Op grond
hiervan is de aanbeveling van de heren Meijers en Mol tot stand gekomen.
Het argument met betrekking tot het ontbreken van een vrouw kan hij met
evenveel recht terugspelen naar alle fracties in deze raad. Hij vraagt
zich dan af in welke mate de onderscheiden fracties eraan hebben gewerkt
om in hun fractie een vrouw op een zodanige verkiesbare plaats te zetten,
dat zij gekozen kon worden.