-7-
ning van de exploitant. In dat geval heeft men wel de mogelijkheid de
exploitant te dwingen voorzieningen aan te brengen, zonder dat dit tot
ontruiming leidt.
De VOORZITTER zegt dat men dan als gemeente de bestemming in stand houdt.
Hij weet niet of een zodanige ingreep in de positie van de eigenaar wel
is toegestaan. Hij heeft de indruk dat dat niet mogelijk is. Hij denkt
dat dit door de rechter zal worden aangemerkt als een zodanige vorm van
onteigening, welke geacht moet worden niet tot het pakket bestuurlijke
mogelijkheden van de lokale overheid te behoren.
Het college zal de vraag van de heer Rennings met de kanttekening, ge
maakt door de heer Van der Graaf, voorleggen aan de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten.
Het lid WIJNEN zegt te willen vragen op welke wijze het college gaat
controleren. Er kunnen zich situaties voordoen dat een logiesgebouw ge
leidelijk ontstaat.
Het lid DU PONT zegt dat het college de mensen, die de controle uitoefenen
regelmatig opdracht geeft de betreffende logiesgebouwen te controleren.
De VOORZITTER zegt dat de kwalificatie logiesgebouwen afhankelijk is van
het aantal bewoners, niet in een gezinsverband wonend.
Di.t is in de bevolkingsadministraties te vinden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
7. Verkoop bouwterrein in het Spui (Zuid) aan Bouwbedrijf Gebr. van
Agtmaal b.v./l24e wijziging gemeentebegroting 1978 en 14e wijziging be
groting 1978 Grondbedrijf.
8. Voorstel tot het aanvaarden van een zakelijk recht als bedoeld in
artikel 5, derde lid sub b, van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten
behoeve van het aanbrengen van schroefankers/125e wijziging gemeentebe
groting 1978.
9° Voorstel tot het aanvaarden van een zakelijk recht als bedoeld in
artikel derde lid sub b, van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten
behoeve van de uitvoering van reconstructiewerkzaamheden aan de Natte-
straat/126e wijziging gemeentebegroting 1978.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
10. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een gedeelte van de Vader
Vincentiusstraat
Het lid VAN DER GRAAF zegt deze situatie volkomen te begrijpen. De heer
Bogaarts wil daar zijn bedrijf min of meer legaal vestigen. Het is een
goede zaak dat het gemeentebestuur daaraan zijn medewerking verleent.
Hij heeft ook geen principiële bezwaren tegen de vestiging van een derge
lijk bedrijf. De heer Bogaarts wil het pand Vader Vincentiusstraat 2b
bij zijn bedrijf trekken. Klaarblijkelijk wordt van een goed bewoonbare
woning ter plaatse een bedrijfsruimte gemaakt. Dit klopt eigenlijk niet
met het voorgaande, want daar speelt alles zich af in de Dr. Schaepman-
straat.
De VOORZITTER zegt dat de woning die de heer Bogaarts kan kopen in de
Vader Vincentiusstraat is gelegen. Hij wil er wel voor zorgen dat de con
crete plannen, zoals deze nu bekend zijn, voortaan bij de stukken ter
inzage liggen. De bedoeling van de heer Bogaarts is het schuurtje, be
horende bij pand Vader Vincentiusstraat 2b en tegen zijn werkplaats aan
gebouwd, bij deze werkplaats te trekken. De woning blijft dus als woning