-1A-
Mijnheer de voorzitter, u begrijpt mijn twijfels, temeer daar er aan de
inkomstenkant onder "opbrengst fotocopieën" een aanmerkelijk geringer
bedrag vermeld wordt van 2500,Grote vraagtekens plaats ik ook bij de
post "Boetes en bespreekgelden". In het beleidsplan staat dat hiervoor een
normering geldt van 1,per lezer» Bij ca. k^>00 lezers, zou die post
dus 4500,moeten bedragen» Opgenomen is 2.000,Tenslotte heb ik
nog ernstige twijfels over het bij "Renten" genoemde bedrag. Een bedrag
van 100,komt mij ietwat lachwekkend voor, als ik bedenk dat in 1977
nog ruim 800,werd ontvangen. Mijnheer de voorzitter wij hebben hier
te maken met een genormaliseerde begroting zoals die door de Provinciale
Bibliotheek Centrale in Tilburg wordt opgesteld. Het plaatselijk bestuur
wijdt daarentegen te weinig aandacht aan de plaatselijke problemen zoals
de luchtverversing en het aantal boeken, waar de heer Rennings vorig jaar
al op wees.
Mijnheer de voorzitter, dit alles overziend ontgaat mij de waarde van de
indiening van een dergelijke begroting, vooral ook omdat ik in mijn ijver
niet alleen gestuit ben op het ontbreken van een deugdelijke toelichting,
maar ook nog op viertal tel- of tikfouten. De eerste reactie van mijn
fraktie was dan ook: wij moeten onze goedkeuring aan deze begroting ont
houden en volgens de bepalingen van het uitvoeringsbesluit overgaan tot
het verlenen van een voorschot op basis van de laatst goedgekeurde begro
ting, die van 1978 dus. Behalve met mijn vragen en twijfels blijf ik
echter zitten met het feit dat het bibliotheekwerk de Partij van de Arbeid
na aan het hart ligt, waar wij graag volmondig "ja" tegen willen zeggen.
Het ons thans voorliggende stuk geeft ons daartoe echter niet de gelegen
heid. Onbewust dringt zich terzake de term "klungelig" aan ons op.Niette
min wil ik het bestuur van de Openbare Bibliotheek een herkansing geven.
Mijnheer de voorzitter, teneinde deze raad in de gelegenheid te stellen
in volle overtuiging zijn goedkeuring te verlenen aan een goede begroting
van de Openbare bibliotheek voor het volgend jaar, wil ik u verzoeken uw
voorstel tot goedkeuring aan te houden tot de volgende vergadering, en in de
tussentijd de bibliotheek de gelegenheid te geven omtrent een en ander
meer duidelijkheid te verschaffen."
Het lid RENNINGS zegt allereerst zijn voldoening te willen uitspreken over
de kennelijk aanzienlijke toename van de uitleningen in 1979» Dit gestaafd
door een herziene taxatie op grond van gegevens over 1978. Ook hij heeft
bij de ter inzage liggende stukken het beleidsplan node gemist. Vorig
jaar, de heer Den Braber heeft er reeds op gewezen, heeft hij gevraagd of
het college zijn verzoek aan het bestuur van de bibliotheek wilde over
brengen teneinde te bewerkstelligen dat het boekenbezit dichter bij het
normbezit komt, zoals dat door de Provinciale Bibliotheek Centrale wordt
voorgeschreven. Tussen de begroting 1979 en de rekening 1977 doet zich een
groot verschil voor in de personeelskosten. De toelichting zegt veel,
maar niet alles. De begroting zoals deze nu is samengesteld, geeft aan de
ene kant een berekening van de gewenste bezetting en de werkelijke bezet
ting en aan de andere kant via een andere berekening een genormaliseerde
bezetting, welke voor subsidiëring door het Rijk wordt toegepast. Hier
door komt men tot een verschil aan subsidie tussen 1977 en 1979 van
60.000,Daarbij komt nog het grote verschil tussen de gewenste per
soneelsbezetting en de aanwezige bezetting. Dit wordt weliswaar gecompen
seerd door de gelukkige omstandigheid dat men hier een interim regeling
voor werklozen heeft. Kan men aangeven hoe groot dat verschil zou zijn
als er geen dergelijke regelingen zijn? Voor hem is de bibliotheek in
Oudenbosch, nu hij zou haast zeggen een heilige koe. Als men het aantal
uitleningen ziet dan betekent dit dat men een grote leesdichtheid heeft.