-11-
dat het bedrag van 100,per jaar bij hem de indruk wekt dat dit sym
bolisch is en hij een voorstel doet om 250,te geven, zou spreker hem
willen vragen dat op dit moment niet te doen en die zaak aan te bevelen
bij de subsidie-commissie.
Hij stelt aan de orde het voorstel van de heer Van Hoof om in plaats van
250,1000,aan subsidie te geven.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat de opmerking van de voorzitter aangaande
het verzoek van de bejaardenbond, afdeling De Zellebergen, niet opgaat.
De adressering op zich is onbelangrijk. De gemeentewet zegt in artikel
73: "De burgemeester ontvangt en opent alle aan de raad of aan burgemeester
en wethouders gerichte stukken. Hij brengt deze terstond ter tafel in de
vergadering waar zij behoren." Dus niet aan wie zij gericht zijn. Subsidie
verzoeken, of het college nu wenst te adviseren voor toekenning of voor
afwijzing, zijn hoe dan ook gericht aan de raad en behoren ook in de raad
behandeld te worden. Als men nu zou doen wat de voorzitter ten onrechte
zegt, dan heeft de raad geen enkele mogelijkheid, toevallig verneemt de
raad dit nu middels een aantekening van de afdeling financiën, überhaupt
te weten dat er kennelijk een subsidieverzoek aan de raad is gericht. Dat
vindt hij onjuist. Hij kan zich wel vinden in het feit dat het college
geen voorstel maakt, maar dat het verzoek, waarvan op grond van gemaakte
afspraken verwacht mag worden dat het afgewezen wordt, op de lijst inge
komen stukken komt te staan met de aantekening dat het college adviseert
dit verzoek af te wijzen. In feite heeft men dan ook een besluit genomen.
Terugkomend op het inhoudelijke onderwerp zegt hij dat het wat vervelend
is dat een dergelijke zaak moet worden geregeld op een hap-snap-manier.
Het is nog niet op een zodanige wijze geregeld dat men kan zeggen, dit
voorstel past in de regeling. De raad moet zich wel realiseren dat, als
het voorstel van de heer Van Hoof gevolgd wordtmen daarmee dan in feite
aangeeft dat de bedragen in volgende gevallen zeker zullen moeten worden
aangepast. Hij zou het voorstel van de heer Van Hoof niet willen volgen.
Hij zou willen voorstellen deze 250,toe te kennen en in afwachting
van datgene vrat de subsidie-commissie voorstelt, bereid te zijn dit ver
zoek terug te brengen naar de bedragen, die er dan uitgekomen zijn.
Het lid PLEVIER zegt mede om de heer Van der Graaf wat te helpen, dat de
subsidiecommissie al een stuk voorbereid heeft wat dit subsidieverzoek
eigenlijk volledig dekt. Daaruit kan men lezen dat bij gelegenheid van
het 25-jarig bestaan 250,wordt voorgesteld. Bij dit verzoek gaat het
overigens niet alleen om de viering van een jubileum, maar tevens om het
ontplooien van bijzondere aktiviteiten. Hiervan zegt de ontwerp-regeling
onder artikel 2B dat daaraan de kostenraming ten grondslag moet liggen.
Als men de kostenraming van Onze Vogels ziet dan is er sprake van een
groot tekort. Hij dacht dat men geheel conform de voorbereide en nog niet
voorgelegde regeling handelt als men het voorstel van de heer Van Hoof
volgt. Vandaar dat hij het voorstel van de heer Van Hoof wil volgen.
Het lid VAN HOEK zegt voor te willen stellen het toe te kennen bedrag aan
het index-cijfer voor de gezinsconsumptie te koppelen. Het Centraal Bureau
voor de Statistiek heeft dit index-cijfer voor 1977 op 100 gesteld en
voor 1978 op 15^=7= Als de raad in principe wil besluiten de bedragen te
koppelen aan het index-cijfer voor de gezinsconsumptie dan zou men daar
nu op vooruit kunnen lopen en besluiten om 500,subsidie te geven.
Het lid WIJNEN zegt voor te willen stellen 750,subsidie te geven,
conform hetgeen destijds aan de N.K.V.-vrouwenbeweging is toegekend.
De VOORZITTER zegt in te willen gaan op de opmerking van de heer van der
Graaf met betrekking tot het subsidieverzoek. Als het een verzoek om sub-