-9- Bepaalde zaken kunnen belangrijk genoeg zijn om in deze gemeente toe te passen, ook wanneer de model-verordening hierin niet voorziet. Hetgeen de voorzitter aanhaalt, is natuurlijk belangrijk, namelijk het zoveel mogelijk tot een eenheid komen in alle gemeenten met betrekking tot de bouwverordening. Aan de andere kant zal zich niets verzetten tegen het opnemen van bepalingen, waaraan klaarblijkelijk grote behoefte is, en daarnaast bij de V.N.G. verzoeken de model-bouwverordening aan te passen. Dit zou men niet hoeven te doen bij zaken van minder grote importantie. Hij wil nog een opmerking maken over de brandveiligheid van spouwmuur isolatie. Hij heeft het gevoel'dat dit wordt gedekt door het artikel, waarin de mogelijkheid bestaat bepaalde bouwmaterialen af te wijzen op grond van bijvoorbeeld brandgevaarlijkheid. De VOORZITTER zegt enigszins huiverig te zijn bij de raad te bepleiten om van de model-bouwverordening af te wijken. Hij gelooft dat het goed is dat er een model-bouwverordening is die overal wordt toegepast. Het zou jammer zijn als men daarin wijzigingen zou gaan aanbrengen. Dit hebben wij al eerder met elkaar vastgesteld. Misschien zou de oplossing wellicht in het volgende kunnen liggen. Het voorstel bepleiten bij de V.N.G. en in eigen huis zorg dragen dat bij gebouwen van gemeentewege daar mede rekening wordt gehouden. Hij denkt ook dat wij in ons apparaat nier geëquipeerd zijn om de combinatie van techniek en juristerij tot stand te brengen om zo de verordening op een goede wijze te gaan aanpas sen. Dit overigens met alle respect voor de mensen die wij hier hebben. Het is een vak op zich. Dit komt in een uitvoerig overleg tussen technici en juristen tot stand. Hij zou het plezierig vinden als wij dit verder zouden willen bezien en formuleren. In eigen huis kan nog als gedragslijn worden gevolgd dat zorg wordt gedragen dat die mogelijkheid er in ieder geval is. Het lid VAN HOOF zegt dat als het college de toezegging doet zodanig te handelen hij daarmede akkoord kan gaan. Is het college dan nog bereid om bij de voorziening, welke voor O.T.C. wordt getroffen, maatregelen te treffen, zo vraagt hij. Dit zou naar zijn mening toch ivel de consequentie moeten zijn. De VOORZITTER zegt dat men nu wel buiten de orde van de vergadering is. Als men praat over de bouwverordening dan gaat dit over de toepassingen van een wet in materiële zin in de toekomst. Hij zegt graag toe om in overleg met de wethouders bereid te zijn bij toekomstige bouwvergunningen voor gebouwen van gemeentewege te zorgen dat die onderlinge bereikbaar heid bezien wordt en dat daarvoor gezorgd wordt. Daarnaast wil hij de toezegging doen dat de V.N.G. voorgesteld wordt dergelijke bepalingen op te nemen. V/at betreft de voorziening voor O.T.C. moet hij zeggen dat de bouwvergunning reeds is verleend en dat deze kwestie eigenlijk buiten dit agendapunt valt. Hij zegt de raad overigens graag toe te bezien of er wat dat betreft een mogelijkheid is. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 7. Benoeming J.C.W. Brans tot ambtenaar van de burgerlijke stand. De VOORZITTER nodigt de heren Plevier en van Hoek uit om als commissie van stemopneming te fungeren. De stemming heeft tot resultaat: de heer J.C.W. Brans: ik stemmen. Benoemd is derhalve de heer J.C.W. Brans. 8. Voorstel tot toekenning van een extra subsidie aan de vogelvereniging

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 64