-7- woningen reuze klein zijn in vergelijking met de gebruiksmogelijkheden van industriehallen» Bij deze laatste' is een dergelijk laag bedrag geen enkele bedreiging» Hij dacht dat deze kwestie hier nu niet speelde» Het lid VAN EIJKEREN zegt dat van een boetebedrag een sanctie uitgaat»Van het boetebedrag ad 10,gaat volgens hem geen enkele sanctie uit. Als zodanig zou hij willen voorstellen dergelijke boetebedragen aan te passen. De VOORZITTER zegt toe alle boetebedragen, welke in standaard-contracten zijn opgenomen, na te gaan of deze eventueel aangepast moeten worden. Het lid VAN EIJKEREN zegt dat de kavelprijs, welke hier wordt gevraagd erg dicht ligt bij de kavelprijs van woningwetwoningen» De VOORZITTER zegt dat dat best zou kunnen. Op zich is dit ook niet zo gek, als het soortgelijke kavels zijn. Deze zijn alle gebaseerd op de exploitatie-opzet. Dan zijn er enkele vermenigvuldigingsfactoren, die tot verschillen leiden. Als deze factoren laag zijn, om welke reden dan ook, dan ontstaat er een gering verschil tussen de kavelprijs voor premie woningen en de kavelprijs voor woningwetwoningen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat de grootte van een kavel voor woningwetwo ningen 160 m2 is. Deze kavels zijn, globaal berekend, 210 m2 groot. Althans deze maat heeft hij uit de tekening gehaald. De kavelprijs voor woningwetwoningen in het Spui ligt in dezelfde orde van grootte als deze. De vermenigvuldigingsfactor voor premiewoningen is hoger dan die voor woningwetwoningen. Hij kan niet tot een andere conclusie komen dan dat er met deze pj>ijs iets aan de hand zou zijn. Hij kan zich voorstel len dat er nu direkt geen antwoord gegeven kan worden. Hij zou het wel op prijs stellen als men daarover nadere inlichtingen zou krijgen. De VOORZITTER zegt dat bij een vorige vergadering, bij de ingekomen stuk ken, verschillende kostprijsberekeningen aan de orde zijn geweest. Deze prijs is op een van die kostprijsberekeningen gebaseerd» Alle prij zen van de kavels, welke tot nu toe verkocht zijn, zijn overeenkomstig die kostprijsberekeningen berekend. Het lid RENNINGS zegt misschien de helpende hand in dit misverstand te kunnen aanreiken. Hij heeft gelezen dat het hier gaat om een perceel van ongeveer 1165 m2» Dit komt neer op 160 a 170 m2 per woning. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat als men dit op de kaart meet, men tot beduidend grotere kavels komt. Dit geeft verwarring. De VOORZITTER zegt dat het perceel 1165 m2 groot is en dat de kavel prijs overeenkomt met de vastgestelde exploitatie-opzet. Hij zal laten nagaan of bedoeld perceel grond ook werkelijk 1165 m2 groot is. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 5a. Voorstel tot verkoop van grond ten behoeve van een transformatorsta- tion aan het West Vaardeke/112e wijziging gemeentebegroting 1978 en 12e wijziging begroting 197& Grondbedrijf. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde: 6. Voorstel tot vaststelling van de 15e wijziging van de bouwverordening. Het lid RENNINGS zegt dat bij deze wijziging meegenomen wordt het isoleren van de woningen. Het bevreemdt hem echter dat dit beperkt blijft tot het aanbrengen van warmte-isolerend glas. Voor zover hem bekend,is er niets opgenomen met betrekking tot de brandveiligheid van spouwmuurisolatie.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 62