-15- partij moet het er eigenlijk niet toe doen op welke persoon men stemt, welke persoon er in de raad komt, maar welke ideeën die partij heeft; wat wil die partij verwezenlijken» Op die ideeën stemt men» Wanneer men daar vanuit gaat, en dat doen zij, dan zit er een vreselijk groot verschil tus sen een lid van een belangengroep, waarvan men dan kan zeggen welk belang, het algemeen belang, dat is het handigste, daar kan men alle kanten mee heen, of een lid van een politieke partij met een bepaalde ideologie. De heer Brouwers vraagt of het onjuist is wanneer een vertegenwoordiger van een kleine politieke partij gekozen wordt tot wethouder. Hij zegt dan als men helemaal niets anders meer heeft, niet. Hij wil aan de andere kant wel heel duidelijk stellen dat het gemeentebestuur, hoe dan ook, een politiek gebeuren is, waarvoor politieke normen geldenwaarvoor politieke mores gel den. Die mores zeggen dat de kiezer uitmaakt wat er dient te gebeuren. Wanneer de kiezer twee partijen tot de grootste maakt dan houdt dat in dat die twee partijen in feite tot elkaar veroordeeld zijn, tenzij deze elkaar niet kunnen luchten of zien. Dat laatste maakt men ook nog weieens mee in Nederland. Is het dan een slechte keuze, zo vraagt de heer Brouwers Daarmee suggereert de heer Brouwers iets wat spreker liever niet had ge wild dat deze suggereerde. Sprekers fractiegenoot heeft duidelijk gezegd dat het niet is gericht tegen de persoon Brouwers, De heer Brouwers is een achtenswaardig man. Spreker heeft ook bij de heer Du Pont niet gesproken over diens kwaliteiten. Het is voor hem duidelijk een zaak van politieke beginselen, niet van een slechte keuze van de persoon. Nog steeds moet hij constateren dat een politieke motivatie ontbreekt. Niet alleen bijO.N.S. ook bij de heer Brouwers.Dat is toch hetgeen wat zij in eerste instantie graag hadden gehoord, want daarmee kan men werken. Dan weten zij waarom ze in feite aan de kant gezet zijn. Beleid is geen privilege van landelijk politieke partijen, maar het is wel zo, en hij tart de raad om de verkie zingsprogramma's te bekijken, dat politieke partijen over het algemeen inderdaad uitgangspunten hebben, die tot een bepaald beleid zullen leiden en dat dit in de meeste gevallen, hij denkt hier in dit gebeuren in alle gevallen buiten de politieke partijen, niet het geval is met belangen groeperingen. Nog iets, wat heel erg belangrijk is. De raad bepaalt het beleid. Wanneer die raad is samengesteld uit deze ridicule hoeveelheid clubjes dan is een beleid nauwelijks mogelijk. Dat weet de heer Brouwers donders goed, want wat zegt deze namelijk De heer Brouwers zegt in het verhaal over die drie fracties voor de verkiezingen, hij vergeet steeds het C.D.A. op de achtergrond als lachende vierde en straks over vier ja ren de buit binnenhalend, zelf waarom zij dat gedaan hebben, namelijk om de bestuurbaarheid te dienen. De bestuurbaarheid dienende zijn diens exacte woorden. V/at moet men dan nog meer De heer Brouwers heeft zelf volkomen duidelijk aangegeven dat die éênmansclubjes nergens toe leiden. Behalve wanneer het een politieke partij is natuurlijk, want die komt la ter met meer. V/at is er nu wel gebeurd V/at er wel gebeurd is laat zich vrij duidelijk analyseren, zeker wanneer men even voor de geest wil halen wat er gebeurd zou zijn wanneer de Werknemerspartij nu nog uit drie leden had bestaan in deze raad. Dan was er niet gebeurd wat nu ten tonele wordt gevoerd. Alle woorden, alle perspublicaties, alles leidde ertoe dat er een zeer wrak bouwsel aan het ontstaan was, waarvan hij best wil ge loven dat het ooit een sterk bouwsel zal worden. Daar heeft hij geen moeite mee. Het C.D.A. is vrij sterk in dit soort dingen» Dat op 31 mei werd voorzien, dat er van de nood een deugd gemaakt moest worden en dat daarom die drie clubjes ijlings dicht bij elkaar moesten gaan zitten, dat maakt geen hond iemand wijs» Vandaar nogmaals zijn vraag of het misschien moge-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 45