-7-
Wij buigen het hoofd zo moeilijk naar rechts. Wel overwegen wij meer aan
gymnastiek te gaan doen. Maar of wij dezelfde lenigheid nog zullen ver
werven als nu door O.N.S. en de heer Brouwers zijn getoond, dat wagen wij
te betwijfelen. Een laatste advies aan O.N.S. Oudenbosch ligt nu nog in
uw hand, Oudenbosch straks kunt u aan andere overlaten. De rollen worden
onontkoombaar ongekeerd. In het verleden ligt het heden, in het nu wat
komen zal. Bij dit alles is één lichtpunt. De kiezers die gewend waren
om landelijk en provinciaal progressief te stemmen en dit bij de raads
verkiezingen niet hebben gedaan, weten nu waarom dit verkeerd was.
Het lid DEN BRABER stelt het volgende:
"Panta rhei - alles is in beweging. Mijnheer de voorzitter, deze gevleu
gelde woorden gelden blijkbaar niet voor een fors aantal van mijn collega
raadsleden. In hun vérgaande arrogantie gaan deze heren gewoon verder waar
ze gebleven waren, alsof er geen verkiezingen geweest zijn. Alsof de
Oudenbossche bevolking deze gelegenheid niet heeft aangegrepen om het werk
van mijn partijgenoot Van der Graaf én van de plaatselijke P.v.d.A.-af
deling te belonen met een aanzienlijk stemmental, resulterend in een winst
van twee zetels. Het is natuurlijk lastig dat de vorige wethouder niet
meer beschikbaar is, maar ook daar hebben de heren in hun niet te onder
schatten vindingrijkheid snel een oplossing voor. Die ligt hier nu op tafel.
Mijnheer de voorzitter, ik vindt het ongehoord en vooral onfatsoenlijk.
Ongehoord in zijn absurditeit en onfatsoenlijk jegens eenieder die het goed
meent met de democratische beginselen van ons bestuurlijk bestel. Ja,
onfatsoenlijk. Niet vanwege de persoon van de heer Brouwers zelf, want
dat is in mijn ogen alleszins een achtenswaardige man. Minstens zo
achtenswaardig als de heer du Pont, wiens kandidatuur mijn fractie ten
volle steunt. Wel moet steunen, al gaat dat gezien het recente verleden
wellicht niet geheel van harte, maar toch Omdat wij hier niet bijeen ge
komen zijn om alleen ons persoonlijk oordeel over deze of gene aan de orde
te stellen, maar in de eerste plaats om de uitslag van de laatste ge
meenteraadsverkiezingen van 31 mei j.l. te vertalen in de vorming van een
college van burgemeester en wethouders. Immers het feit dat juist deze
vijftien, die hier thans bijeen zijn, daartoe geroepen worden is ook ont
leend aan die kiezersuitspraak. In het verlengde hiervan dient, althans naar
de mening van de P.v.d.A.-fraktie, ook ons handelen bepaald te worden door
de mate waarin de kiezers ons gemachtigd hebben aan het bestuur van Ouden
bosch deel te nemen. Vanuit dat oogpunt is het logisch dat wij een wet
houderschap van de heer du Pont als lijsttrekker van O.N.S. onderschrijven.
Vanuit datzelfde, naar mijn mening enig juiste, oogpunt is het dan ook
duidelijk dat wij een kandidatuur van de lijsttrekker van de Werknemers-
partij voor een plaats in het college een onfatsoenlijke daad jegens de
bevolking vinden. Maar het is niet voor de eerste keer dat zo gehandeld
wordt. Al jarenlang wordt Oudenbosch geconfronteerd met een college, dat
zijn weerklank niet vindt in de uitspraak van de kiezers. Als men de uit
slagen van de laatste vijf gemeenteraadsverkiezingen in kaart brengt, kan
men zien dat het met de V/erknemerspartij sinds 1962 gaat als met Gerrie
Knetemann in de afdaling van een Alpencol: op topsnelheid naar beneden.
Van bijna J>b% in 1962 is de Werknemerspartij via 26, 23 en 16% thans
teruggevallen op 8 1/3 Al die jaren maakte deze club niettemin deel uit
van het college. Al die jaren ook hebben de Oudenbossche kiezers on
dubbelzinnig gereageerd op hun inbreng daar én in deze raad en via de stem
bus hun zetelaantal geminimaliseerd; van vijf zetels in 1962 is er thans
nog één over Mijnheer de voorzitter, democratie staat of valt met de er
kenning en herkenning van de wil van de kiezer, met de erkenning dus van
de verkiezingsuitslag en de herkenning hiervan in het beleid. In dat licht